De asielprocedure in België verloopt in twee fasen: de ontvankelijkheidsfase en de gegrondheidsfase. In elke fase kan een asielzoeker beroep aantekenen tegen een negatieve beslissing. De huisvesting van asielzoekers wijzigt met de fase van de asielprocedure waarin zij zich bevinden.
1. Fase 1, de ontvankelijkheidsfase
2. Fase 2, de gegrondheidsfase
3. Beroep bij de Raad van State
4. De eindbeslissing
5. Schema van de asielprocedure

Aantal asielaanvragen per maand in België. Periode 1/96 - 03/03
[size=5]Fase 1, de ontvankelijkheidsfase [/size]
- Aanvraag: elke vreemdeling die in België arriveert, kan asiel aanvragen. Dat kan onmiddellijk na aankomst bij de grensautoriteiten (vb: luchthaven) of binnen de 8 werkdagen bij de dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken.
Bij DVZ wordt de asielzoeker geïdentificeerd en geregistreerd. Na een interview geeft DVZ de asielaanvraag een eerste beoordeling: negatief (niet-ontvankelijk) of positief (ontvankelijk). Meestal duurt die eerste beoordeling enkele weken.
Als de eerste beoordeling door DVZ positief is, dan krijgt de asielzoeker een voorlopige verblijfsvergunning. De asielzoeker komt zo terecht in de gegrondheidsfase en wordt toegewezen aan het OCMW van een gemeente (waar hij financiële steun krijgt).
Beroep: als de eerste beoordeling door DVZ negatief is, dan moet de asielzoeker het Belgische grondgebied binnen vijf dagen verlaten. De asielzoeker kan in beroep gaan bij het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en staatlozen (CGVS) binnen drie dagen. Tijdens die beroepsprocedure mag de asielzoeker in België verblijven.
Als zijn beroep bij het CGVS tegen de DVZ-beslissing wordt afgewezen, dan moet de asielzoeker binnen vijf dagen het Belgische grondgebied verlaten. Hij kan alleen nog beroep aantekenen voor vormfouten bij de Raad van State binnen dertig dagen.
Huisvesting: de cel dispatching van Fedasil (geïnstalleerd bij DVZ) wijst de asielzoeker toe aan een opvangstructuur (vb: een federaal opvangcentrum). De asielzoeker is niet verplicht om in die opvangstructuur te verblijven. In de ontvankelijkheidsfase krijgt de asielzoeker alleen materiële steun.
[size=5]Fase 2, de gegrondheidsfase[/size]
- Aanvraag: als de asielzoeker ontvankelijk wordt verklaard, dan komt hij in de gegrondheidsfase terecht. In deze fase is het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en staatlozen (CGVS) opnieuw bevoegd: het baseert zich op de Conventie van Genève om de asielaanvraag grondig te evalueren.
Beroep: als de beoordeling in de gegrondheidsfase door het CGVS negatief is, dan kan de asielzoeker binnen vijftien dagen in beroep gaan bij de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen (VBV).
Als zijn beroep bij de VBV tegen de CGVS-beslissing wordt afgewezen, dan moet de asielzoeker binnen vijf dagen het Belgische grondgebied verlaten. Hij kan alleen nog bij de Raad van State (RVS) beroep voor vormfouten aantekenen binnen dertig dagen.
Huisvesting: de cel dispatching van Fedasil wijst de asielzoeker toe aan een OCMW. De cel houdt daarbij rekening met een spreidingsplan om de asielzoekers evenwichtig te spreiden over alle gemeenten en OCMW's. Bij het OCMW krijgt de asielzoeker financiële steun.
[size=5]Beroep bij de Raad van State [/size]
- Een afgewezen asielzoeker die bij de Raad van State (RVS) in beroep gaat (dat kan zowel na de ontvankelijkheids- als de gegrondheidsfase), blijft recht hebben op materiële steun.
Omdat de beroepsprocedure voor de RVS geen enkele invloed heeft op een bevel om het grondgebied te verlaten ('geen opschortend effect heeft'), kan het gebeuren dat een asielzoeker ondertussen toch wordt uitgewezen door Binnenlandse Zaken. Een beroep bij de RVS gaat namelijk alleen over de procedure. Bij een positief oordeel van de RVS wordt de procedure in de lopende fase (ontvankelijkheid of gegrondheid) overgedaan.
Huisvesting: afgewezen asielzoekers die beroep hebben aangetekend bij de Raad van State worden toegewezen aan een zogeheten Raad van State-centrum van Fedasil. In zo'n open opvangcentrum zijn een aantal opvangplaatsen voorbehouden voor asielzoekers met een RVS-procedure. Er zijn er vier: het Klein Kasteeltje in Brussel en de opvangcentra van Florennes, Kapellen en Sint-Truiden.
[size=5]De eindbeslissing in de asielprocedure [/size]
- Een asielzoeker wiens dossier door het CGVS (of na een beroep bij de VBV) als gegrond wordt beschouwd, wordt erkend als vluchteling. Van de dienst Documenten bij het CGVS krijgt hij een vluchtelingenattest en een verblijfsvergunning.
Een asielzoeker die afgewezen ('uitgeprocedeerd' na de ontvankelijkheids- of de gegrondheidsfase) wordt, krijgt een bevel om binnen vijf dagen het grondgebied te verlaten. Als hij na die termijn nog steeds in het land verblijft, loopt hij het risico om te worden opgepakt en overgebracht naar een gesloten centrum. De gesloten centra vallen onder de bevoegdheid van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken, niet van Fedasil. Vanuit zo'n gesloten centrum wordt de afgewezen asielzoeker dan eventueel gerepatrieerd.
[size=5]Schema van de asielprocedure [/size]
2 fasen: ontvankelijkheidsfase en gegrondheidsfase
bron: Het Klein Kasteeltje
http://www.petitchateau.be/