Geen reactie? Dan geven ik hier nog iets ter overweging.
De RVA heeft een website met aardig wat informatie over de werkloosheid. Zowel nationaal als gewestelijk. Het jaarverslag 2007 is het meest recente rapport hierover.
Hoofdstuk: De evolutie van de sociale uitkeringstrekkers. Groep 1:
Vergoede werklozen: 690.662.waarvan 458.378 werkzoekend en 232.285 niet werkzoekend.
Dit is een daling van 36.000 t.o.v. 2006 die echter gedeeltelijk teniet wordt gedaan door een verschuiving naar ondersteunde werknemers en werknemers met gehele of gedeeltelijke onderbreking van de arbeidstijd. (+ 19.997). De dienstencheques zorgen voor een voltijds equivalent van 21.311. Of men het uiteindelijke saldo als positief of negatief moet beschouwen laat ik over aan de interpretatie van de gedachte.
werkzoekend + niet werkzoekend = vergoede werklozen:
458.378 + 232.285 = 690.662 Totaal
166.162 + 144.849 = 311.011 Vlaams gewest
216.214 + 71.186 = 287.401Waals gewest
76.002 + 16.249 = 92.251 Brussels gewest
Nu het overzicht op pagina 408.
Hier wordt gesteld: Personen van 20 tot 64 jaar = bevolking op arbeidsleeftijd.
Het aantal tegen werkloosheid verzekerden op 30 juni 2006 (2.132.191+1.101.779+338.530 = 3.637918)
Niet-werkende werkzoekende = werkloosheid.= 532.459 waarvan 458.378 vergoedt door de RVA.
(Tot december 2005 was een categorie te vinden “vrij ingeschrevenen = werkende werkzoekende”. Hun aantal bedroeg ongeveer 50.000 (zie hiervoor
www.nbb.be/belgostat afgesloten tijdreeksen)) Dit verklaart het verschil met de werkzoekende werklozen van de RVA.
Personen zonder betrekking die geen werk zoeken 1.397.306 waarvan 281.777 vergoedt door de RVA.
De werkloosheidsgraad wordt berekend op basis van het aantal werkzoekende werklozen vergoed door de RVA t.o.v. de tegen werkloosheid verzekerden.
Vlaams gewest: 6,9
Waals gewest: 18,4
Brussels Hoofdstedelijk gewest: 20,7
Het interessante aan deze cijfers is de samenstelling van de werkzoekende werklozen. In de toelichting word als bron vermeld: gewestelijke diensten voor arbeidbemiddeling. Vroegere gegevens van Ecodat en Belgostat toonden aan dat hier ongeveer 50.000 werkzoekende werkenden ofwel vrij ingeschreven personen werden bedoeld.
Anderzijds worden niet werkzoekende werklozen hier niet meegeteld. De perceptie van het woord werkloosheidsgraad is dus fout. Dit moet zijn: graad van werkzoekenden. De niet werkzoekende werklozen zijn geen gepensioneerden. Zij zijn oudere werknemers die door herstructureringen of bedrijfssluitingen werkloos zijn geworden. Gedwongen, vrijwillig of moreel vrijwillig gedwongen, al dan niet aangespoord om hun mogelijke 2de en 3de en 4de pensioenpijler voor hun officieel pensioen op 65 jarige leeftijd aan te spreken. Een voorbode van toekomstige armoede.
De juiste werkloosheidsgraad moet dus op deze wijze worden berekent:.
Werkloosheidgraad met werklozen t.o.v. de tegen werkloosheid verzekerden
Om het eenvoudig te houden wordt er geen discussie gehouden over het al dan niet bijtellen van verschuivingen naar ondersteunde werknemers of werknemers met onderbreking van de arbeidstijd.
Werkzoekenden + niet werkzoekenden = totale werkloosheidsgraad
12,60 + 6,38 = 18,98 : land
7,78 + 6,79 = 14,58 : Vlaams gewest
19,62 + 6,46 = 26,08 : Waals gewest
22,45 + 4,8 = 27,25 : Brussels hoofdstedelijk gewest
Na de terugvorderbare BTW en de werkgeversbijdragen is dit de derde reeks cijfers waar niet over wordt gesproken of die verborgen wordt gehouden. Het plaatje wordt wel duidelijk. In 1971 werd het BTW systeem ingevoerd. Er ontstond een klasse die goedkoper buitenlandse goederen kan kopen. De eigen goederen werden niet meer verkocht en er ontstond wekloosheid. Door buiten CAO onderhandelingen de loonkosten te verhogen in functie van solidariteit werd deze werkloosheid nog versterkt. Als gevolg van de loonkosten ontstond een verschuiving van hoogwaardige toegevoegde waarde naar de lagere toegevoegde waarde van transport van goederen. Voornamelijk de ervaring van lobbyisten en belastingsspecialisten zorgt dat er minder oudere werklozen (4,8 in Brussel tegenover 6,38 landelijk) in de omgeving van nationale en Europese overheidsinstanties zijn. Het robotachtige transportwerk van goederen verklaart de lagere werkloosheid van de goedkopere jongeren in de omgeving van de internationale handelsroutes (7,78 in het Vlaamse gewest tegenover 19,62 in het Waalse gewest). De werkloosheid is dus niet gebonden aan politieke grenzen van de gewesten maar wel aan de geografische structuren van het land.
Er is een eerste categorie: de gewone werknemer en de kleine zelfstandige die nu of later aan de grens van de armoede leeft.
Er is een tweede categorie die gekocht wordt door terugvorderbare BTW, aftrekbare beroepskosten en bedrijfsonkosten en daarbij denken dat de bomen tot in de hemel groeien. Ondertussen merken zij niet dat hun toekomst naar een nationaal faillissement afstevent.
Er is een derde categorie, die ondanks de verarming van het land, hun rijkdom onmetelijk zien groeien. Dat zij hiervoor de extremen van het socialisme en de extremen van het liberalisme manipuleren tot een dictatoriaal fascisme heeft de bevolking blijkbaar nog niet begrepen. Doordat zij de extremen van de ene landstaal uitspelen tegen de extremen van de andere landstaal voorkomen zij dat op een verstandelijke wijze de wetten terug rechtvaardig worden gemaakt.
Dit gebeurd door op drie niveaus te werken.
Lobbyisten en technocraten op het niveau van de EU bepalen de spelregels opdat de egoïsten van kapitaal en macht van hun rijkdom verzekert blijven.
Gemanipuleerde heethoofden op het niveau van het land beletten goed bestuur en zorgen voor de blijvende verhouding van de belastingssystemen ten voordele van die eerste groep.
Het voluntaristisch kalm houden van de bevolking met welbepaalde subsidieregelingen gebeurt op gewestelijk niveau.
De ganse impasse in de regering wordt dus eigenlijk veroorzaakt door het egoïsme dat in Brussel aanwezig is. Het verschil en het conflict tussen de twee landsdelen wordt veroorzaakt en gemanipuleerd door de egoïsten in het kwadraat.
Een verenigd Europa is een mooi project, maar mag niet ten prooi vallen aan machtswellustige enkelingen of idealen. De kleur doet er niet toe, maar het is de mogelijk extreme macht van gelijk welk deel van de politieke regenboog welke mij verontrust.