Minister
Geregistreerd: 23 oktober 2005
Locatie: Vlaanderen
Berichten: 3.458
|
Nederlanse annexatieplannen van Duits grondgebied na WO II
Citaat:
Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog gingen in Nederland stemmen op tot annexatie van Duits grondgebied ter compensatie voor de geleden oorlogsschade. In oktober 1945 vroeg de Nederlandse staat van Duitsland een schadevergoeding van 25 miljard gulden, maar in februari van dat jaar was op de conferentie van Jalta reeds bepaald dat herstelbetalingen enkel werden gegeven in natura en niet in de vorm van liquide middelen.
Bevrijding
In het eerste jaar na de bevrijding werden tientallen pamfletten en brochures uitgegeven die gebiedsuitbreiding met het territorium van het voormalige Derde Duitse Rijk propageerden, bij voorkeur zonder de autochtone Duitse bevolking. Diverse hooggeplaatste figuren, waaronder toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Eelco Nicolaas van Kleffens, ventileerden in deze geschriften hun eigen ideeën met betrekking tot gebiedsuitbreiding. Daarbij verschilden de meningen sterk over tot hoever gebiedsuitbreiding moest plaatsvinden. De een wilde slechts enkele grenscorrecties, de ander trok de nieuwe grens tot voorbij Hamburg.
De voorstanders van de annexatie verenigden zich in diverse plaatselijke comités. Op 19 juni 1945 werd het Haagsch Comité tot onderzoek van het vraagstuk der gebiedsuitbreiding van Nederland opgericht. Op een vergadering van dit comité op 12 juli 1945 werd besloten dit comité te splitsen in de Studiegroep Gebiedsuitbreiding, welke zich zou bezig gaan houden met het onderzoek naar mogelijke gebiedsuitbreiding, en het Comité van Actie, dat als primaire functie had om het Nederlandse volk voor te lichten over de plannen. Laatstgenoemd comité kreeg zes dagen later, op 18 juli, de naam Nederlandsch Comité voor Gebiedsuitbreiding. De Studiegroep Gebiedsuitbreiding stond onder leiding van dr. Ph. J. Idenburg. Voorzitter van het Nederlands Comité voor Gebiedsuitbreiding werd voormalig minister van Financiën Johannes van den Broek. Op 25 augustus 1945 werd door minister Van Kleffens de Staatscommissie ter Bestudering van het Annexatievraagstuk opgericht, welke onder leiding van K. Vorrink in mei 1946 met een eindrapport betreffende het annexatievraagstuk moest komen.
De Studiegroep Gebiedsuitbreiding stelde allerlei werkgroepen in die over hun studiebevindingen rapport uitbrachten. Het eindoordeel van de Staatscommissie ter Bestudering van het Annexatievraagstuk zou grotendeels worden gebaseerd op de resultaten van deze studiegroep. Het Nederlandsch Comité voor Gebiedsuitbreiding zorgde voor de publicatie van de vorderingen van de studiegroep door middel van het uitgeven van brochures en het houden van lezingen. Het annexatievraagstuk leidde echter tot heftige discussies, waardoor bepaalde groeperingen hun eigen lijn trokken en onder andere de Annexatiecommissie van de Stichting voor den Landbouw oprichtten.
Frits Bakker Schut
Het best uitgewerkte annexatievoorstel was dat van dr. ir. Frits Bakker Schut (1903). Bakker Schut was de directeur van de Rijksdienst voor het Nationale Plan. Hij was secretaris van het Nederlands Comité voor Gebiedsuitbreiding en verder lid van de Staatscommissie voor de bestudering van het Annexatievraagstuk en van de Studiegroep Gebiedsuitbreiding. Hij stelde in zijn gebiedsuitbreidingsplan voor om een groot deel van het noordwesten van Duitsland te annexeren. Al het land ten westen van de lijn Wilhelmshaven-Osnabrück-Hamm-Wesel zou bij Nederland moeten worden gevoegd, evenals het land ten oosten van Limburg, waarbij de grens werd gevormd door de loop van de Rijn tot dicht bij Keulen en dan afbuigend richting Aken in het westen. In deze A-variant van het Bakker Schut-plan werden onder andere de grote steden Aken, Keulen, Münster, Oldenburg en Osnabrück geannexeerd. Bakker Schut had het dan ook over de Wezergrens en eindigde zijn schrijven met de leus Nederland's grens kome aan de Wezer. In een kleiner plan B werden de West-Rijnlandse steden Keulen, Mönchengladbach en Neuss niet geannexeerd. In een derde optie, plan C, was het voorgestelde annexatieplan veel kleiner. Het omvatte gebied ten westen van Varel, het gehele Emsland, het gebied rondom Wesel tot bij Kleef.

Te annexeren gebieden volgens het Bakker Schut-plan

De te annexeren gebieden volgens het Bakker Schut-plan. Tot plan A behoorden alle ingekleurde gebieden, voor plan B werden de gele gebieden weggelaten en plan C omvatte enkel de paarsgekleurde districten.
De gebieden die volgens het plan van Bakker Schut zouden moeten worden geannexeerd waren de toenmalige districten (Landkreise) en stadsdistricten (kreisfreie Städte):- Norden-Emden (plan A, B en C)
- Wittmund (plan A, B en C)
- Jever-Varel (plan A, B en C)
- Aurich (plan A, B en C)
- Weener-Leer (plan A, B en C)
- Ammerland (plan A en B)
- Oldenburg-Stadt (plan A en B)
- Aschendorf-Hümmling (plan A, B en C)
- Cloppenburg-Friesoythe (plan A en B)
- Meppen (plan A, B en C)
- Vechta (plan A en B)
- Grafschaft Bentheim (plan A, B en C)
- Lingen (plan A, B en C)
- Bersenbrück (plan A en B)
- Ahaus (plan A, B en C)
- Steinfurt (plan A, B en C)
- Tecklenburg (plan A en B)
- Osnabrück Stadt (plan A en B)
- Osnabrück Land (plan A en B)
- Münsterland (plan A en B)
- Borken (plan A, B en C)
- Coesfeld (plan A, B en C)
- Münster Stadt (plan A en B)
- Kleef (plan A, B en C)
- Rees (plan A, B en C)
- Lüdinghausen (plan A en B)
- Geldern (plan A, B en C)
- Moers (plan A en B)
- Kempen-Krefeld (plan A en B)
- Krefeld-Uerdingen (plan A en B)
- Erkelenz (plan A en B)
- Mönchengladbach (plan A)
- Neuss (plan A)
- Grevenbroich (plan A)
- Heinsberg-Geilenkirchen (plan A en B)
- Julich (plan A en B)
- Bergheim (plan A)
- Köln (plan A)
- Aachen Stadt (plan A en B)
- Aachen Land (plan A en B)
- Düren (plan A en B)
Motivatie
Alhoewel delen van het op te eisen gebied (onder andere Hertogdom Kleef, Gulik en Neder-Benthem) vroeger deel hadden uitgemaakt van later Nederlands geworden gebiedsdelen en de Nederlandse taal en cultuur in Oost-Friesland een grote invloed hadden gehad, was Bakker Schut zich ervan bewust dat dit gebied moeilijk slechts op historische gronden kon worden opgeëist. Daarom motiveerde hij de aanstaande gebiedsuitbreiding verder met argumenten als machtsvergroting en grotere veiligheid voor de Nederlandse staat. Verder zag hij de annexatie als compensatie voor geleden oorlogsschade en als deel van te voeren bevolkingspolitiek. In tegenstelling tot wat verwacht zou worden, achtte hij na inventarisatie de bodemschatten die het te annexeren gebied rijk was (onder andere steenkool, bruinkool, turf en aardolie) van onvoldoende belang bij de motivering voor annexatie. In zijn ogen zou namelijk zelfs een eventuele overdracht van het gehele Ruhrgebied aan Nederland een te lage schadevergoeding zijn.
Gedwongen verhuizing
Een groot twistpunt in zijn uitbreidingsplan was de voorgestelde gedwongen verhuizing van de autochtone Duitse bevolking. Miljoenen Duitsers zouden moeten worden verdreven naar de overgebleven Duitse gebieden, omdat de vrees bestond dat uitbreiding van de Nederlandse bevolking van 9 naar 11 miljoen burgers problemen zou opleveren in de voedselvoorziening. Een pamflet, luidend Oostland - Ons Land had een compleet schema opgesteld waarvolgens de bevolking zou kunnen worden uitgewezen, te beginnen bij alle inwoners van gemeenten met een bevolkingsaantal boven de 2500, alle (voormalige) leden van de NSDAP en verwante organisaties en alle bewoners die zich na 1933 in het gebied hadden gevestigd. In uitzonderingsgevallen konden de bewoners verzoeken tot naturalisatie tot Nederlander, bijvoorbeeld indien zij zich gedurende de oorlog hadden ingezet voor de Nederlandse staat, indien zij in hun dagelijks gebruik Nedersaksisch pleegden te spreken in plaats van Duits, indien zij geen familieleden tot in de tweede graad hadden in Duitsland of indien zij zelf het Nederlandschap wensten te verwerven.
Nederlandse namen
Verder werd reeds bedacht welke Nederlandse namen de steden en gebieden in het te annexeren gebied moesten krijgen. Voor veel van de steden was reeds een oud Nederlands equivalent beschikbaar. De tabel hieronder geeft een kleine greep uit de voorgestelde veranderingen.
Voorgestelde plaatsnamen Oorspronkelijke Duitse namen Aken Aachen Emmelkamp Emlichheim Emmerik Emmerich Geelkerken Geilenkirchen Gelderen Geldern Gogh Goch Gulik Jülich Hoog Elten Hoch-Elten Jemmingen Jemgum Kleef Kleve Keulen Köln Meurs Moers Monniken-Glaabbeek Mönchengladbach Munster Münster Neder-Benthem Bad Bentheim Nieuwenhuis Neuenhaus Noordhoorn Nordhorn Osnabrugge Osnabrück Veldhuizen Veldhausen Wezel Wesel Zelfkant Selfkant Zwilbroek Zwillbrock
|
Nederland heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog ook héél hard geleden net zoals bv. Polen, en als je ziet welke Duitse gebieden die allemaal gekregen hebben. (natuurlijk hebben ze zelf ook terrein verloren aan de Sovjet-Unie)
Had u liever dat het Bakker Schut Plan echt gebeurd was of niet? Wou u ook enkel kleine grenscorrecties of moest Nederland plots aan Hamburg grenzen? Indien u in een bep. mate voorstander was van dit plan, wat zou u dan aangevangen hebben met de autochtone Duitse bevolking?
__________________
Atmosphere quote .... zichzelf en valt door de mand als dubbelaccount:
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door atmosphere
Het ernstige van uw schrijven is dat velen in Israel er echt zo over denken
|
Laatst gewijzigd door DebianFox : 3 juni 2007 om 15:41.
|