Als je alles van je kwijt bent
En verloren hebt, voorgoed,
Weet je niet wat te beginnen,
Weet je niet meer wat je doet.
Ga je 's avonds, na het donker,
Maar wanhopig op bezoek,
Want alleen is 't niet te dragen,
Met die stoel leeg in de hoek.
Zondags ga je naar het kerkhof,
Staar je op een stomme steen;
Door de regen weer naar huis toe -
In de kamer weer alleen.
Soms dan denk je dat je gek wordt,
Schreeuw je het haast uit van pijn;
Nee, dat had je nooit geweten:
Wat het is alleen te zijn.
__________________
|