Los bericht bekijken
Oud 21 mei 2008, 18:59   #1
Kazan
Minister-President
 
Kazan's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 16 december 2006
Locatie: Vlaanderen
Berichten: 5.730
Standaard KBC: "Koopkracht stijgt ondanks hoge oliefactuur"

Citaat:
Een gemiddeld gezin geeft dit jaar 600 euro meer uit aan benzine, diesel en huisbrandolie dan vorig jaar, omdat de olieprijs fors is gestegen. Dat heeft KBC-econoom Bart Van Craeynest berekend, zo schrijft De Tijd op haar website. Toch groeit de koopkracht van een doorsneegezin met bijna 400 euro dankzij de stijging van het aantal jobs en de toename van de reële lonen.

Uitgaven + 1.318 euro
Van Craeynest onderzocht de invloed van de stijgende olieprijzen en hoge inflatie op het budget van de gezinnen. Hij veronderstelde hierbij dat het bestedingspatroon niet is veranderd sinds de laatste gezinsbudgetenquête in 2005. KBC verwacht voor dit jaar een inflatie van 3,8 procent. Daardoor stijgen de uitgaven van een gemiddeld gezin met 1.318 euro. Bijna de helft van die toename is te wijten aan de stijging van de olieprijs. De totale energierekening stijgt nog meer, omdat ook aardgas en elektriciteit flink duurder worden.

Inkomsten +1.706 euro
Maar ook het inkomen neemt toe, signaleert Van Craeynest. Hij voorspelt dat de gezondheidsindex, de basis voor de automatische loonindexering, met 3,4 procent stijgt. "Daarbovenop komen nog de groei van de werkgelegenheid, de stijging van de reële lonen en andere inkomensbronnen. Bij een erg bescheiden veronderstelling van een inkomensgroei van 4,3 procent neemt het beschikbaar inkomen van een gemiddeld gezin toe met 1.706 euro". Dat betekent dat de koopkracht van een doorsneegezin met 388 euro groeit.

De berekening van Van Craeynest is een macro-economische oefening. De koopkracht van het gemiddelde gezin profiteert in belangrijke mate van de verwachte stijging van het aantal jobs. Dat betekent echter niet dat elk gezin meer kan spenderen. (belga/bf)
En voor de zoveelste keer wordt de 'dalende koopkracht' mythe ontkracht.
Kazan is offline   Met citaat antwoorden