Onlangs hyperventileerde KUL-rector Oosterlinck een misantropisch standpunt over het wetenschappelijk onderzoek (cfr. In
Vlaanderen alleen nog topuniversiteiten' - zie forum INNOVATIE 2020 op
www.kleurrijkvlaanderen.be)... Omdat een
dergelijke minachting voor de mensen achter het onderzoek om tegenspraak vraagt, en ik mij als autonoom onderzoeker
aangesproken voel, heb ik mijn verontwaardiging in een synthetische kritiek gegoten. Sommige betweters zullen wellicht stellen
dat dit taalgebruik een academicus onwaardig is.. Het zij zo... Ik heb het lak aan dergelijke opmerkingen aangezien ik reeds
zeven jaar de spelregels braafjes volg, zonder tastbaar resultaat. Hoog tijd voor een radicale doorbraak dus...
1) De Heer Oosterlinck orgasmeert graag over 'de buitenlandse top'. Los van het feit dat hij daarmee per definitie toegeeft dat
zijn instelling dan geen top kan zijn (!!!), is het ten zeerste de vraag wat hij precies bedoelt ? Onderzoekers en (hoger)
onderwijsverstrekkers laten zich immers niet meten of afbakenen zoals sport- of muziekvedettes, ook al geilen heel wat
academici en onderwijsadministratoren slechts op het lezen van een sterk beperkt aantal tijdschriften die zij dan als 'top'
omschrijven. Alle andere referenties spelen volgens dezelfde definities dan ook slechts in tweede klasse, c.q. in lagere afdelingen
!
Wat Oosterinck en zijn geestesgenoten echter ontgaat is dat 'de wetenschappelijke top' een 'essentially contested concept' is
(ECC), i.e. een begrip wiens definitie afhangt van de definieerders, alsook van hun belangen en de context waarin zij fungeren.
Aldus zal de 'ene top' de andere waard zijn, zodat een algemene, absolute leidraad onmogelijk wordt. Ergo, de
wetenschappelijke top krijgt enkel een context- en tijdsgebonden betekenis wanneer we weten wie haar inhoud gaat bepalen.
Eigenlijk zijn we hier uitgepraat en kunnen wij de heer Oosterlinck bijgevolg vertellen dat zijn hitparade-interpretatie van het
wetenschappelijk onderzoek surrealistisch is en derhalve geen polemiek waardig. MAAR !!! Elders in zijn betoog verbergt de
heer Oosterlinck niet dat de Vlaamse industrie en diensten als definieerders moeten dienen, waardoor hij de wetenschap als het
ware commercialiseert en verkoopt aan de noden van de economische producenten... Deze uitverkoop doet mij nogmaals
steigeren zodat ik de discussie wèl verderzet, temeer het psychotisch gebral over 'de buitenlandse top' onlosmakelijk' verboden is
met een andere 'ECC', namelijk een competitiever Vlaanderen (op wetenschappelijk vlak welteverstaan)...
Welnu, op mondiaal vlak bekeken is deze visie regelrecht absurd, omdat we kunnen aannemen dat alle landen 'het competitiefst'
willen zijn zodat alle universiteiten zullen azen op 'de buitenlandse top'. Een situatie die onmiddellijk de vraag genereert of er dan
wel een binnenlandse 'top' is ? Zo ja, waarom volstaan die niet ? Zo nee, wat hebben de universiteiten dan tot dusver gedaan ?
Bovendien, wie of wat garandeert dan het elders wèl beeter is ??? Kortom, dit economistisch denken leidt tot een tafereel waarin
de braindrain langs en naar alle regio's van de wereld verloopt zodat niemand meer in de gaten heeft dat er niets te drainen valt.
Om het met andere woorden te illustreren; ofwel bestaan er geen 'toppers', omdat ze nationaal en vooral internationaal niet te
definiëren vallen. Ofwel bestaan ze wel, maar dan zal elk land hen liever willen behouden. Tenzij je mondiaal wenst te denken,
doch dan valt het competitie-idee direct weg en krijg je een universeel samenwerkingsmodel met ruimte voor lokale accenten.
Los van dit alles walg ik van de gedachte dat wetenschappers verhandelbare mensen zouden zijn (ook al handelen sommige
academici en beleidsmakers op die manier). Ik bekijk wetenschap eerder vanuit emancipatorische zin, i.e. wetenschappers (en
docenten) moeten ook de kans en ruimte krijgen om kritische analyses uit te voeren, desnoods om nieuwe maatschappijsystemen
uit te dokteren waarin competitie niet meer een rol speelt en waarin de ideeën �* la Oosterlinck geen voedingsvodem meer zullen
hebben. Wetenschappers moeten niet alleen voortdurend hun kennis(domein) in vraag stellen, ook zichzelf èn de maatschappij
waarin zij fungeren (en betaald worden).
In Oosterlincks gedachtengang is geen ruimte voor kritisch onderzoek aangezien enkel de systeembevestigende research aan bod
zal komen, samen met het onderzoek dat enkel de industrie en economie dient. Ipso facto zullen de humane wetenschappen
steeds minder aan bod komen aangezien vooral zij slecht te commercialiseren vallen (gelukkig maar - JB).
Voldoende redenen om het commercieel-elitair idee van Oosterlinck en co. te laten varen !
2) Wie het heeft over competitieve en elitaire wetenschap, gaat volledig voorbij aan het feit dat ondanks de toemende tendens
om research inderdaad te verhandelen, de grote sociale vraagstukken onopgelost blijven en zelfs in aantal toenemen... Waar zijn
immers de oplossingen voor de perverse Noord-Zuid (en Oost-West) verhoudingen ? Waar blijven de suggesties voor het
herstel van onze Ozonlaag, of nog voor de humane en ethische hantering van de landbouwoverschotten in Europa en de VSA ?
Waarom valt AIDS nog niet te genezen en steken oude infectieziekten en epidemies weer de kop op (samen met andere ziekten)
? Waarom bestaat het racisme nog terwijl de geschiedenis het rampzalig resultaat van de politieke toepassing van racistische
ideologieën aantoont ? Enzovoorts, enzoverder... Stuk voor stuk belangrijke problemen, die echter commercieel volstrekt
oninteressant zijn en bijgevolg uit de Oosterlinckse boot zullen vallen. "Uiteraard", zou ik bijna zeggen, aangezien "de elite" juist
gebaat is bij de status quo...
In die zin bekeken, is er geen sprake van een universitaire revolutie maar van een universitaire devolutie... Temeer de wet van de
remmende voorsprong ook hier zou gelden, i.e. wie teveel elitair onderzoek verricht, zal op een bepaald ogenblik zijn
competitviteit zien veranderen in achterstand...
3) Oosterlinck heeft het over de fundamentele veranderingen waar de universiteiten voor staan.. Wellicht bedoelt hij de
BaMa-structuur die overal in Europa, krachtens het Bologna-akkoord, ingevoerd wordt. Via deze Bolognaisering van het hoger
onderwijs zal, geheel volgens de Amerikaanse en Commerciële Geest, mettertijd een elitair en competitief systeem ontstaan,
tenzij de rede het haalt. In die zin krijgt Oosterlinck met andere woorden al enigszins gelijk, ware het niet dat de tegenkrachten
nog sterk zijn en het systeem sowieso nog niet in de realiteit omgezet is...
In het licht van de BaMa-structurering van het Vlaams Hoger Onderwijs vindt de heer Oosterlinck dat er geen geld meer vespild
mag worden. Wel, wel, zou ik bijna zeggen, dat betekent dat hij vindt dat er tot dusver wèl veel geld verspild is... Terwijl zijn
alternatief, een eerder elitair fundamenteel onderzoek, zoalks eerder bezegd, NIETS zal wijzigen aan de fundamenten (sic!) van
de internationale en lokale problemen en vraagstukken die om wetenschappelijk onderbouwde oplossingen vragen...Van
verspilling gesproken !
Om de discussie af te sluiten (we moeten nog iets van de heer Oosterlinck overlaten), pleit ik als reactie eerder voor de
stimulering van zoveel mogelijk probleemoplossend onderzoek (zonder verwaarlozing van het fundamenteel onderzoek dat echter
niet prioritair kan zijn in een historisch tijdperk waarin de toekomst van de mensheid de ware inzet is. Wij kunnen ons de luxe van
een elitair onderzoek NIET veroorloven omdat de wereld anno 2004 teveel negatieve vraagstukken torst:
- de teloorgang van het milieu (bodem, water, lucht)
- gezondheidsproblemen (en vergiftigd voedsel)
- welzijnsproblemen (zelfmoorden, depressies, slaapproblemen...)
- sociaal- economische rampen (Noord-Zuid verhoudingen)
- multicultureel overleven
- religieus/ideologisch fanatisme
- de broosheid van de vrede en de VN
en noem maar op.
Me dunkt dat er zoveel vraagstukken bestaan dat �*lle inzetbare wetenschappers er meer dan genoeg werk in zullen vinden; dit is
volgens mij de toekomst van he onderzoek: de ontwikkeling van anti-elitaire wetenschappen die de wereld meer leefbaar
moeten maken... Met nadruk op de sociale wetenschappen waarbij de exacte en fundamentele wetenschappen ondersteuners
worden, maar dan zonder status-verlies aangezien �*lle wetenschappers even belangrijk zullen zijn...
Er is meer dan voldoende geld om deze wetenschap te bekostigen, temeer een benoemde wetesnchapper vanzelf meer
gemotiveerd zal zijn om ook 'gratis' werk te verrichten indien zijn/haar job niet meer op de wip zit (terwijl de huidige
beleidsmakers het omgekeerde denken. .maar juist de mandaatsonzekerheden maken dat heel wat vorsers elk jaar maanden
besteden aan het zoeken naar nieuwe contracten of werk...of hoe ook mensen verspild worden !)
Laten we het onderzoek echter in handen van lieden als Oosterlinck, dan zal het zeer moeilijk worden om de verdere
deshumanisering van de mens en zijn maatschappij tegen te houden... Indien hij daar de verantwoordelijkheid voor wil nemen,
mij best. Ik wil dat alvast niet, ook al is roeien tegen de stroom in, altijd het moeilijkste.
Dr.Jean Blanquart
doctor in de agogische wetenschappen
autonoom vorser