is binnen maar ik moet eerst even vergaderen

komt er dus zo aan!
in afwachting post ik hier even de vraag opnieuw:
Als één van de naar schatting 120 000 hengelaars had ik graag je mening over volgende angstaanjagende evolutie :
Bij voorontwerp van decreet inzake de oprichting van een nieuwe MINA-raad worden alle bestaande Hoge Raden in de milieu- en natuursector afgeschaft en komt het adviesorgaan voor het visserijbeleid, nl. de Hoge Raad voor de Riviervisserij ook te vervallen.
De nieuwe MINA-raad zal bestaan uit 23 leden; waarvan 17 benoemd worden op voordracht van het maatschappelijk middenveld, 2 op voordracht van organisaties van steden en gemeenten of provincies, en tenslotte 4 onafhankelijke deskundigen.
Op zich positief dat de overheid rekening wil houden met organisaties en verenigingen uit het maatschappelijk middenveld, die opkomen voor sectorale belangen. Maar met slechts 2 leden uit de sector natuurgebruik en natuurrecreatie (bos, jacht, visserij, ...) in deze categorie worden we terug in een weinig benijdenswaardige minderheidspositie geplaatst (8 milieuverenigingen, 4 sociaal-economische, 2 socio-culturele en 1 voor landbouworganisaties).
Op zich zou dit nog geen al te groot euvel zijn, ware het niet dat de bestaande Hoge Raden (Visserij, Jacht en Bosbouw) herleid worden tot permanente werkcommissies in de schoot van de nieuwe MINA-raad.
De leden van dergelijke werkcommissies (bv. visserij) zullen voor de helft benoemd worden door de Vlaamse Regering op basis van specifieke deskundigheid of representativiteit en voor de helft door de MINA-raad zelf, maar hier zijn geen duidelijke criteria voorzien en worden we blijkbaar overgeleverd aan de groene willekeur.
Zodoende kunnen we komen tot een werkcommissie die voor de helft uit groene jongens zal bestaan, voor een ander belangrijk deel uit politieke vriendjes en uit een absolute minderheid van vertegenwoordigers van de georganiseerde hengelsport.
Daarbij komt nog dat de MINA-raad zelf, waar we in een absolute minderheid zitten (als we al een zitje hebben), steeds de eindebslissing heeft over de adviezen die in de werkcommissie tot stand komen.
Voor de visserij betekent dit het einde van een onversneden adviesrecht voor de sector en een volledige onderwerping aan de groene hegemonie ( die - zoals algemeen geweten - veel meer voelt voor de vogeltjes dan voor de visjes).
Dit wordt een drama voor het toekomstige visserijbeleid, en voor de noodzakelijke aanpassingen aan de visserijwetgeving om de hengelsport te herwaarderen en te actualiseren.
De hengelsportsector heeft nu 12 jaar moeten vechten om een bijdetijdse aanpassing van de wetgeving te bekomen ! In de toekomst heeft de hengelsector niets meer te zeggen en zullen we nog alleen opgezadeld worden met groene verbodsbepalingen, zolas de kaarten er nu lijken bij te liggen...
Als de overheid belang hecht aan het standpunt van het maatschappelijk middenveld dan moet ze ook de sectorale groeperingen een onversneden adviesrecht garanderen naar hun belangen toe, en niet dit sectorale adviesrecht laten domineren door zelf uigezette stromannetjes (lees : de groene sector).
Zo maakt men één sector monddood en rijp voor de sloop ! De welke denk je, Tinne, en wat is jouw persoonlijke visie op deze problematiek ?