Nog maar eens een artikel uit de morgen...
--------------------------------------------------------------------------------------
[size=6]Wie bang is, krijgt ook slaag[/size]
Bart Eeckhout
Bart Somers heeft zich bij een redelijk indrukwekkend lijstje liberale toppolitici gevoegd. Voor de vuist weg: Guy Verhofstadt, Patrick Dewael, Karel De Gucht, en tel er de nieuwkomers Patrik Vankrunkelsven, Johan Van Hecke, Vincent Van Quickenborne en Annemie Van De Casteele ook maar bij. Men kan inderdaad stilaan een senaatslijst van een volkspartij vullen met VLD-prominenten die stilletjes fluisteren dat ze 'persoonlijk' voor migrantenstemrecht zijn om dan luidop te verkondigen dat ze tegen zijn omdat Vlaanderen tegen is.
Als we het dan toch over persoonlijke standpunten hebben: 'persoonlijk' ben ik ze meer dan beu, de politici die met dat soort schijnheilige trucs, waar ze zelfs in het betere jezuïetencollege de pet zouden voor afnemen, tegelijk naar de gunst van voorstanders en tegenstanders hengelen. We hebben hier dus te maken met de voltallige top van een partij, mensen die allemaal hetzelfde denken, maar ook allemaal zo bang zijn van die gedachte dat ze het tegendeel beginnen te roepen. Moeten we dan echt concluderen dat de collectieve leiding van de VLD bij de verkeerde partij zit? Vanuit een liberaal ideologisch denkkader is het niet uit te leggen dat een groep burgers die volwaardig lid is van een gemeenschap, of er althans de belastingen voor betaalt, geen politieke rechten krijgt in die gemeenschap. De VLD-leiding beseft ook zelf het onverdedigbare van haar standpunt. En dus heeft ze gedecreteerd dat algemeen stemrecht 'niet belangrijk' is. Het gaat slechts over een beperkte groep mensen, zo luidt het, die geen Belg wil worden en zelfs geen snelle Belg. Als het toch niet uitmaakt, lijkt dat eerder een reden om de betrokkenen wel stemrecht te geven. Maar neen, dus.
Het probleem is dat migrantenstemrecht wel degelijk wat uitmaakt. Misschien levert het in de verkiezingsuitslagen geen verschil op, maar als maatschappelijk signaal kan het migrantenstemrecht moeilijk overschat worden. Iemand die dat wel begrepen had, was Jean-Luc Dehaene, toen hij na de moord op Loubna Ben Aïssa een politieke opening forceerde voor het stemrecht. Na de recente moord op Mohammed Achrak kreeg Guy Verhofstadt de kans om een gelijkaardig symbolisch gebaar te maken. De premier verkoos zich te concentreren op de rellen en 'dankte' de allochtone gemeenschap voor haar waardigheid.
Na een decennium van zwarte zondagen zou men hopen dat democratische politici tenminste geleerd hebben dat angst een slechte raadgever is. Het integratievraagstuk, met migrantenstemrecht als symbolisch brandpunt, wordt weer onder het tapijt geschoven. Niet omdat het 'niet belangrijk' is, wel omdat de opiniepeilers het zeggen. De politieke verantwoordelijkheid voor dat cruciale zwijgen is verpletterend.
© 2002 Uitgeverij De Morgen n.v.
__________________
Gegroet
|