Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door system
Een oude Mandaeïsche tekst, gevonden in een depôt voor afgedankte tekstrollen, bevatte een tekst waarin Johannes de Doper Jezus uitnodigde ten doop. Johannes de Doper noemt Jezus hier 'de kleine' of 'kleine man':
Kom in vrede, Kleine Man … Ik zal met je meegaan, Kleine Man, zodat we samen de rivier kunnen betreden … Kom, kom, Kleine Man van drie jaren en een dag, jongste van zijn broers maar oudste bij zijn Vader, die zo klein is, maar wiens uitspraken niettemin zo verheven zijn
In de Handelingen van Thomas lezen we over Christus:
De kleinheid van zijn lichaam hebben we met onze eigen ogen gezien.
Volgens de Joodse geleerde Celsus was Jezus 'naar men zegt'
'naar het lichaam klein, afzichtelijk, en nederig'.
Justinus de Martelaar schreef dat Jezus' lichaam 'een onaantrekkelijke en onwaardige verschijning' had, 'zonder glorie'.
Bij Clemens van Alexandrië was Jezus 'onaantrekkelijk in aanzien'.
Tertullianus zegt dat Jezus 'zonder schoonheid' was en 'misvormd', en dat hij niet eens een 'normale menselijke schoonheid' bezat, laat staan een hemelse.
Theodorus van Mopsuestia herinnerde Jezus zelf aan zijn formaat:
Je statuur, o Christus, was kleiner dan dat van de kinderen van Jacob die zondigden tegen de Vader die je uitverkoren had …
|
Ook de broer van Jezus wordt 'Jacobus de Mindere' genoemd.
De traditionele uitleg is dat deze Jacobus 'de Mindere' wordt genoemd om hem te onderscheiden van Jacobus 'de Meerdere', één van de apostelen. Deze uitleg is zeer dubieus. Want uiteindelijk was Jacobus 'de Mindere', de broer van Jezus en zo 'minder' was hij dus niet.
Het is helemaal niet uitgesloten dat Jacobus 'de mindere' eigenlijk betekent : Jacobus 'de kleinere'. Indien dit waar is, dan wijst dit op het feit dat de nakomelingen van Maria (in ieder geval Jezus en Jacobus) (zeer?) klein van gestalte waren.