[Isabelle Van Laethem]

De pensioenleeftijd zal inderdaad moeten opgetrokken worden om de vergrijzing te kunnen blijven financieren. De gemiddelde levensverwachting is de laatste decennia veel te hard gestegen... en daar werd tot op heden geen rekening mee gehouden in het pensioenbeleid.

Lijst Dedecker wil het recht op welvaart en welzijn ook voor onze kinderen spijkerhard garanderen. Daarvoor is het onder meer nodig om geld opzij te leggen en dat geld te kapitaliseren. De vergrijzing zal immers extra uitgaven in de sociale zekerheid, voor pensioenen en gezondheidszorgen, noodzakelijk maken. LDD wil onder meer de brutoschuldgraad terugbrengen tot maximaal 40%van het BBP, een “voorzichtig niveau”.
Vergrijzingskosten kunnen ook deels worden opgevangen door het investeringsbudget van de overheid te verhogen (en deze investeringen te financieren zonder schulden aan
te gaan). Bij een investering is er een terugverdieneffect. De overheidsinvesteringen zelf zijn teruggevallen op minder dan 2% van het BBP. We moeten terug boven dat niveau. Verder willen wij geld opzij zetten en kapitaliseren, niet in eigen overheidsobligaties, maar op de markt. De Hoge Raad van Financiën stelt dat een begrotingsoverschot van 1,5% van het BBP moet gerealiseerd worden om aan de gevolgen van de vergrijzing het hoofd te bieden.

Het wordt dus hoog tijd dat de overheid hieraangaande realistische maatregelen neemt.

Wat betreft het afschuiven van de 60plussers naar overheidstaken lijkt me geen oplossing voor de problematiek te bieden.
Alleen moet de verloning van een werknemer voornamelijk op basis van prestaties en competentie berekend worden en moet er misschien afgestapt worden van de anciënniteitsvoorwaarde. Door een realistische verhouding tussen verloning en verleende prestaties zullen werkgevers oudere werknemers niet zo snel meer ontslaan als vandaag...