Ik stel voor dat we voortaan in één van volgende circuits gaan werken:
Circuit A
Het noodzakelijke, van algemeen maatschappelijk belang zijnde werk: werk gericht op de productie van voedsel, bouw en onderhoud van woningen, aanleg van wegen, het aanbieden van diensten zoals vervoer, brandweer, politie, justitie, cultuur, etc.
en
Circuit B
Circuit A + alle niet-noodzakelijke, niet van algemeen maatschappelijk belang zijnde werk: werk gericht op de productie van luxegoederen en -diensten.
Circuit A is er voor mensen die graag minder, maar wel zinvol werk willen vervullen om datgene te kunnen betalen wat ze strikt genomen (als 'groep') nodig hebben. Zij kunnen, indien zij een bepaald niet-essentieel goed willen kopen, als interim aan de slag in dat gedeelte van Circuit B dat ongemeenschappelijk is met Circuit A.
Circuit B is er voor mensen die graag veel werken om veel te verdienen en aldus veel te kunnen consumeren. Hoe meer zij willen consumeren (en dus: hoe onzinniger hun bestedingen), hoe meer zij daarvoor zullen moeten werken.
De economie aangepast aan de behoeften van de mens en niet de mens aangepast aan de behoeften van de economie, daar komt het op neer.
Maar om dit in een iets bredere discussie te plaatsen: is er een gulden middenweg?
|