Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 21 juni 2002
Locatie: Vlaanderen
Berichten: 117.759
|
Hier kwamen ze in alle geval van een koude kermis thuis.
GEMEENSCHAP
VLAAMSE GESCHILLENRAAD VOOR RADIO EN TELEVISIE
Rolnummer: 59
Beslissing nr.: 001/2005
van 16 februari 2005
BESLISSING
Inzake: Hans VAN DE CAUTER, Alain MAHIAT, Cedric VLOEMANS, Christian
DEBATTY, Bruno YAMMINE, Jean-Marie OPDEBEECK, Kim ROOVERS,
Pieter CUSTERS, Thomas VAN LINTER, Frank LAUREYS, Philippe
LECLERCQ, Valérie MOSSERAY, Jean-François WATERSCHOOT,
Charles GRAULICH, Jean-Philippe SCHKLAR en vrijwillig tussenkomend:
Ruben COTTENJE de DAUPHIN, Bob VANGEEL, Olivier TALLON en
Mathieu DEFOUR (hierna: de “verzoekers”)
tegen: VLAAMSE RADIO EN TELEVISIE (hierna: “VRT”)
Feiten en procedure
1. Bij aangetekende brief van 10 januari 2005 hebben verzoekers, gebaseerd op art. 116 octies
decies §2 van het omroepdecreet (decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, geco-
ordineerd op 25 januari 1995) een verzoekschrift met klacht neergelegd tegen de VRT wegens
de voortdurende weigering om één van verzoekers of een ander lid van de Belgische Unie -
Union Belge (hierna: de “B.U.B.”) uit te nodigen in één van zijn informatieve duidingspro-
gramma’s, het laatst in een uitzending in de periode van 26 december 2004 tot 9 januari 2005.
De B.U.B. noemt zich een politieke centrumpartij voor nationale eenheid. De partij werd op-
gericht op 5 juli 2002 te Brussel. Ze nam reeds deel aan de verkiezingen van resp. 18 mei
2003 en 13 juni 2004. Verzoekers zijn bestuursleden van de B.U.B. en de meesten kwamen op
als kandidaat bij voormelde verkiezingen.
Verzoekers stellen zowel namens de B.U.B. op te treden als in persoonlijke naam. Ze betogen
dat toegang tot de media rechtstreeks de democratie aanbelangt: het recht van vrije menings-
uiting voor iedereen zonder ongeoorloofde discriminatie.
Eerste verzoeker, nationale voorzitter van de B.U.B., stuurde op 24 december 2004 een brief
naar de V.R.T. met verzoek om de B.U.B. toe te laten in haar programma “de Zevende Dag”
van 26 december 2004 of in een ander duidingsprogramma voor 1 januari 2005. N�* een ant-
woord vanwege de V.R.T. op 26 december 2004, verlengde eerste verzoeker de “deadline” tot
en met 9 januari 2005. Er werd niet op zijn verzoek ingegaan.
In hun initieel verzoekschrift vragen verzoekers de Geschillenraad te beslissen:
- dat zij namens hun politieke partij B.U.B. recht hebben op minstens een 2-wekelijkse toe-
gang tot de V.R.T., met een evenredige afwisseling tussen radio- en TV-zendtijd ;
- dat zij in de periode van twee maanden voor de verkiezingen, recht hebben op de helft van
de media-aandacht die door de V.R.T. aan de grote partijen wordt gegeven, met een ongeveer
evenredige afwisseling tussen radio- en TV-zendtijd ;
Page 2
- dat de uitzending dan ook objectief en niet-denigrerend moet zijn en dat de toegang redelijk
moet zijn ;
- dat de B.U.B. moet opgenomen worden als effectieve keuzemogelijkheid in alle opiniepei-
lingen over het stemgedrag van de kiezers die door een openbare of gesubsidieerde media-
instelling worden gepubliceerd of uitgezonden.
In hun memorie van antwoord, neergelegd ter hoorzitting van 16 februari 2005, vullen ver-
zoekers de door hen gevorderde maatregelen aan met “alleszins de V.R.T. te vermanen en te
verplichten de uitspraak uit te zenden”.
Bij brief van 28 januari 2005 heeft de V.R.T. gereageerd op voormelde klacht en de aanspra-
ken gemotiveerd betwist.
Verzoekers en de V.R.T. werden rechtsgeldig en aangetekend uitgenodigd voor de hoorzitting
van 16 februari 2005, waarop de Geschillenraad de partijen heeft gehoord in hun middelen.
Verzoekers waren vertegenwoordigd door hun raadsman meester Tim De Ketelaere, advocaat.
De V.R.T. werd vertegenwoordigd door mevrouw Hilde Minjauw, juridisch adviseur.
Over de ontvankelijkheid van de klacht
2. Volgens artikel 116 octies decies van het omroepdecreet kan eenieder die blijk geeft van
een benadeling of een belang op straffe van onontvankelijkheid uiterlijk de vijftiende dag n�*
de datum van de uitzending van het programma, een betwisting aanhangig maken bij de
Voorzitter van de Geschillenraad via een aangetekend verzonden verzoekschrift.
Luidens artikel 2 van het Reglement van orde en procedure van de Vlaamse Geschillenraad
voor Radio en Televisie van 17 mei 2000 moet een klacht, om ontvankelijk te zijn:
1°) ingediend zijn uiterlijk de vijftiende dag n�* die van de uitzending van het radio- en televi-
sieprogramma ;
2°) de naam, de hoedanigheid en het adres van de klager vermelden ;
3°) het radio- of televisieprogramma waartegen wordt opgekomen aanwijzen, met vermelding
van de naam van de betrokken omroep en van de dag en het uur waarop de uitzending is ge-
schied ;
4°) het onderwerp van de klacht aangeven, met een uiteenzetting van de redenen waarop zij
steunt en van klagers benadeling of belang bij de uitzending waartegen wordt opgekomen ;
5°) worden verzonden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van de
Geschillenraad, p/a K. Albert II-laan 7, te 1210 Brussel.
3. De Geschillenraad volgt het argument van de V.R.T. niet, waarbij gesteld wordt dat de
klacht nergens zou gericht zijn tegen een welbepaald programma, doch enkel tegen het niet
uitgenodigd of aanwezig zijn van de B.U.B. in de programma’s van de V.R.T. in het alge-
meen.
Op blz. 7 van het inleidend verzoekschrift (nr. 13) wordt het programma “de Zevende Dag”
van 9 januari 2005 uitdrukkelijk genoemd als aanleiding tot de klacht:
“Integendeel, de onwil van de V.R.T. om de B.U.B. uit te nodigen werd nogmaals bewezen
tijdens de uitzending van de Zevende Dag van 09.01.2005 waarin uiteraard niet de B.U.B. of
een andere pro-Belgische vereniging werd uitgenodigd. De V.R.T. nodigde wel een regiona-
list van de M.R., Charles MICHEL, lid van een gesplitste Franstalige partij die meewerkt met
Page 3
het F.D.F. en waartegen de B.U.B. evenzeer ageert als tegen de N-VA en het Vlaams Belang
(cfr. de B.U.B.-website). Bovendien is het opmerkelijk dat in principe geen enkele Neder-
landstalige Belg voor deze politicus een stem kan uitbrengen. Nochtans ging het debat over
een brandend actueel thema, nl. de uitstap van N-VA’ers met vrachtwagens naar Henegou-
wen op 06.01.2005, waarmee de transfers naar Zuid-België moesten gesymboliseerd wor-
den..... . Bijgevolg was het een uitgelezen kans om de B.U.B. eens in de Zevende Dag uit te
nodigen. Overigens repte de V.R.T. met geen woord over de klacht van de B.U.B. tegen de
leden van de N-VA, hoewel de actie van deze laatste ruimschoots in beeld kwam !”
.Dit middel van niet-ontvankelijkheid van de klacht faalt.
4.Enerzijds stellen verzoekers dat ze namens de feitelijke vereniging B.U.B. optreden. Ze
dienen te bewijzen dat ze hiertoe gemachtigd werden door de leden van de vereniging, doch
legden bij het neerleggen van hun verzoekschrift noch de statuten, noch enige machtiging in
die zin voor.
Verzoekers tonen derhalve niet aan dat ze op 10 januari 2005 - datum waarop aan deze voor-
waarde tot ontvankelijkheid moet zijn voldaan - op rechtsgeldige wijze de B.U.B. konden
vertegenwoordigen (zie Geschillenraad, beslissing nr. 13/2001 van 3 oktober 2001).
De recent (hangende de procedure) opgestelde verklaringen door het merendeel van de ver-
zoekers, welke ter hoorzitting werden neergelegd, doen géén afbreuk aan het ontbreken van
bewijs inzake het vereiste mandaat bij het indienen van de klacht op 10 januari 2005.
5. Anderzijds stellen verzoekers eveneens in persoonlijke naam op te treden. Hier is de Ge-
schillenraad van oordeel dat verzoekers wel een persoonlijk belang hebben, gezien ze als ver-
kiesbare kandidaat-mandatarissen (waarvan de meeste reeds hebben deelgenomen aan één of
twee verkiezingen) streven naar de verspreiding bij het publiek van hun ideeën over de orga-
nisatie van het maatschappelijk leven. Wie politiek streeft naar vertegenwoordiging in een
rechtstreeks verkozen politiek orgaan heeft een belang dat in de media wordt bericht over de
initiatieven van zijn beweging en dat deze de kans krijgt het voorgestane gedachtegoed te
verspreiden, in het bijzonder naar aanleiding van nieuwsfeiten die bijzondere raakpunten heb-
ben met dit gedachtegoed (zie Geschillenraad, beslissingen nr. 15/2001 van 3 oktober 2001,
nr. 04/2003 van 5 maart 2003 en nr. 03/2004 van 16 juni 2004). Verzoekers hebben een vol-
doende band met de grieven die zij t.a.v. de betrokken uitzending naar voor brengen.
6. De klacht is daarom ontvankelijk waar deze uitgaat van verzoekers in de hoedanigheid van
voormalig kandidaat voor een federaal of regionaal parlementair mandaat en of als bestuurslid
van de B.U.B., doch onontvankelijk namens de B.U.B.
Over de gegrondheid van de klacht
7. Politieke debatten, zoals ze in “de Zevende Dag” worden georganiseerd, zijn informatieve
programma’s in de zin van art. 23 §1, 2° van het omroepdecreet. Ze hebben een bijzondere
betekenis, omdat niet zelden deze debatten zelf nieuwsfeiten worden, waarover in de nieuws-
uitzendingen op radio en televisie en in de geschreven pers wordt bericht. Hun opbouw mag
geen aanleiding geven tot discriminatie tussen ideologische en filosofische strekkingen en ze
moeten onpartijdig worden georganiseerd.
Ook wanneer voor een debat beroep wordt gedaan op politieke mandatarissen, beschikt de
Page 4
nieuwsdienst over een ruime vrijheid bij de selectie van de uitgenodigde gasten, hetzij in
functie van hun rechtstreekse betrokkenheid bij het behandelde nieuwsfeit, hetzij in functie
van hun persoonlijkheid of als vertegenwoordiger van een politieke strekking.
Deze laatste vrijheid is evenwel in het licht van het verbod van discriminatie en de plicht van
onpartijdigheid niet onbegrensd. Wanneer één of meer politieke strekkingen niet worden uit-
genodigd tot deelname aan een politiek debat over een bepaald onderwerp, moet dit op een
redelijke en objectieve manier journalistiek en inhoudelijk kunnen worden verantwoord in
functie van het onderwerp. Zo moeten niet voor elk debat alle politieke partijen worden uitge-
nodigd, doch kan de selectie gebeuren op basis van de actuele tussenkomst van een politicus,
op grond van de zorg tot duidelijkheid en overzichtelijkheid van het programma en om andere
redelijke en objectieve redenen (Geschillenraad, beslissing nr. 15/2001 van 3 oktober 2001).
8.De V.R.T. verantwoordt de gemaakte keuze als volgt (zie haar memorie van antwoord, punt
III.2): “De Zevende Dag’ van 9 januari 2005 bevatte inderdaad een debat met Bart De Wever
(N-VA), Charles Michel (M.R.) en Guido Fonteyn (ex-journalist De Standaard en Wallonië-
kenner) n.a.v. de uitstap van enkele N-VA-ers met vrachtwagen naar Henegouwen bedoeld om
de transfers naar Wallonië te symboliseren. De bedoeling van het debat was de actie te laten
evalueren door een Waal, Charles Michel, en Bart De Wever daarmee te confronteren. Als
onafhankelijke waarnemer met een uitstekende kennis van beide landsdelen was journalist
Guido Fonteyn uitgenodigd.”
9.De Geschillenraad is van oordeel dat de V.R.T. voor de gemaakte selectie voor dit pro-
grammaonderdeel een redelijke en objectieve verantwoording geeft. De klacht is bijgevolg
ongegrond.
OM DEZE REDENEN
DE VLAAMSE GESCHILLENRAAD
Verklaart de klacht deels ontvankelijk, doch ongegrond.
Aldus uitgesproken te Brussel op 16 februari 2005 door de Vlaamse Geschillenraad voor Ra-
dio en Televisie, samengesteld uit K. Rimanque, Voorzitter ; J. Baert, L. Hellin, M. Van
Nieuwenborgh, L. Van Roy, F. Deschoolmeester, E. Verstraete en J. Kamoen, leden.
De secretaris,
De voorzitter,
Marc Chatelet
Karel Rimanque
http://72.14.221.104/search?q=cache:...&ct=clnk&cd=17
__________________
Het Oosten: De kiezer heeft niet altijd gelijk.
De kiezer heeft alleen gelijk als hij stemt zoals Het Oosten het zou willen.
|