Het begint een beetje stil te worden rond de eisen van de Duitstaligen om meer bevoegdheden voor hun gemeenschap en de uiteindelijke oprichting van een Duitstalig gewest. Weet iemand hoe het hiermee staat?
En hoe staat het met de Duitstaligen in de rand rond de Duitstalige gemeenschap, de gemeentes Malmédy en Waimes, en de gemeentes Plombières, Welkenraedt en Baelen? In 2001 was sprake van het activeren van de faciliteiten in dat van oorsprong Duitstalig gebied, vanwege de inwijking van veel Duitstaligen, maar hoe staat het hier nu mee?
Misschien is het een goed idee om de Duitstalige gemeenschap en deze vijf gemeentes samen te brengen in een apart gewest Oost-België?
[img]http://groups.msn.com/_Secure/0TwDcAsoY8PhAFYxuJxvr2MA1HgSKpvXVe6XUotNHkv1NaiotW 0b0DRSedyiFEOJsHOAWxV9ocnIIK*NitDierYLQlkC43!8mENp ranQrBfFc8cFItBH1UA/kaart%20oostbelgie.bmp?dc=4675412641595915693[/img]
PS: Speciaal voor Jan, die eerder (
http://forum.politics.be/viewtopic.php?p=51277#51277 ) beweerde dat er geen sprake was van faciliteiten in Plombières, Welkenraedt en Baelen, het artikel uit de Standaard dat ik eindelijk heb kunnen achterhalen:
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door De Standaard van 1 maart 2001
[size=5]Duitstaligen melden zich voor faciliteiten in Wallonië[/size]
Van onze redacteur
Guido Fonteyn
BRUSSEL/EUPEN -- Vijf Waalse gemeenten voeren hun samenwerking met Duitstalig België op, omdat in die gemeenten de jongste jaren veel Duitstalige Belgen zijn komen wonen. Dit geeft aanleiding tot een concrete toepassing van de ,,faciliteiten'', die als theoretisch begrip voor die ,,randgemeenten'' sinds 1963 in de taalwetgeving staan ingeschreven.
Het gaat om de Waalse gemeenten Malmedy en Waimes, en daarnaast drie gemeenten in de Oostkantons: Baelen, Plombières en Welkenraedt.
Tijdens een gemeenschappelijke ontmoeting tussen de Franse gemeenschapsregering, van minister-president Hervé Hasquin (PRL), met de deelstaatregering van Duitstalig België, geleid door minister-president Karl-Heinz Lambertz (SP), is overeengekomen dat die faciliteiten leven wordt ingeblazen.
In de randgemeenten van Duitstalig België zijn de jongste jaren ,,zeer veel'' jonge Duitstalige gezinnen komen wonen; precieze cijfers hierover zijn niet beschikbaar. Die jonge inwijkelingen zijn in het noorden van Duitstalig België (Eupen, Raeren en Kelmis) uitgekocht of van bouwgrond verdrongen door Duitsers uit de streek rond Aken.
Zo ontstaat een dubbele beweging op de woningmarkt in het oosten van het land: Duitsers die Duitstalige Belgen verdringen, en Duitstalige Belgen die Walen verdringen. Iets noordelijk van de zone verdringen Duitsers én Nederlanders Vlamingen en Walen, zoals in Voeren.
Volgens minister-president Lambertz woont nu al 24 procent van de leerlingen in het secundair onderwijs in Eupen, de hoofdstad van Duitstalig België, in Wallonië.
Daardoor stijgt de nood aan kennis -- of een betere kennis -- van het Duits in de Waalse ,,randgemeenten''. De faciliteiten bieden in dit geval mogelijkheden. Hasquin ziet hierin geen graten. De Franse gemeenschapsregering werkt actief mee aan een verbetering van de kennis van het Duits in de regio.
©Copyright De Standaard
|