Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Spinoza
Uit de Van Dale:
trots1 (dem)
1 gevoel dat men meer is dan anderen
2 het zelfgevoel dat het volbrengen van iets groots of het bezit van iets moois enz. geeft
3 (trotsen) persoon of zaak waarop men trots is
trots2 (bijvoeglijk naamwoord; trotser, meest trots; trotsheid)
1 vervuld met een gevoel van eigen grootsheid
2 (pejoratief) hoogmoedig, verwaand
3 tevreden over wat men bezit of wat men bereikt heeft
4 (van zaken) indrukwekkend
Nee, dat spreek mij allemaal niet aan. Jij verwart trots met iets anders.
|
Jammer voor jou.
Ik krijg wél een gevoel van zelfwaarde als ik iets goed doe. Het is en stimulans om wat ik doe zo goed mogelijk te blijven doen.
En ik ben ook heel tevreden met wat ik bereikte in mijn leven. Ik ben niet rijk. Leef niet in weelde. Behang mezelf niet met juwelen. Bezit geen kast van een huis of een luxe wagen, maar heb wel het allerbelangste dat het leven de moeite waard maakt: de relatie waar ik van droomde.