Momenteel is een werkgroep actief, ik maak er als ondervoorzitter van het Benelux-parlement trouwens deel van uit, met het hertekenen van de toekomst van de Benelux. De oorspronkelijke doelstellingen zijn bereikt, het verdrag loopt ten einde.
De structuur bewijst tot op vandaag zeker haar nut. Ik denk hierbij aan praktische zaken waaronder het organiseren van het grensoverschrijdend ambulancevervoer. Ook in de Europese context bewijzen associaties van kleine landen hun nut. Tussen de Benelux en de Baltische staten wordt vandaag bijvoorbeeld nauw samengewerkt.
In het verleden was de Benelux als het ware de motor van de Europese Unie. Ik ben er van overtuigd dat dit ook in de toekomst mogelijk kan zijn. Bij de organisatie en het bepalen van de bevoegdheden van de nieuwe structuur moet het subsidiariteitsprincipe centraal staan. Enkel die domeinen waarvoor het nationale niveau ontoereikend is en het Europese niveau geen efficiënte opvolging kan garanderen kunnen aan Benelux-niveau toegekend worden.
Momenteel is het Benelux-parlement samengesteld uit vertegenwoordigers van de nationale parlementen. Als liberaal ben ik uiteraard voorstander van rechtstreekse verkiezingen van het bestuur van een dergelijke assemblee. De verkiezing moet uiteraard wel samenvallen met andere verkiezingen. De burger motiveren om nogmaals naar de stembus te trekken zou immers onmogelijk zijn. Het rechtstreeks verkiezen van deze assemblee vereist uiteraard dat de burger over de werking, de doelstellingen, de realisaties, … ervan zou worden ingelicht. Trouwens, ook zonder rechtstreekse verkiezingen moet de informatieverstrekking geoptimaliseerd moeten worden.
Wat de problematiek van de talen betreft ben ik van mening dat er zich op dit vlak geen problemen voordoen. De communicatie wordt zowel in het Nederlands als in het Frans gevoerd. Alle parlementsleden kunnen zich perfect verstaanbaar maken. Het erkennen van andere talen, bijvoorbeeld het Duits, als officiële taal zou mijns inziens vooral extra kosten met zich meebrengen terwijl het voor de werking van de assemblee overbodig is. Voor wat betreft de communicatie, de informatieverstrekking naar de burger toe, is dit wel wenselijk.
Om op de vraag van 1handclapping te antwoorden: binnen de structuur van het Benelux-parlement vergaderen de politieke families over de landsgrenzen. Er is met andere woorden zowel samenwerking tussen de landen als tussen de politieke families.
|