Los bericht bekijken
Oud 30 oktober 2003, 21:37   #25
Darwin
Banneling
 
 
Darwin's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 14 augustus 2002
Berichten: 5.668
Standaard

Om het ontstaan van het Christendom te kunnen begrijpen moeten we zien een beter idee of voorstelling te kunnen hebben van de wereld rond de Middellandse zee, zo'n 2000 jaar geleden.

Blijkbaar was er in die tijd en op die plaats toch reeds een bepaalde evolutie aan de gang in het godsdienstig leven die een en ander bevorderde :


DE OOSTERSE MYSTERIEGODSDIENSTEN: VAN POLYTHEÏSME NAAR MONOTHEÏSME

Na zijn dood in 14 n.Chr. werd al snel duidelijk dat Augustus voor een verloren zaak had gestreden. De oude Republiek was oppervlakkig hersteld, maar de mentaliteitsweiziging waar hij op gehoopt had was er niet gekomen. De Republikeinse instellingen bestonden nog slechts in naam en waren in de macht van de nieuwe keizers die zich meer en meer als Hellenistische koningen gingen gedragen. Ook de bevolking, nu burgers van een gehelleniseerd wereldrijk, was niet meer geïnteresseerd in de traditionele waarden en zeden van de primitieve landbouwgemeenschap die Rome eens was geweest. Na Augustus kwam er op religieus gebied dan ook opnieuw een grote invloed uit het Hellenistische Oosten.

Onder Augustus' opvolger Tiberius bleef de Hellenistische cultus van de Egyptische Goden Isis en Serapis nog verboden, maar Caligula liet reeds buiten Rome een Isistempel bouwen. Zijn opvolger Claudius schijnt zelfs de Kleinaziatische Cybele te hebben begunstigd om als tegenhanger te dienen voor de al te populaire Isis. Deze Egyptische Godin bereikte haar hoogtepunt nochtans pas begin 3de eeuw, wanneer keizer Caracalla in het centrum van Rome een tempel liet oprichten voor de Egyptische Goden. Syrische Goden als Atargatis deden aanvankelijk hun intrede in Rome door de aanvoer van slaven uit deze streek. In de loop van de 3de eeuw kende Rome echter een aantal keizers van Syrische afkomst die de in Syrië populaire zonnecultus begunstigden. Onder keizer Elagabal werd de gelijknamige Syrische zonnegod Elagabal, door de Romeinen meestal Sol Invictus genoemd, zelfs tot oppergod verheven. Dit leidde tot de aanstelling van pontifices Solis. Ook de 4de eeuwse keizer Constantijn, die zich later tot het Christendom zou bekeren, was blijkbaar een aanhanger van Sol Invictus. Geen van deze Goden kende echter het succes van de Perzische Mithras, die vooral vanaf de 1ste eeuw n.Chr. opgang maakte in het Romeinse Rijk. Deze cultus sloot goed aan bij de officiële keizerscultus en de traditionele mythologie en werd in tegenstelling tot o.a. de Cybelecultus niet gekenmerkt door allerlei uitspattingen. Een aantal keizers hebben de Mithrascultus dan ook bevorderd en ten tijde van Diocletianus was het de belangrijkste keizerlijke religie. De opkomst van het Christendom verliep gelijktijdig met die van Mithras, maar als tegenstanders van de keizerscultus en de traditionele religie werden de Christenen zoveel mogelijk tegengewerkt door de keizers.

Deze Oosterse culten werden doorheen het Rijk verspreid via rondreizende handelaren, ambtenaren, soldaten en via de slavenhandel, vooral in de steden en de legioenplaatsen en in veel mindere mate op het platteland. Kenmerkend is dat het hier vooral om mysterieculten gaat. In tegenstelling tot de traditionele religie bezaten ze wel degelijk een leer. Deze leer was bovendien geheim en werd aan de ingewijden geopenbaard op periodieke bijeenkomsten die ontoegankelijk waren voor niet-ingewijden. Om toegang te krijgen tot deze geheime kennis moesten de leden bepaalde rituelen uitvoeren. Met de mysteriegodsdiensten maken de Romeinen dan ook eigenlijk voor het eerst kennis met een echte godsdienst naar hedendaagse normen die sterk verschilt van de traditionele religie. Ze stonden allen in meer of mindere mate onder invloed van het Gnosticisme, een filosofisch-religieuze beweging die Grieks-filosofische elementen combineerde met Oosterse religieuze ideeën.

Het succes van deze culten is dan ook gemakkelijk te verklaren. Typisch Gnostisch is het samengaan van religie en kennis, wat de indruk geeft dat de cultus een grotere diepgang heeft dan de inhoudsloze traditionele Grieks-Romeinse religie. Dit werd nog eens benadrukt door het geheime karakter ervan en het groepsgevoel bij de leden. In feite gaat het hier om sekten die meer zekerheden en spiritualiteit boden dan de traditionele individuele en formalistische religie. In de leer zelf nam de strijd tussen goed en kwaad een belangrijke plaats in, een Oosterse, vooral Perzische gedachte die in feite totaal nieuw was voor de Grieken en Romeinen en die vanwege haar simplisme snel populair kan worden, maar zich ook gemakkelijk leent tot fundamentalistische misbruiken als godsdienstoorlogen en religieuze vervolgingen. Bovendien neigden de mysterieculten naar monotheïsme. Hoewel de aanhangers van een mysteriecultus, het Christendom uitgezonderd, in theorie nog steeds andere Goden mocht vereren, hadden zij hier wellicht weinig behoefte aan en beschouwden zij hen als ondergeschikt. Verder schijnt een belangrijk deel van hun leer te hebben bestaan uit de belofte van een leven na de dood. Vooral in de nogal ongelukkige 3de eeuw was dit een belangrijk aspect. De traditionele religie stelde bij wijze van een hiernamaals in het beste geval slechts een miserabel bestaan als een soort geesten in de onderwereld - het rijk van Pluto (Hades) - in het vooruitzicht, maar besteedde er eigenlijk weinig aandacht aan. Dit werd oorspronkelijk gecompenseerd door de verbondenheid met de familie en het Romeinse volk. Aanvankelijk zorgde de Romeinse eenheid en haar waarden voor samenhang en de staatscultus stond hier in feite ten dienste van. Omstreeks de 3de eeuw was de Romeinse eenheid evenwel zo goed als verdwenen. Begin 3de eeuw hadden alle vrije inwoners van het Romeinse Rijk immers het Romeins staatsburgerschap ontvangen en eerder al waren de keizers zelf afkomstig geweest van alle uithoeken van het Rijk. Deze nieuwe Romeinen met hun verschillende culturele achtergrond hadden geen boodschap meer aan de traditionele Romeinse waarden en de stad Rome was ook niet meer het centrum van de wereld, maar slechts één van de vele steden binnen het Rijk. Dit verdwijnende nationalisme werd opgevangen door de nieuwe religies. Ietwat overdreven gesteld zou men kunnen zeggen dat de Romeinse staatsideologie evolueerde van een bijna atheïstisch fascisme naar religieus fundamentalisme.


http://sg.geocities.com/vdv190r/004001.htm#08
Darwin is offline   Met citaat antwoorden