Geacht parlementslid,
In Vlaanderen ijveren vredesbewegingen, burgers en politici van alle strekkingen reeds lang voor de uitbouw van een Vlaamse vredeseconomie, waarin de productie bestemd voor de militaire markt afgebouwd wordt.
Dankzij een publiek en politiek debat slaagde de vredesbeweging er in 1999 in de regering en het parlement te overtuigen om wetenschappelijk onderzoek voor militaire doeleinden niet langer te subsidiëren. De zogenaamde “IWT-richtlijn” maakt dat het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT) geen ondersteuning geeft aan projecten en mandaten met rechtstreekse militaire toepassingen.
Sindsdien echter werd een heel economisch instrumentarium uitgewerkt dat via andere wegen toch geld van de Vlaamse overheid doorsluist naar de ontwikkeling en productie van wapens of onderdelen van wapensystemen. Zo is er bijvoorbeeld het NRC-fonds (het zogenaamde Rollend Fonds) voor de luchtvaartindustrie, die de ontwikkelingskosten van de Vlaamse bedrijven voor de deelname aan de A400M (militair transportvliegtuig) of de JSF (gevechtsvliegtuig) moet lichter maken door prefinanciering.
Voorts zijn er de investeringsmaatschappijen, agentschappen en fondsen die alle niet uitsluiten dat steun wordt verleend aan militaire toepassingen.
Ik betreur dat op deze manier de geest van de IWT-richtlijn ontkracht wordt. Samen met mij is ook het Vlaams Vredesinstituut, één van de paraparlementaire instellingen bij het Vlaams Parlement deze mening toegedaan.
In een advies van het Vlaams Vredesinstituut van februari 2007 staat dat “de Vlaamse overheid publieke middelen niet mag aanwenden om initiatieven met een defensiegerelateerde finaliteit te ondersteunen, hetzij financieel, hetzij door inzet van dienstverlenend personeel of infrastructuur.”
Verder pleit het Vredesinstituut “voor het systematisch opnemen van een clausule in alle relevante decreten, uitvoeringsbesluiten, samenwerkings- en beheersovereenkomsten, opdrachten, … die de geest van de IWT-richtlijn uit 1999 uitbreidt naar alle vormen van overheidssteun.”
Het Vredesinstituut pleit voor transparantie in de beleidsuitvoering, systematische rapportage, en efficiënte en effectieve controlemechanismen, die toelaten om toe te zien op de naleving van de bovengenoemde clausule (parlementaire controle).
Ik reken er dan ook op dat u als Vlaams parlementslid dit advies van uw eigen paraparlementaire instelling wil volgen en een resolutie goedkeurt die steunmaatregelen van de Vlaamse overheid aan militaire projecten uitsluit.
Hoogachtend,
(naam)
Vredesactie vzw vraagt om geen overheidssteun aan wapenproducenten te geven: geen overheidsgeld of ondersteuning voor onderzoek en ontwikkeling naar wapensystemen en daaraan verbonden technologie; geen investeringssteun voor bedrijven actief in de wapenproductie en daaraan verbonden technologie; en geen overheidskredietverzekeringen voor wapenexporten en daaraan verbonden technologie (inclusief dual use).
Donderdag 22 november debatteert de commissie economie van het Vlaams Parlement over de beleidsbrief van Minister Ceysens. Vrijdag 23 november debatteert de commissie wapenhandel over dezelfde beleidsbrief.
Topprioriteit voor Ceysens is meer geld voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie met als doel dat Vlaanderen tot de Europese top zou behoren en zo de welvaart voor de huidige en toekomstige generaties veilig stellen. Daartoe werd in het recente verleden een uitgebreid instrumentarium uitgebouwd, gaande van allerhande fondsen, agentschappen, onderzoekscentra, investeringsmaatschappijen tot “innovatieve aanbestedingen”.
Geen enkel van deze instrumenten - behalve de IWT - sluit steun uit voor productie voor wapenhandel.
Ondersteun deze oproep en teken de petitie op
http://www.wapenproductie.be
