Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Jan van den Berghe
Indien u dat letterlijk leest, heeft u gewoon geen enkel idee van de vormentaal in het Oudhebreeuws. 144.000 is een vorm van getallensymboliek die men ook op andere plaatsen van de bijbel nog vindt. 144.000 wijst op 12 maal 12 maal 1000. Twaalf is reeds het getal voor wat afgerond is. 12x12 staat dan voor de onmiskenbare volmaaktheid, terwijl 1000 in het Oudhebreeuws staat voor de ontelbare menigte.
|
12 staat nog steeds voor de 12 stammen van Israel
(x 12
x 1000 (10 x 10 x 10 = volledigheid x volledigheid x volledigheid))
Uit elke stam 12000, nietwaar?
Openbaring 7:4-8
4 En ik hoorde het getal dergenen, die verzegeld waren: honderd vier en veertig duizend waren verzegeld uit alle geslachten der kinderen Israëls.
5 Uit het geslacht van Juda waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Ruben waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Gad waren twaalf duizend verzegeld;
6 Uit het geslacht van Aser waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Nafthali waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Manasse waren twaalf duizend verzegeld;
7 Uit het geslacht van Simeon waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Levi waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Issaschar waren twaalf duizend verzegeld;
8 Uit het geslacht van Zebulon waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Jozef waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Benjamin waren twaalf duizend verzegeld.
Dit is de vorm zoals in openbaring vermeld. En het duid daadwerkelijk op 144.000, die inderdaad een betekenis hebben van compleetheid.
De ontelbare menigte volgt verder in openbaring.
Openbaring 7:9
9 Na dezen zag ik, en ziet, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natie, en geslachten, en volken, en talen, staande voor den troon, en voor het Lam, bekleed zijnde met lange witte klederen, en palm takken waren in hun handen.
Als je graag de 144000 uitlegt als ontelbaar, hoe verklaar je dan bovenstaande tekst?