Ik stel voor een uitgebreid 'rotatiesysteem' te ontwikkelen waarbij enerzijds werknemers de kans geboden wordt één keer om de x aantal jaar een sabbatjaar in te lassen waarin hij kan terugvallen op een basisinkomen, anderzijds werklozen de kans geboden wordt 'in te vallen' voor deze werknemers.
Neem bijvoorbeeld 3 bedienden die binnen een bedrijf eenzelfde taak delen:
werknemer a neemt een sabbatjaar in 2004
werknemer b neemt een sabbatjaar in 2005
werknemer c neemt een sabbatjaar in 2006
een werkloze, d, kan gedurende een periode van 3 jaar aan de slag
Voor de werkgever heeft dit het nadeel dat de 'invaller' een inloopperiode nodig heeft. Ter compensatie kan hij echter steeds rekenen op gemotiveerde, 'frisse' medewerkers (het sabbatjaar voorkomt een 'burn-out').
Voor de werknemer die in zulk rotatiesysteem wil stappen (hij mag daar echter niet toe verplicht worden), verschuift het accent van materiële waarden (gedurende het sabbatjaar heeft hij geen volwaardig inkomen) naar immateriële waarden (hij kan zijn sabbatjaar naar believen en vermogen zélf inrichten).
De werkloze kan tijdelijk aan de slag, doet ervaring op en heeft eindelijk een inkomen.
Voor de overheid verandert er niets. De werkloosheid daalt niet, maar de werkdruk wordt gespreid (het zijn niet altijd dezelfden die werken of niet werken).
|