probeer u dat even voor te stellen:
een potje krabsalade dat pardoes op de grond valt met een wrede, doffe plof.
onderkant gebarsten.
het kwaad is geschied, en ge weet: dit komt niet meer goed.
de krabsalade sijpelt meedogenloos uit het potje.
het ligt daar als een lijk, en gij zijt de moordenaar.
ge probeert u van het lijk te ontdoen door het weg te moffelen in de rekken.
temidden van tientallen potentiële getuigen probeert ge onopvallend weg te glippen van de plaats van de misdaad.
oef, aan de kassa geraakt.
met klamme handen betaalt ge uw koopwaar.
uw hart bonst in uw keel.
nog een paar meter naar de uitgang.
hier kunnen ze u nog vatten.
bijna...
YES buiten!
de vrijheid!
de perfect crime.
|