Hoe gaat Jong N-VA om met het spook van de collaboratie?
In de buitenlandse pers wordt Vlaanderen, en in het bijzonder het Vlaams Blok en de N-VA, dikwijls geschilderd als extreem-rechts. De leden van deze partijen zouden nazaten van nazi-sympathisanten zijn.
Er lopen in de N-VA en het Vlaams Blok natuurlijk ook zeer veel mensen met een zwart verleden rond. Dat kan niet ontkend worden. Maar moet het telkens opnieuw benadrukt worden?
Dat spook van de collaboratie duikt soms echter toch nog op (zie De Wever's korte uitschuiver rond de Joden in Antwerpen en de studie daarrond). En dan weet het electoraat weer waar de partij eigenlijk vandaan komt.
Hoe gaat Jong N-VA om met deze erfenis? Bestaat er een strategie om vragen daarover te beantwoorden? Wordt er dikwijls over het zwarte verleden van de ouders van Jong N-VA-leden gesproken binnen de groep? Of heerst er een gevoel dat dit donkere tijdperk werkelijk tot het verleden behoort?
__________________
Citaat:
The world is one big spreadsheet.
|
"Capitalism is the extraordinary belief that the nastiest of men, for the nastiest of motives will somehow work for the benefit of all" ― John Maynard Keynes
Laatst gewijzigd door C2C : 13 juli 2008 om 15:41.
|