Het Belang van de Europese Grondwet
Volgens de politiek is de Europese Unie in een crisis beland ten gevolge van het falen van het ontwerp voor een Europese Grondwet. Maar is er wel degelijk reden om van een crisis te spreken en zo ja, wat kan de EU doen om uit de impasse te raken en herhalingen in de toekomst te vermijden?
Allereerst moet benadrukt worden dat de gewenste invoering van het ontwerp niet slechter getimed kon worden. Het politieke klimaat was verre van gunstig voor de EU. De omschakeling naar de euro was nog maar net gebeurd of er volgde al meteen een golf van kritiek die er op neerkwam dat alles duurder was geworden. Daarenboven had de EU ook net de tien nieuwe lidstaten ontvangen en even later gevoelige toetredingsonderhandelingen met Turkije geopend.
Deze ingrijpende veranderingen konden door de Europese bevolking op zo’n korte termijn moeilijk verteerd worden. Er was met andere woorden behoefte aan een pauze. Hoewel het Europese project enkele belangrijke stappen voorwaarts had geboekt, was dit voor de mensen zo snel gegaan, dat zij niet de nodige tijd voor bezinning hadden om zich te kunnen identificeren met het vernieuwde concept.
Daarnaast werd het debat ondergraven door de vergissing om een verdrag als een grondwet te willen bestempelen. Nog steeds bestaat voortdurende discussie over de vraag of het ontwerp nu als een verdrag of als een grondwet dient gekwalificeerd te worden. Zelfs binnen de Europese Conventie heeft hierover nooit duidelijkheid bestaan. Vice-voorzitter Dehaene zag in de tekst een ‘grondwettelijk verdrag’ terwijl voorzitter Giscard d’Estaing uitdrukkelijk stelde dat het ontwerp enkel als een grondwet kan gekenmerkt worden.
Gezien de EU niet de kenmerken van een staat draagt, is het ontwerp uiteraard een verdrag en geen grondwet. In zekere zin is de tekst weliswaar een verdoken amendering van de bestaande verdragen. De basis van het acquis communautaire werd in feite samengebundeld in één tekst en hier en daar werd een stapje verder gegaan. In dit opzicht bestaan er geen ingrijpende verschillen met de herzieningen en vereenvoudigingen van de Europese verdragen in Maastricht, Amsterdam of Nice.
Vanwege de ongelukkige beslissing om een verdrag aan te duiden als een grondwet, ligt het voor de bevolking moeilijker om het ontwerp te aanvaarden, alleen al door de psychologische impact van de term.
Omwille van dezelfde reden zou het overigens ook ingewikkelder worden om de tekst nadien nog te wijzigen, indien deze werd aangenomen. De Europese Grondwet zou immers een sterk moreel gezag genieten en zich niet zo snel laten wijzigen als het Verdrag, hoewel beiden aan dezelfde herzieningsprocedure onderworpen zijn.
Daarenboven geeft het ontwerp zeker nog geen afgewerkte indruk van de EU. Het zou dus onverstandig zijn om het proces van vooruitgang te laten vastroesten omwille van een misplaatste woordkeuze. Indien de EU zich éénmaal begint te bestendigen als een coherent systeem in een enigszins voltooide vorm, dan zal de tijd eerder aangebroken zijn voor een grondwet. Nu is het te vroeg voor een rigide tekst die de vooruitgang van de EU enkel zou vertragen.
Indien men dus van een crisis binnen de EU kan spreken, dan mag men zich terecht afvragen of deze niet deels het gevolg is van een verkeerde perceptie. Het lijkt onvermijdelijk dat de politiek de idee van een Europese Grondwet even zal moeten laten varen, om tegelijkertijd de essentiële inhoud ervan neer te leggen in de verdragen.
De inhoud van het ontwerp betekent immers een belangrijke stap voorwaarts. Het is een evidentie dat diverse bepalingen uit het ontwerp aanbeveling verdienen in de uitgebreide EU die geconfronteerd wordt met de uitdagingen van de globalisatie. Daarbij kan men denken aan de mogelijkheid voor lidstaten om uit de EU te stappen, het recht op burgerinitiatief voor een wetsvoorstel, een vereenvoudigde methode van stemmen, controle van de immigratie, de betrokkenheid van de nationale parlementen bij de besluitvorming, een aangestelde voorzitter van de Europese Raad voor een termijn van meerdere jaren of de uitdrukkelijke toekenning van rechtspersoonlijkheid voor de EU en afschaffing van de pijlerstructuur.
Alle wenselijke bepalingen ten spijt, behoort een grondwet niettemin een bondig en overzichtelijk handvest te zijn van de basisstructuren en waarden binnen de EU en niet een ingewikkeld document van meer dan 250 pagina’s dat zelfs door de ontwerpers in essentie niet eensgezind kan worden uitgelegd. Daarenboven vereist een grondwet een ruime steun van de bevolking. Hoewel één van de doelstellingen van de Europese Grondwet inhoudt dat de burger meer bij de EU dient betrokken te worden, was men aan dit doel reeds voorbij geschoten bij de opstelling van het ontwerp in de Europese Conventie. Valéry Giscard d’Estaing, Jean-Luc Dehaene en Giuliano Amato konden met de Europese Conventie onvoldoende legitimiteit bieden voor de opstelling van een aanvaardbaar ontwerp. In zekere zin was de verwerping van het ontwerp na de referenda in Frankrijk en Nederland dus een gelukkige beslissing.
Hoewel politici vaak wijzen op een crisis, kan de EU op langere termijn versterkt uit de hele kwestie komen. Er is meer gelegenheid ontstaan voor een transparante en effectieve grondwet, voorafgegaan door een uitgebreid politiek en maatschappelijk debat. Dit debat is nu volop bezig dankzij het falen van het vorige ontwerp. Naast enkele voorstellen betreffende opmerkelijke verbeteringen in de institutionele structuur van de EU, is het vooral hier dat het belang ligt van de Europese Grondwet.
De EU heeft wijselijk beslist om een periode van bezinning en debat in te lassen. Alle lidstaten moeten het ontwerp ratificeren voor het in werking kan treden. Het is duidelijk dat die dag niet in de nabije toekomst zal aanbreken. Afgezien van de afkeuring door Frankrijk en Nederland, heeft het Verenigd Koninkrijk al meermaals duidelijk te kennen gegeven dat het onmogelijk kan instemmen met een Europese Grondwet. De fictie van een Europese Grondwet is echter onbelangrijk en de weg ligt nu weer open voor de uitwerking van het Europese project volgens de klassieke manier van de verdragsherzieningen. Er wordt verwacht dat het voorzitterschap van de Europese Raad door Duitsland vanaf januari weer nieuwe vooruitzichten zal bieden. Desondanks heeft Bondskanselier Angela Merkel al duidelijk te kennen gegeven dat zij een nieuwe poging wenst te wagen om te Europese Grondwet nieuw leven in te blazen. Een nieuwe faling is in de maak...
Laatst gewijzigd door Dycore : 19 januari 2007 om 23:28.
|