Saloncommunisten zoals wij die hier kennen wou Karl Marx zeker niet, de Bourgeois communisten die neerkijken op ongeschoolden, arbeiders en proletariërs.
Daarom een kort stukje uit het manifest van Marx/Engels...misschien herkennen sommigen zich hierin terug?
Het conservatieve of bourgeois-socialisme.
Een gedeelte van de bourgeoisie wil de sociale wantoestanden verhelpen om het voortbestaan van de burgerlijke maatschappij te verzekeren.
Hiertoe behoren: economisten, filantropen, weldoeners, verbeteraars van de toestand van de arbeidende klassen, organisators van de liefdadigheid, dierenbeschermers, stichters van matigheidsverenigingen, beunhazen onder de hervormers in de bontste schakeringen. En dit bourgeois-socialisme is zelfs in gehele systemen uitgewerkt.
Als voorbeeld noemen wij Proudhons 'Philosophie de la misère'.
De socialistische bourgeois willen de levensvoorwaarden van de moderne maatschappij zonder de noodzakelijk daaruit voortkomende strijd en gevaren. Zij willen de bestaande maatschappij minus de elementen die haar revolutioneren en tot ontbinding brengen. Zij willen de bourgeoisie zonder het prolariaat. De bourgeoisie stelt zich de wereld waarin zij heerst natuurlijk als de beste wereld voor. Het bourgeois-socialisme werkt deze troostrijke voorstelling tot een half of heel systeem uit. Wanneer het van het proletariaat eist dat het zijn systeem zal verwezenlijken en het nieuwe Jeruzalem binnengaan, dan verlangt het in de grond van de zaak alleen dat het in de tegenwoordige maatschappij zal blijven staan, maar zijn hatelijke voorstellingen daarvan zal opgeven.
Een tweede, minder systematische, maar praktischer vorm van socialisme trachtte de arbeidersklasse van iedere revolutionaire beweging afkerig te maken door aan te tonen dat niet deze of gene politieke verandering, maar alleen een verandering van de materiële levensverhoudingen, van de economische verhoudingen haar levensverhoudingen verstaat dit socialisme echter geenszins afschaffing van de burgerlijke produktieverhoudingen, die slechts langs revolutionaire weg mogelijk is, maar administratieve verbeteringen, die op grondslag van deze produktieverhoudingen tot stand komen, dus aan de verhouding van kapitaal en loonarbeid niets veranderen, in het beste geval voor de bourgeoisie de kosten van haar heerschappij verminderen en haar staatshuishouding vereenvoudigen.
Zijn passende uitdrukking bereikt het bourgeois-socialisme pas daar, waar het een zuiver oratorische gestalte aanneemt.
Vrijhandel! in het belang van de arbeidersklasse; beschermende rechten! in het belang van de arbeidersklasse; cellulaire gevangenissen! in het belang van de arbeidersklasse: dat is het laatste, het enige ernstig gemeende woord van het bourgeois-socialisme.
Het socialisme van de bourgeoisie bestaat juist in de bewering dat de bourgeois bourgeois zijn - in het belang van de arbeidersklasse.
|