De factor ‘leven’ in menselijke organisaties versterken door macht te delegeren aan hun praktijkgemeenschappen bevordert niet enkel hun flexibiliteit, creativiteit en leervermogen, maar verhoogt ook de menselijke waardigheid van de leden van de organisatie die deze eigenschappen in zichzelf herkennen. Kortom, de focus op leven en zelforganisatie maakt het zelf bewuster van zichzelf. Hierdoor ontstaan er mentaal en emotioneel gezonde arbeidsmilieus waarin mensen het gevoel hebben dat zij gesteund worden bij het nastreven van hun eigen doelstellingen, en niet hun integriteit hoeven te compromitteren teneinde de doeleinden van de organisatie na te streven.
De moeilijkheid is dat menselijke organisaties niet alleen gemeenschappen zijn die leven, maar ook sociale instituties die zijn toegespitst op specifieke doeleinden en in een specifieke economische omgeving functioneren. Tegenwoordig is deze omgeving niet bevorderlijk voor leven, maar in toenemende mate schadelijk voor leven. Hoe meer we van de aard van leven begrijpen en ons bewust worden van de mate waarin een organisatie levend kan zijn, des te pijnlijker worden we geconfronteerd met de schadende aard van ons huidige economische bestel.
|