Justitie in Cijfers
Jaarlijks brengt de Federale Overheidsdienst Justitie een brochure met cijfers over de werking van het gerecht uit. De nieuwe brochure voor 2007 is klaar, maar ze bestaat alleen op de website en niet op papier.
Enkele markante punten uit de (helaas onvolledige) brochure:
* In 2006 kregen de
parketten 715.782 volledig nieuwe zaken binnen. Dat zijn er 21,3% minder dan in 2003. In de periode-Onkelinx werd bovendien steeds
minder geseponeerd. Het aantal seponeringen zakte van 706.509 naar 535.999 (- 24,1%) in vier jaar tijd. De oorzaak hiervan ligt grotendeels in de veralgemening van het VPV (
het vereenvoudigd proces-verbaal).
Door dit systeem handelt de politie zelf kleine zaken af. Als de dader niet kan worden gevonden, wordt de zaak op een lijst gezet. Die lijst gaat maandelijks naar het parket. Vroeger gingen alle zaken uit die lijst apart naar het parket en werden ze daar geseponeerd. Nu komen ze dus niet meer in de parketstatistieken, vandaar de 'daling' van het aantal seponeringen. In Antwerpen zakte het aantal nieuwe zaken in 2006 overigens tot 53.008 (- 30,2% in vergelijking met 2003). Het aantal seponeringen daalde bij de parketten van Antwerpen en Limburg samen tot 85.945 (- 30%).
* Uit de cijfers blijkt verder dat de systemen van
strafbemiddeling en minnelijke schikking niet werken. In 2006 vertegenwoordigden ze respectievelijk slechts 0,29% en 0,73% van alle afgehandelde parketzaken. En verder blijven ook in 2006 grote verschillen bestaan tussen de rechtsgebieden: Antwerpen en Limburg dagvaarden het meest (4,34% van alle zaken die ze binnenkrijgen), Brussel het minst (1,58%).
* De
politierechtbanken werken de jongste jaren harder. Sinds 2003 steeg het aantal strafrechtelijke eindvonnissen met een vijfde tot 240.353 in 2006. Als reden somt de brochure op dat de politieparketten minder nieuwe zaken binnenkrijgen, zodat de rechtbanken hun stock sneller kunnen verwerken. In 2006 liepen nog 1,3 miljoen nieuwe zaken binnen. En dié daling ontstaat doordat de politie steeds meer boetes zelf onmiddellijk int. Deze inningen gebeuren buiten de parketten om en ze komen dus niet in de statistieken.
Daarnaast dagvaarden de politieparketten meer dan vroeger. In de bewuste periode was er een stijging met 21,7%. Maar die is zeer ongelijk verdeeld over de gerechtelijke arrondissementen: in Brussel is er een stijging met 72%, in Antwerpen slechts met 1,7%.
* Het aantal
aanhoudingsbevelen steeg met 17% tussen 1993 en 2005 van 9.107 naar 10.611, ondanks twee wetten en regelingen om dat aantal te beperken. In Antwerpen klom het van 1.691 naar 1.892 (+ 12%). Merkwaardig genoeg bleef het aantal correctionele veroordelingen in die periode stabiel: 163.830 in 1994 tegen 160.805 in 2003 (de laatst beschikbare cijfers): - 1,6%.
* De voorbije tien jaar steeg de dagelijkse
gevangenisbevolking met 32,6% tot 10.008 momenteel. Het aantal voorlopig gehechten klom met 21,3%, het aantal veroordeelden met 38,4% en het aantal geïnterneerden, die men zoveel mogelijk uit de gevangenissen wil weghalen, zelfs met 81,7%. Nochtans werden jaarlijks nauwelijks meer mensen opgesloten: het aantal opsluitingen bedroeg 16.740 in 2006, amper 7% meer dan in 1996.
* Opmerkelijk is ook dat vorig jaar slechts 3 individuele
graties werden toegestaan. In 1991 – voor de zaak-Dutroux, die een flinke rem op de graties zette - waren er dat nog 2.628 (!), een stabiel gemiddelde voor die tijd. Ook het aantal
voorwaardelijke invrijheidsstellingen is flink gedaald: in 1991 waren er dat 1.198, in 2006 nog 605. Volgens de toelichting bij de brochure daalde het aantal voorlopige én voorwaardelijke invrijheidsstellingen tussen 2005 en 2006 met 12%, maar absolute cijfers vermeldt ze terzake niet.
Als de gevangenisbevolking dus hoge pieken scoort, dan komt dit vooral omdat de straffen langer worden en men minder vrijlaat dan vroeger. En nochtans: van de 16.095 mensen die vorig jaar uit de gevangenis werden vrijgelaten, was dat slechts bij 2% (!) omdat ze hun straf volledig hadden uitgezeten (342). Al de anderen waren ofwel voorlopig gehechten die vrijkwamen (7.869 of 48,6% van alle vrijlatingen) ofwel gestraften die vroeger vrijkwamen, voornamelijk door het systeem van voorlopige invrijheidsstelling, dat alleen al tekende voor 5.614 vrijlatingen of 34,8% van het totaal aantal vrijlatingen).
* Over de
burgerlijke rechtbanken is de brochure zeer summier. We vernemen dat jaarlijks zo'n 154.097 nieuwe zaken worden ingeleid en dat dit aantal nauwelijks verschilt tussen 2002 en 2006. Het werk van de
arbeidsrechtbanken daalde in deze periode met 9%.
* Justitie maakte wel een analyse van de werklast van de
burgerlijke kamers van de hoven van beroep. Daaruit blijkt dat het aantal nieuwe zaken daar daalt tot 2001 en dan weer stijgt tot het in 2006 boven het niveau van 1999 uitkomt. 31,2% van die nieuwe zaken is einde 2006 nog niet afgehandeld en daarvan dateert nog 5,64% van voor 1999. Van de zaken die in 2003 zijn gestart, was einde 2006 76% afgehandeld.
De hoven bevestigden 46% van de vonnissen die door lagere rechters werden uitgesproken.
De top-5 van de soort burgerlijke zaken die bij de hoven binnenkomen, blijft al jaren onveranderd. In 2006 was hij: overeenkomsten (22,8%), echtscheiding (12,3%), bouwzaken (7,2%), beslagprocedures (6,71%), aansprakelijkheid voor een onrechtmatige daad (5,07%), verzekeringen (3,95%). Gemiddeld duurt het 947 dagen om tot een arrest te komen. Vooral de afhandeling van aansprakelijkheidszaken en gedingen van verzekeringen verliepen op de hoven in 2006 behoorlijk sneller dan in 2003.
Tussen 2003 en 2006 steeg het aantal beroepen tegen burgerlijke arresten van de hoven bij het Hof van Cassatie met liefst 24%. Slechts 15% van de burgerlijke eindarresten wordt verbroken.
Bedenking
In tegenstelling tot in Nederland heb je in België geen gecentraliseerde statistieken, zelfs niet op strafrechtelijk vlak. De Dienst voor Strafrechtelijk Beleid bekommert zich over de veroordelingen, het college van procureurs-generaal over de vervolgingen, de Federale Overheidsdienst Justitie over de rest.
Het college is bijzonder karig met mededelingen aan de media: wie een cijfer over de vervolgingen van een bepaald misdrijf wil kennen, moet dit schriftelijk aanvragen bij de voorzitter van het College van procureurs-generaal en kan dan na veertien dagen antwoord krijgen! Voor de media is dit een volkomen onwerkbare toestand.
Op de FOD moeten dan weer slechts drie mensen alle data verzamelen en interpreteren. Dit is voor hen een titanenwerk met - gezien de erg beperkte personeelsbezetting - een fantastisch resultaat.
Tenslotte is er geen link tussen de gegevens van de politie en die van het gerecht. In Nederland heb je dat allemaal wel.
De nieuwe Belgische brochure, die gisteren werd voorgesteld, blijft dus onvolledig, omdat de verantwoordelijke ministers niet geïnteresseerd zijn in feitelijke data. Wie overigens de jaargangen met parlementaire vragen naleest, weet dat over talloze belangrijke justitiële zaken geen gegevens bestaan omdat ze niet geregistreerd worden.
Professor Luc Huyse schreef het al jaren terug: bij de Belgische bewindvoerders heerst een anti-intellectualistische opvatting over politiek. Men wil zijn beleid niet quantificeren omdat dit een duidelijke evaluatie van én objectieve controle op dit beleid met zich meebrengt. En daaraan hebben Belgische politici blijkbaar een broertje dood: voor hen mag het cijfer de kreet niet vervangen...
www.neutr-on.be