Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 22 december 2002
Locatie: Antwerpen
Berichten: 49.144
|
(vervolg)
Ook de politieke elite lijkt het debat over de islam te ontwijken. Niet dat men zich niet van de problemen bewust is. In een brief aan de Tweede Kamer over de moslimterreur stelde minister van justitie Donner op 24 juni 2003 vast: "De veiligheid van Nederland, met zijn op democratie en individuele vrijheid gebaseerde systeem, wordt ernstig bedreigd." En: "Kwam de dreiging voor Nederland voorheen noodzakelijk van buitenaf, sinds enkele jaren kan ook gesproken worden van een serieuze dreiging van binnenuit."
Nogal ernstig, kortom. Maar waarom trekt Donner dan niet meteen aan de noodrem? Als hij, of een andere politicus van zijn statuur, zou verkondigen dat het afgelopen moet zijn met de import van moslimbruiden omdat de groei van de islam een gevaar vormt voor onze beschaving, dan zou dat inslaan als een bom. Want reken maar dat dit tot een fel debat zou leiden - in de politiek, maar evenzeer onder (meer of minder intellectuele) publieke smaakmakers die het onderwerp tot dan uit de weg gingen.
Waarom zwijgt de politieke elite? Er kan een aantal redenen genoemd worden.
Allereerst zijn politieke leiders in Nederland überhaupt huiverig voor welk fundamenteel debat dan ook. Neem de grote obsessie van Balkenende II: de bezuinigingen. Uit een enquête van NOVA blijkt dat de meerderheid van de Nederlandse economen grootschalig bezuinigen tijdens een recessie schadelijk acht voor de economie. Maar wat blijven ministers en Kamerleden volhouden? We moeten bezuinigen, want anders voldoen we niet aan het Europese stabiliteitspact. Het is slechts een mantra, zonder een opening voor een debat.
In de tweede plaats blijkt er een structureel gebrek aan visie wat betreft de explosieve groei van de moslimbevolking. Trouwens, niet alleen bij de huidige politieke leiders. Ook Fortuyn worstelde met de vraag hoe de verdere opmars van de islam in Nederland tot staan moest worden gebracht. In De puinhopen van achtjaar Paars hekelt hij weliswaar de Turkse en Marokkaanse jongemannen die in drie van de vier gevallen hun bruid uit `achterlijke dorpjes' importeren, maar in zijn tirade ontbreekt de oplossing. Zoals hierboven aangehaald, gaf Fortuyn in het beruchte Volkskrant-interview al toe dat het weren van islamieten simpelweg juridisch onhaalbaar is.
Op de derde plaats gaan de politieke leiders het debat niet aan wegens een gebrek aan moed. Onze bestuurders - en hun gezinnen - zijn zich rot geschrokken door de moord op Fortuyn. En wellicht realiseren sommigen zich dat de opkomst van de AEL nog maar een van de eerste stappen is op weg naar een geradicaliseerde politieke islam binnen de Nederlandse grenzen. Bij een volgende keer is het misschien niet meer de extreem-linkse Volkert van der G. die de moordaanslag pleegt, maar radicale moslims.
Ten vierde is het te wijten aan de typisch Nederlandse regentencultuur dat ieder debat wordt gesmoord. Nederlandse regenten weten al jarenlang hoe confrontaties worden vermeden en hoe men zich gladjes aanpast aan de veranderende verhoudingen. James Kennedy, Amerikaan en hoogleraar Nederlandse geschiedenis (eerst in Michigan, sinds 1 juli aan de Amsterdamse VU), heeft twee spraakmakende boeken gepubliceerd over de Nederlandse regentencultuur. In Nieuw Babylon in aanbouw laat Kennedy zien hoe de Nederlandse regenten zonder enig conflict, en dus met behoud van positie, de internationale vernieuwingen in de jaren zestig wisten te overleven. In Een weloverwogen dood beschrijft hij het opportunistische aanpassingsvermogen van de politieke elite jegens de veranderende mores rond euthanasie.
"In de VS is het conflict zo ongeveer de definitie van democratie," zegt Kennedy. "Je kunt het niet eens maken om het eens te zijn met je opponent. Alleen onder bijzondere omstandigheden, zoals 11-09, heerst er eensgezindheid."
Maar in de Nederlandse constellatie worden conflicten als buitengewoon ongewenst ervaren. Ze verhinderen namelijk coëxistentie van politieke partijen, maatschappelijke stromingen en religieuze groeperingen. "Het Nederlandse systeem kan wel enig conflict verdragen," zegt Kennedy. "Zo zijn er na m september een paar high profile acties geweest waarbij vermeende jihadstrijders zijn opgepakt. Maar een teveel aan conflict brengt de consensuscultuur in het gedrang. Daarom streeft de Nederlandse bestuurselite uiteindelijk altijd naar rust en orde."
Het debat over de islam in Nederland komt ook maar niet op gang omdat Nederland een verzuilde samenleving is. In zo'n samenleving laten de zuilen elkaar zoveel mogelijk met rust. Zoals vroeger kritiek op het katholicisme door andere stromingen slechts als onrust werd gezien, zo laat nu de christelijke zuil de islam ongemoeid.
Zuilen - zijn die dan sinds de jaren zestig niet langzaam maar zeker afgebrokkeld? Volgens Anton Zijderveld, socioloog en christen-democraat ("Maar géén 'CDA-ideoloog' - alsjeblieft zeg, alsof ik een soort Soeslov ben"), maar zeer ten dele. "Er heeft een ideologische ontzuiling plaatsgevonden," zegt Zijderveld, "maar organisatorisch is Nederland nog in hoge mate verzuild. En ook de `netwerken' zijn nog grotendeels intact."
Het CDA is niet alleen de belangrijkste politieke partij, maar ook de invloedrijkste smaakmaker in zuilenland. Kennedy: "Het CDA huldigt als vanouds het leerstuk van de subculturele autonomie. Geef groeperingen - waaronder islamieten - de vrijheid hun eigen belangen te behartigen, en het komt allemaal wel goed."
Zijderveld komt er rond voor uit dat hij geen enkele moeite heeft met de vestiging van een islamitische zuil in Nederland, 'die er al is, of je het nu leuk vindt of niet'. In de tijd dat ze nog collega's waren op het wetenschappelijk instituut van het CDA, dacht Jan Peter Balkenende er net zo over, meent Zijderveld zich te herinneren. Overigens gingen de gesprekken van de twee `intellectuele vrienden' vrijwel nooit over de islam, maar meestal over minder stekelige zaken als privatisering en sociale zekerheid.
Zijderveld ziet echter wel het gevaar dat er onder het mom van een moslimzuil in feite etnische zuilen ontstaan: scholen en organisaties die van overheidswege worden gesubsidieerd, maken volgens hem massaal misbruik van het zuilenstelsel om puur Turkse of Marokkaanse stromingen onderdak te brengen.
Hoe dan ook: het CDA is er, zo stelt ook Kennedy nog eens met nadruk, helemaal niet op gericht om een visie over de islam te ontwikkelen en vormt vanuit zijn zuilenideologie een belangrijk obstakel bij de integratie van moslims. En we hebben het hier wel over de grootste partij, die een centrale rol speelt in de regering.
Dan is er nog een punt. Volgens de Britse historicus Simon Schama wordt Nederland geregeerd door een 'regentenoligarchie'. Deze regenten regelen onderling de verdeling van de bestuurlijke baantjes. Zo kunnen ook kleinere groeperingen - religieus rechts, D66 - meedelen in de macht, bijvoorbeeld in de vorm van burgemeestersposten. In ruil daarvoor helpen ze in het veelpartijenstelsel de grotere aan nipte maar o zo belangrijke meerderheden.
Het bestaansrecht van dit systeem staat of valt met het onderliggende kiesstelsel. In een districtenstelsel waarin kandidaten naar de gunst van de kiezer dingen, vallen kleinere groeperingen consequent buiten de boot. De nummers één en twee maken afwisselend de dienst uit. Hun onderlinge rivaliteit staat borg voor een stevige debatcultuur. Kandidaten kunnen er niet omheen om op de zeepkist in duidelijke taal stelling te nemen tegenover de opvattingen van de tegenkandidaat.
Nee, dan de Nederlandse democratie. Raadsleden, Statenleden en parlementariërs zijn voor het overgrote deel anonieme functionarissen die aan de slippen van een bekende politicus hun politieke baan verwerven. "Een Nederlandse parlementariër vertegenwoordigt niemand, behalve zijn fractieleider," aldus James Kennedy. "In zo'n stelsel zijn de parlementariërs niet meer dan stemvee."
Het resultaat is ernaar. De regenten die in dit land de dienst uitmaken, proberen de islam voorzichtig door onze samenleving te roeren zodat er op den duur een gladde soep ontstaat zonder vieze klontjes als de AEL. Wat de autochtone Nederlanders van dit multiculturele gerecht vinden, doet niet ter zake. Aankomende regenten die de kwestie aankaarten, wordt hardhandig de mond gesnoerd. Roeren die soep - niet laten aanbranden. Niet zeggen dat Mohammed naar hedendaagse maatstaven een perverseling is. Niet zeggen dat de islam een achterlijke cultuur is. In plaats daarvan: polderen maar.
En dat polderen vertaalt zich naar de moslims toe in een mozaïek van organisaties. Ieder met een raad van bestuur, een raad van toezicht en uiteraard een kostbare website. En met subsidie natuurlijk. "De allochtonen worden door de tentakels van de Nederlandse octopus naar binnen getrokken," zegt James Kennedy. "Maar met de subsidie komen ook de vele regeltjes. Het gaat in feite om subtiele druk tot assimilatie aan het Nederlandse systeem."
De moslims moeten gevangen worden in een verfijnd netwerk. Zo ontstaan de politiek correcte clubs met nietszeggende namen als Forum, die in De Rode Hoed en De Balie gezellige praatavonden organiseren onder titels als Migratie, emancipatie en maatschappelijke participatie en De geïntegreerde samenleving: het verborgen paradijs. Een kleine elite van intellectuele moslims bestiert deze gezellige bureaucratietjes. Niet alleen door de regenten, maar ook door instituties als de pers worden die beschouwd als gematigde moslimleiders. In werkelijkheid vertegenwoordigen ze niemand behalve hun subsidieverstrekkers.
Niemand minder dan de militante Belgisch-Libanese activist Dyab Abou Jahjah is de grootste kritikaster van deze poppenkast - die beneden onze zuidgrens eveneens bestaat. 'Huismakaken' noemt Abou Jahjah de moslims die met hun gesubsidieerde nep-belangenclubs tegen de autochtone macht aanschurken.
De AEL, inmiddels ook actief in Nederland, accepteert geen subsidies van Belgische en Nederlandse overheden. Maar Abou Jahjah staat niet afwijzend tegenover geldelijke ondersteuning uit de Arabische wereld (al ontkent hij dat de Libanese terreurorganisatie Hezbollah tot de sponsors van de AEL behoort).
Wie wat beter oplet, ziet dat er alleen een schijnbare moslimintegratie bestaat. Voorbeelden te over. Als in Amsterdam-West een islamitische messentrekker door een politieagent wordt doodgeschoten, wijst de moslimgemeenschap unaniem met de beschuldigende vinger naar de autochtone Nederlander. Al eerder bleek uit enquêtes dat de Nederlandse moslims helemaal niet afkerig staan tegenover de jihad van Osama bin Laden tegen de grote satan Amerika en de kleine satan Israël. Onderwijzers worden geconfronteerd met islamitische leerlingen die door de moslimpropaganda op de schotel-tv zijn gaan geloven in joodse complotten en westerse decadentie. De Nederlandse moslims staan kortom in werkelijkheid met hun rug naar de poldersamenleving toe.
De conclusie moet wel een sombere zijn. Er is alle reden om bang te zijn voor een 11 september in Nederland. Nederland is een goed denkbaar doelwit, ook door een zwak ontwikkeld veiligheidsapparaat. De zogenaamd 'gematigde' Nederlandse moslims verheffen hun stem niet tegen de extremisten.
Ed Croonenberg & Joost Niemöller, HP / De Tijd
|