Dit is nou het morele denken van Hezbollah:
Walging om plan Hezbollah
Hassan Nasrallah, de leider van de Libanese Hezbollah, heeft aangeboden lichaamsdelen van gesneuvelde Israëlische soldaten te ruilen voor in Israël gevangen zittende leden van zijn militie.
Het ministerie van Defensie in Tel Aviv bevestigt dat Hezbollah stoffelijke resten in handen heeft van waarschijnlijk tien soldaten, maar het zegt niet te willen meewerken aan 'het slaan van winst uit de handel in lichaamsdelen'.
Nasrallah heeft al eerder vergeefs geprobeerd de lichaamsdelen uit te venten. Israël zegt dat het bereid is zeven Hezbollahstrijders vrij te laten, maar dan moeten de twee soldaten die Hezbollah op de eerste dag van de oorlog heeft ontvoerd in de transactie zijn inbegrepen.
Zaterdag richtte Nasrallah zich met afschuwelijke details rechtstreeks tot de nabestaanden, kennelijk om de druk te vergroten. "O zionisten, uw leger liegt u voor," zei hij. "Uw leger heeft lichaamsdelen van uw soldaten in onze dorpen en op ons land achtergelaten. We hebben hoofden van uw soldaten, we hebben handen, benen en zelfs een lichaam dat nog voor de helft of drie kwart compleet is."
"Het wordt tijd dat die rioolrat voorgoed in een gat verdwijnt," meende de ene minister. "Zijn optreden doet me denken aan dat van Adolf Hitler," zei een ander.
In de oorlog van 2006 sneuvelden in Libanon 119 Israëlische militairen. Het leger kon in het vuur van de strijd niet alle lijken compleet bergen, ondanks de erecode dat het geen doden en gewonden in het terrein achterlaat. De joodse godsdienst schrijft voor dat overledenen ongeschonden, of zo ongeschonden mogelijk, worden begraven. Die regel heeft in het verleden geleid tot macabere taferelen, die kennelijk de inspiratie vormden voor Nasrallahs aanbod.
In 1998, na lange onderhandelingen, konden vijftig levende en veertig dode Libanezen terugkeren naar hun vaderland, in ruil voor de stoffelijke resten van slechts drie Israëlische soldaten. Onder de dode Libanezen was Hadi Nasrallah, een zoon van de Hezbollahleider.
In oktober stuurde Israël een gevangen Hezbollahstrijder en de lichamen van twee van diens collega's naar Libanon. In ruil daarvoor ontving het het stoffelijke overschot van een burger, die voor de Israëlische kust bij het zwemmen was verdronken en daarna in Libanon was aangespoeld.
Bij het zoeken naar stoffelijke resten gaat het leger ver, volgens sommigen veel te ver. Een paar jaar geleden explodeerde in het grensgebied tussen de Gazastrook en Egypte een Israëlisch pantservoertuig als gevolg van een raketinslag. De vijf inzittenden kwamen om het leven. Uren zochten soldaten op handen en knieën het gebied af naar zelfs de kleinste lichaamsresten.
Bij die zoekoperatie openden Palestijnse militanten het vuur, waarbij een soldaat werd gedood. Hoe vertel je zoiets aan de ouders? was de volgende dag de teneur van de commentaren in de kranten.
Daar staat tegenover dat Israëlische burgers, zeker de religieuze, verwachten dat het leger er alles aan doet om hun gesneuvelde zoon zo compleet mogelijk te kunnen begraven.
__________________
|