Los bericht bekijken
Oud 28 december 2003, 18:48   #1
johan
Provinciaal Gedeputeerde
 
johan's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 26 augustus 2002
Berichten: 886
Stuur een bericht via Instant Messenger naar johan
Standaard

Speciaal voor Piano : gruweldaden gepleegd door zogenaamde verzetstrijders.
Belgische beulen tegen hun eigen volk.
De schande van het verzet.

Meer gruweldaden van Belgische partizanen, OF, Witte Brigade en andere “patriotten”...
Lees het Zwartboek der Zwarten op
http://home.arcor.de/sterik/tofrom03.htm

Deze feiten zijn intussen 60 jaar geleden gebeurt. De Vlaamse beweging pleit al jaren voor Amnestie en voor eerherstel voor de politieke en militaire collaborateurs. (Niet voor verklikkers)
Integenstelling tot figuren zoals Piano pleit de Vlaamse beweging voor verzoening .
Piano rakelt stelselmatig éénzijdig feiten uit het verleden op. Als reactie op zijn topic deze gruwelijke misdaden gepleegd door lieden die zich ten onrechte verzetstrijders durfden en durven noemen.

BREENDONCK
Op 26 September 1944 wort de Heer Camille A. Poleunus opgeroepen door de groep «Athos» van de Belgian Intelligence Service ten einde inlichtingen te verstrekken. Tijdens de ondervraging zegt Poleunus dat hij een auto bezit die de nummerplaat 451.300 draagt. De ondervraging wordt stopgezet, Poleunus onmiddellijk aangehouden en naar Breendonck overgebracht. Hij wordt er op vuistslagen, schoppen, slagen met de kolf van het geweer, de mitraillette of de revolver, kloppen met planken of zweepslagen onthaald. Zo wordt hij voor luitenant de Meester geleid die hem ervan beschuldigt veertien dagen geleden de post van Breendonck met machinegeweren te hebben bestookt. Het vuur werd geopend uit een wagen waarvan de laatste drie cijfers der nummerplaat 300 waren. Op die datum was Poleneus niet meer in het bezit van zijn wagen. Bewijzen die hij aanhaalt worden niet aanhoord en wederom wordt hij met slagen overladen. Hij weigert de feiten te erkennen, waarvan hij nu de eerste letter verneemt. De luitenant, dol van woede, rukt hem de bril af, berooft hem van zijn brieventas die de som van 10.800 fr. bevat, zijn uurwerk, gouden briquet, vulpen en zilveren portemine, ringen en kostbare manchetknopen Bij de eerste vraag van de luitenant : «Gij bekent?» geeft Poleneus een ontkennend antwoord. Op een teken van de Meester krijgt de «beschuldigde» een hevige slag met een pook op het hoofd. De tweede maal krijgt hij de slag op de bovenlip die afgerukt wordt en waarbij twee tanden gebroken worden, Bij de derde slag wordt de rechter wenkbrauw afgerukt en de oogappel doorboord. De ondervraging wordt stopgezet en het verblinde en bloedend slachtoffer, door een lange gang waar een haag van PA hem opwacht en slagen toebrengt, naar het cachot gebracht. Dank zij de goede zorgen van een eveneens aangehouden geneesheer kon het linker oog gered worden. Het rechteroog is reddeloos verloren.

In de cellen van Breendonck is het ijskoud en vochtig. De gevangenen slapen op de blote grond, zonder dekens of stro en er is zelfs geen gelegenheid om aan zijn natuurlijke behoeften te voldoen. Het is er somber Dag en nacht ten prooi aan de meest satanische patriotten, bloeddronken, belust op onrechtmatige wraak en vooral onder invloed van de drank.

Waar ze vooral op gesteld zijn, zijn de tweegevechten tussen gevangenen die als wapen de "matraque" of de stoofhaak moeten hanteren. Het hoeft niet gezegd dat de slachtoffers weinig strijdlustig waren. Het vechten werd echter aangewakkerd door de bewakers die de verliezer met afstraffing bedreigen of de minst geanimeerde duellist slagen toebrengen.

Na zulke vechtpartij wordt zekere Jan, die eerst sinds een paar dagen de cel deelt met twee lotgenoten (waaronder Poleunus) terug in de cel geworpen. Hij valt ten gronde : In het nachtelijk duister 2-3 snikken... dan een ijzige stilte. Zijn celgenoten trachten hem op te beuren... geen antwoord ; zij zoeken hem en vinden hun ongelukkige kameraad; ze schudden hem; geen reactie : Jan was overleden. Tot de morgen houden twee mannen - twee gevangenen het lijk van de arme jongen in de armen : een jongen van 17 jaar, gedood om 6 maand fabriekswachter geweest te zijn om den brode.

De wedlopen (met hindernissen: bidons tegen de ru geworpen, doorwaden van vuilnisgreppels) op de knieën, over de met as bestrooide koer, was dagelijks brood en diende tot vermaak van het uitgelezen publiek. In Breendonck werden voorstellingen gegeven. Mits betaling van X frs. ten voordele van de dorstige PA., FI. of BNB. werd het publiek tot de «vermakelijkheden» toegelaten. De bezoeken aan de cellen werden zelfs geleid, en de reden der aanhouding opgegeven. Zo hoorde Poleunus op een en dezelfde dag 16 verschillende versies over zijn geval. Een meisje van 18 jaar, wier enige schuld het was de dochter van een oud-VNV. te zijn, werd met het hakenkruis op de borsten getekend en met armen en benen wijd opengespreid aan de prikkeldraad vastgebonden. Zij ook was een attractienumnier. De mannen betaalden 5 fr. om de naakte VNV. van Breendonck te zien. Het is onmogelijk alle gevallen te vernoemen : ze zijn ontelbaar ! ! Een twintigjarige jongeling werd zekere dag na de «ondervraging» naar de cel teruggebracht. Onmiddellijk wordt hij door de bewoners der belendende cellen ondervraagd. Geen antwoord. Twee of drie uur later vindt men hem verhangen bij middel van zijn sjerp...

Een ouderling van 65 jaar, oorlogsburgemeester van een kleine gemeente en lid van het VNV.; wordt met zijn bejaarde vrouw binnengebracht. Beide valt het gewone onthaal te beurt. Meer nog: na enkele uren wordt een lijkkist gebracht waarin de man opgesloten wordt, de vrouw wordt naar een cel gebracht, doch eerst deerlijk geslagen. De man in de lijkkist wordt naar de gracht gebracht en er herhaalde malen ondergedompeld ; de man leeft steeds : nieuwe onderdompeling. Aldus werd driemaal een ongelukkige verdronken en de levensgeesten terug opgewekt. Dan werd de kist met prikkeldraad "versierd" en de man naakt er in opgesloten en aan zijn lot overgelaten. Drie uur later herinnert men zich zijn geval en wordt de kist langs de trappen afgehobbeld Doch genoeg over Breendonck. Daar, als over het gehele land. werden de ergste gruweldaden die men zich indenken kan gepleegd. Andere getuigenissen, tut alle hoeken van het land, werden binnengebracht, Alleen deze die beleefd werden of door de getuigen meegemaakt, worden hier neergeschreven teneinde alle overdrijvingen te vermijden ; zou men het nog kunnen overdrijven ?
johan is offline   Met citaat antwoorden