Los bericht bekijken
Oud 15 januari 2008, 12:01   #47
Dycore
Banneling
 
 
Geregistreerd: 16 januari 2007
Locatie: Mare Mortum
Berichten: 5.231
Standaard

Tertio 357 - 13 december 2006 - p. 3

--------------------------------------------------------------------------------


VKW luidt de alarmbel over concurrentiepositie Belgische ondernemingen

Zonder daling loonkosten dreigt doemscenario

Koenraad De Wolf

‘Het concurrentievermogen van de Belgische ondernemingen gaat zienderogen achteruit,’ stellen de economisten Geert Janssens en Johan Van Overtveldt. Beiden zijn lid van de denktank Metena van de christelijke werkgeversvereniging VKW. Als een daling van de loonkosten niet dringend gepaard gaat met een grotere flexibiliteit, dreigt volgens hen een doemscenario.

De publicatie Processie van Echternach. Het Belgisch concurrentievermogen: twee vooruit, drie achteruit van directeur Johan Van Overtveldt en projectmanager Geert Janssens van de denktank Metena van de christelijke werkgeversvereniging VKW bevat verontrustende cijfers over de Belgische economie. Want de wet van 6 december 1996 – die bepaalt dat de loonkosten in ons land niet sneller mogen stijgen dan die in de buurlanden Frankrijk, Duitsland en Nederland – wordt noch naar de letter, noch naar de geest toegepast. Dat ondermijnt de concurrentiepositie van de Belgische ondernemingen. Van Overtveldt en Janssens luiden de alarmbel.

Onze loonkosten stijgen sneller dan die in de buurlanden en dat ondanks de wet van 1996 die dat moet tegengaan. Hoe komt dat?
Geert Janssens: ,,De cijfers zijn inderdaad onrustwekkend. Sinds 1990 lopen onze loonkosten al meer dan tien procent uit de pas. Het gaat voor een goed begrip over de volledige loonkosten – en niet over het nettoloon van de werknemers, want dat laatste is in vergelijking met de buurlanden niet exorbitant. De economische gevolgen van die ontsporing zijn enorm, want daardoor moesten de Belgische ondernemingen nu al 8,2 miljard euro meer aan loonkosten uitgeven. Hoogleraar Jozef Konings van de KU Leuven berekende in onze opdracht dat daardoor sinds 1990 ruim 200.000 jobs verloren gingen. Alleen al in de jaren 2005-2006 ging het over 46.000 banen.’’

Johan Van Overtveldt: ,,Aan de basis van die ontwikkeling ligt een verkeerde inschatting van de loonevolutie in onze buurlanden door de Centrale raad voor het bedrijfsleven (CRB). Na de invoering van een eigen berekeningsmodel, maakte die keer op keer een foute inschatting. In de jaren 2003-2004 werd de loonevolutie 1,5 procent te hoog ingeschat en voor 2005-2006 zelfs 1,7 procent.’’

Janssens: ,,Ook het jongste rapport van het Internationaal muntfonds (IMF) over ons land bevestigt dat onze concurrentiepositie ontspoort, ondanks het goed respecteren van de normen binnen het sociaal overleg. Er is dus iets fout met de normen zelf. De CRB had veel voorzichtiger prognoses moeten maken. En de wet van 1996 bepaalt helaas niet wat er moet gebeuren wanneer de vooropgestelde doelen niet worden gehaald. ’’

Welk effect hadden de overheidsmaatregelen die de loonlasten verlagen?
Janssens: ,,De impact van de door de regering goedgekeurde loonkostenverminderingen bleef telkens beperkt tot 0,1 of 0,2 procent – een peulschil in vergelijking met de uit de hand gelopen stijging van de loonkosten. Daarbij komt dat bijna elke maatregel gepaard gaat met een tegenmaatregel. Het is zoals in de processie van Echternach: voor elke twee stappen vooruit, gaan we er drie achteruit. En zo zinkt onze economie langzaam maar zeker weg.’’

Van Overtveldt: ,,Ook liet de overheid de voorbije jaren, met de daling van de rentelasten, een unieke kans liggen. Helaas werd die niet geïnvesteerd in een vermindering van de loonlasten.’’

Verglijden we naar een toestand zoals aan het begin van de jaren tachtig?
Janssens: ,,In zekere zin wel. In 1982 waren de loonkosten vijftien procent uit koers, waarna een devaluatie volgde van de Belgische frank met 8,5 procent. Na de creatie van de eenheidsmunt, de euro, is een herhaling van een dergelijk scenario evenwel uitgesloten. Niet alleen ons land, maar ook Italië, Portugal en Griekenland kampen met grote moeilijkheden. Dat kun je niet oplossen met Europese wetten. Een fundamentele ingreep in eigen land – naar analogie met wat in Duitsland en Nederland is gebeurd –, is dan ook dringend noodzakelijk.’’

Welke invloed hadden de hoge loonkosten op de forse afslanking van de Volkswagenfabriek in Vorst?
Van Overtveldt: ,,De lonen in België en in Duitsland liggen op een vergelijkbaar niveau, maar de productiekosten in de Duitse VW-fabrieken liggen lager, omdat de werknemers 4,5 uur per week langer werken voor hetzelfde geld. Zij leverden op die manier vijftien procent van hun loon in. Het is dan ook onjuist de afslanking in Vorst alleen op conto te schrijven van een nationalistische reflex, want ook in Duitsland gaan 20.000 banen voor de bijl. Volkswagen is een internationaal concern dat met gesofisticeerde modellen de bedrijfsevolutie op de voet volgt. Indien de fabriek in Vorst meer rendabel zou zijn geweest dan de Duitse vestigingen, zou een dergelijke ingrijpende operatie niet hebben plaatsgevonden.’’

Janssens: ,,Wat als een paal boven water staat, is dat wanneer de fabriek in Vorst de Audi A1 wil binnenhalen en op die manier 3.000 jobs wil redden, langer en goedkoper moet worden gewerkt. Dat hebben de vakbonden tot dusver altijd geweigerd.’’

Wat vindt u van de houding van de politici en de sociale partners in dat dossier?
Van Overtveldt: ,,Bij het eerste grote sociale conflict na de goedkeuring van het Generatiepact – waarbij het uitgangspunt is dat we met zijn allen langer moeten werken –, stel ik met verbijstering vast dat zowel de overheid als de werkgevers en de vakbonden onmiddellijk teruggrijpen naar het ‘verketterde’ brugpensioen.’’

Janssens: ,,De sociale partners hadden een toonbeeld moeten stellen en het roer daadwerkelijk moeten omgooien. Maar dat is niet gebeurd. Dat illustreert het failliet van ons al te laks sociaal overlegmodel. Het beperkte groepje toponderhandelaars is alleen begaan met de instandhouding van de eigen macht en het eigen prestige en heeft nauwelijks oog voor de sociale gevolgen.’’

Volgens de CRB kunnen de loonkosten van de Belgische werknemers – in vergelijking met de loonevolutie in de buurlanden – in 2007 en 2008 met 5,5 procent omhoog. Wat vindt u daarvan?
Van Overtveldt: ,,Bij dat cijfer is omzichtigheid geboden. Zeker als we weten dat de overschatting van de CRB tijdens de voorbije vier jaren liefst 3,2 procent bedroeg. Een te grote marge werkt een kunstmatig goed gevoel in de hand, maar ook een laksheid aan de onderhandelingstafel. De prijs die we daarvoor moeten betalen – het verlies aan jobs – is zeer hoog.’’

Janssens: ,,Eenzelfde voorzichtigheid geldt ook voor de positieve begrotingscijfers die de federale regering ons elk jaar voorschotelt. Die zijn vooral het gevolg van een aantal ingrepen en ‘one shots’ of eenmalige inkomsten. Daardoor wordt een gevoel gecreëerd alsof we goed bezig zijn en we ons in vergelijking met de andere landen geen zorgen hoeven te maken. Maar niets is minder waar. De staatsschuld blijft in ons land immers torenhoog – veel hoger dan in de buurlanden.’’

Wat verwacht u van de lopende onderhandelingen voor een nieuw interprofessioneel akkoord voor 2007 en 2008?
Janssens: ,,Vandaag is het overleven van het sociaal overlegmodel belangrijker dan de resultaten. Na enkele crisismomenten zal wel een oplossing uit de bus komen. Maar structurele veranderingen, zoals een ingreep in de loonkosten, worden niet verwacht. De impact op de werkgelegenheidsgraad, die in ons land hallucinant laag ligt, zal dan ook gering zijn.’’

Van Overtveldt: ,,Ik vind twee elementen merkwaardig in het discours van de vakbonden. Eerst en vooral is er hun vraag naar een hoger loon wegens de gestegen productiviteit, hoewel de belangrijkste reden daarvoor precies de daling van de tewerkstelling is. Daarnaast wordt gepleit voor meer innovatie door de ondernemingen. Vandaag hebben ondernemers geen andere keuze dan zich voortdurend te vernieuwen en aan te passen aan de jongste ontwikkelingen. Die evolutie gaat ook almaar sneller. Precies om innovatief te zijn, is een grotere flexibiliteit noodzakelijk – wat dan weer op vakbondsprotest stuit. Dat aspect wordt ook door de werkgevers veel te weinig benadrukt. Want we kunnen pas echt uit het slop geraken als een matiging van de loonkosten wordt gekoppeld aan een grotere flexibiliteit.’’

Ontbreekt een visie op langere termijn?
Van Overtveldt: ,,We hebben heus geen domme politici, maar ze denken in functie van de volgende verkiezingen, in een termijn van twee of drie jaar. Om een oplossing uit te dokteren voor de grote maatschappelijke uitdagingen – ik denk aan de vergrijzing – is een benadering op lange termijn noodzakelijk. Vandaag wordt de dringende noodzaak daarvan nog onvoldoende aangevoeld en wordt de hete brei voortdurend vooruitgeschoven. De voorbije jaren verkeken we helaas de kans in dat dossier een goede uitgangspositie te verwerven.’’

Het rapport Processie van Echternach. Het Belgisch concurrentievermogen: twee vooruit, drie achteruit van Geert Janssens en Johan Van Overtveldt kunt u inkijken op www.vkwmetena.be.
Dycore is offline   Met citaat antwoorden