Het aantal mensen dat in ons land beroep doet op een leefloon is begin dit jaar met 15 procent gestegen tegenover vorig jaar. Dat blijkt uit het jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting van de Universiteit Antwerpen (UA).
Ook andere bodemuitkeringen, zoals de gewaarborgde gezinsbijslag, zijn gestegen. Begin 2003 leefden bijna 400.000 mensen van een bodemuitkering.
De stijging van het aantal mensen met een leefloon is voor de helft te verklaren door het feit dat samenwonenden nu elk een leefloon krijgen in plaats van een gezinsuitkering. Verder verklaren de onderzoekers de toename door de economische terugval en door de stijging van het bedrag van het leefloon met 4 procent. Tenslotte lijkt het er volgens de vorsers op dat steeds minder mensen schroom hebben om een leefloon aan te vragen.
Het aantal leefloontrekkenden, bijna 78.000 in totaal, stijgt in alle provincies, behalve in West-Vlaanderen. De stijging is vooral opvallend in grote steden als Brussel (+31 procent, hier is het aantal met één derde gestegen) en Antwerpen (+37 procent). Een kwart van de leefloontrekkenden is jonger dan 25 jaar.
Ook de andere bodemuitkeringen zitten in stijgende lijn: het aantal gezinnen met een gewaarborgde gezinsbijslag nam eind 2002 toe met 9,5 procent tegenover 2001. Ook de stijging van de tegemoetkomingen voor personen met een handicap zet volgens de onderzoekers door. Het aantal mensen met een inkomensgarantie voor ouderen of een gewaarborgd inkomen voor bejaarden is begin 2003 ongeveer hetzelfde als het jaar voordien.
|