De beperking van de vrije mening gaat steeds verder in onze Orwelliaanse plutocratie. Zo roept Marc Verwilghen (Open VLD) de private postverdelers op om een protocolakkoord te sluiten met het zogenaamde Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding tegen de verspreiding van alle vormen van racistische boodschappen.
De Post en het Centum ondertekende eerder reeds een protocol waarbij de Post zich engageert het Centrum te raadplegen indien er twijfel bestaat over het al dan niet bevatten van een racistische boodschap. Tussen 1998 en 2006 gaf het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding zo’n 200 adviezen. In 13 procent van de gevallen werd aangeraden de post niet te verspreiden. In september werd de samenwerking tussen het Centrum en Post verlengd.
Volgens minister Verwilghen komen er echter nog pamfletten met een racistische boodschap terecht in de brievenbussen. Die worden via private postverdelers verspreid. Daarom vraagt Verwilghen hen om net zoals de Post een protocolakkoord af te sluiten met het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding. “Racisme mag geen kans krijgen in onze samenleving en het ondertekenen van dit protocol door de private verdelers, zou een belangrijke stap betekenen in de strijd tegen discriminatie en vooroordelen”, aldus Marc Verwilghen.
Daarnaast is het nog het recente wetsvoorstel van Koen T’Sijen (Spirit) dat naast de "negationismewet" en de "anti-racismewet" een nieuwe muilkorfwet wil toevoegen. Op 15 maart 2007 diende hij zijn ‘
Wetsvoorstel betreffende het verbod op racistische, negationistische en neonazistische organisaties’ in. Hieronder de volledige tekst. Meer info ook op de website van T’Sijen.
Citaat:
WETSVOORSTEL
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Artikel 2
Elke organisatie van private personen wiens oogmerk of activiteiten gekenmerkt worden door racistische, xenofobe, autoritaire of totalitaire opvattingen of bedoelingen, ongeacht of ze van politieke, ideologische, confessionele of filosofische aard zijn, die theoretisch of in de praktijk strijdig zijn met de beginselen van de democratie of de mensenrechten, met de goede werking van de democratische instellingen of andere grondslagen van de rechtstaat, is verboden.
Artikel 3
Desgelijks is ook verboden het optreden in het openbaar van private personen in groep waarvan de activiteiten gekenmerkt worden door racistische, xenofobe, autoritaire of totalitaire opvattingen of bedoelingen, ongeacht of ze van politieke, ideologische, confessionele of filosofische aard zijn, die theoretisch of in de praktijk strijdig zijn met de beginselen van de democratie of de mensenrechten, met de goede werking van de democratische instellingen of andere grondslagen van de rechtstaat.
Artikel 4
§ 1. Met gevangenisstraf van één maand tot één jaar en met geldboete van 1 euro tot 25 euro, of met een van die straffen alleen, onverminderd de gebeurlijke toepassing van strengere strafbepalingen, worden gestraft zij die, met overtreding van artikel 2, een organisatie oprichten, zij die, met overtreding van artikel 3, een groepsgewijze optreden organiseren, zij die hun steun verlenen en zij die er deel van uitmaken.
§ 2. Het materiaal en alle voorwerpen die de organisatie met overtreding van artikel 2, van dienst zijn of bestemd zijn om hun van dienst te zijn, worden in beslag genomen. De rechtbank gelast de verbeurdverklaring van de in dit artikel bedoelde voorwerpen, zelfs indien deze niet aan de veroordeelde toebehoren.
Artikel 5
Met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van 1 euro tot 10 euro, of met een van die straffen alleen, worden gestraft zij die, tijdens een betoging of naar aanleiding van een betoging, tijdens een vergadering of naar aanleiding van een vergadering in het bezit worden bevonden van een voor de openbare veiligheid gevaarlijk voorwerp.
Indien dat voorwerp een wapen is, bedraagt de gevangenisstraf twee maanden tot één jaar en de geldboete 5 euro tot 125 euro.
Het voorwerp wordt in beslag genomen en de verbeurdverklaring ervan wordt uitgesproken, zelfs indien het voorwerp niet aan de veroordeelde toebehoort.
Artikel 6
Al de bepalingen van Boek I van het Wetboek van Strafrecht, waarvan bij deze wet niet wordt afgeweken, zijn van toepassing op de bij deze wet voorziene misdrijven. Van die misdrijven wordt kennis genomen door de correctionele rechtbanken.
Artikel 7
Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt
|