Los bericht bekijken
Oud 22 januari 2009, 19:46   #1
Den Duisteren Duikboot
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Den Duisteren Duikboot's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 10 januari 2003
Berichten: 13.400
Standaard De socialistische malaise

De malaise waarin de Sp.a. verkeert, is natuurlijk niet te wijten aan de blijde intrede van Bert Anciaux. Die intrede heeft een aantal structurele problemen blootgelegd, met name over de verhouding tussen top en basis, en er bestaat onmiskenbaar een intergenerationeel conflict, dat zowel over politieke stijl als inhoud gaat. Maar ongeacht welke eendracht wordt geproclameerd, de kiezer laat het massaal afweten. Is de Sp.a. nog wel nodig als ze zelfs in tijden van inflatie, economische crisis en “privatisering” van de Sociale Zekerheid geen wind in de zeilen vangt?

De “socialisten” zien zichzelf als bevrijders. Het individu zag zich bevrijd van de zwakke machtspositie die het innam ten gevolge van zijn economische onmacht. Het moest zich verenigen om sterker te worden. Het moest een systeem op poten zetten dat solidariteit garandeerde. Het moest komaf maken met de schrijnende ongelijkheid die teweeg werd gebracht door de electorale privileges van kapitaalkrachtigen. Dat is allemaal tot op grote hoogte - soms dankzij, soms ondanks de socialisten - verwezenlijkt. Het algemeen enkelvoudig stemrecht, de sociale zekerheid en het sociaal overleg hebben de samenleving echter grondig gewijzigd. Ook het individu van weleer is, nu het bevrijd is, niet meer het hulpeloze wezen van weleer. Of toch niet meer op dezelfde manier, want het voelt zich nog steeds onvrij, het is “misnoegd”, het moppert dat het een aard heeft en straft de ene na de andere regering af. Wat is er aan de hand?

Het individu heeft die toegenomen vrijheid zwaar betaald. In eerste instantie denken we dan aan de letterlijke kostprijs van “de sterke staat”: Belgen behoren nog steeds tot de absolute top van belastingbetalers in de wereld. In tweede instantie is er een verdoken kostprijs: die van de vrijheid. Dat klinkt absurd: hebben we onze vrijheid dan betaald met onvrijheid? Het antwoord is bevestigend. We worden namelijk steeds meer, door meer instanties en in meer details voortdurend geregistreerd, gecontroleerd en gestuurd. Niemand weet precies in hoeveel databanken hij of zij verzeild is geraakt. Af en toe “fuseren” zulke databanken, waardoor de indruk ontstaat dat het met de aangroei nog wel meevalt. Maar het verzamelen van data wordt er niet minder om.

In elke professionele organisatie is er behoefte aan zulke data. Bedrijven zijn er naar op zoek om de wensen van toekomstige cliënten te kennen; partijen om zichzelf beter in de markt te plaatsen; overheden om beleidsmaatregelen door te drukken. Wie een tikkeltje achterdochtig van aanleg is, kan zelfs in Facebook of beveiligingscamera’s instrumenten zien om ons “te leren kennen”, te weten welke stappen we zetten, op welk moment van de dag en met welke intentie. Die drang om het gedrag van mensen te kennen en te sturen is een belangrijke opzet geworden van “de politiek”. Die voelt al lang niet meer bevrijdend aan, maar juist knellend. De Sp.a. presenteert zichzelf als geen ander als de pleitbezorger van een sterke overheid. Die sterke overheid wordt echter steeds minder als een bondgenoot van het individu gezien en steeds meer als een bemoeizieke stiefmoeder.

De sterke overheid is vooral een technocratische overheid geworden. Die technocratisering werkt door in de sociale zekerheid: een systeem dat leunt op verplichte, haast afgedreigde solidariteit. Deze solidariteit is niet spontaan, vanuit het hart, maar zakelijk en beredeneerd. Het is een mechanisme in de meest koele zin van het woord: een bureaucratisch herverdelingssysteem waar netto-gevers geen voldoening uit halen en netto-ontvangers geen dankbaarheid voor tonen. Waarom zouden ze ook? Het ontvangene is per slot van rekening niet van harte gegeven. Diezelfde technocratisering vinden we terug in het bedrijfsleven, waar mensen nog louter op een strak omlijnde output worden beoordeeld (van postbodes tot verplegers), ten koste van de sociale, niet-kwantificeerbare aspecten van hun beroep. Ook aan de universiteiten zet ze zich genadeloos door in zowel onderwijs (via financieringsmechanismen) als onderzoek ('publish or perish'). Een richting als sociologie is gaandeweg geëvolueerd naar een soort toegepaste technocratische wetenschappen in functie van het beleid. Kortom: we zijn voortdurend onderhevig aan krachten die ons "bijsturen".

Als de Sp.a. nog een toekomst voor zichzelf wil, zal ze een kritischere houding moeten aannemen tegenover de opstelling van de overheid. Ze zal op zoek moeten naar een ideologie die burgers weer verlost van de knellende banden van de technocratie zonder ze daarom over te leveren aan een libertarische “jungle”. Socialisten moeten in de 21ste eeuw streven naar een “slimme” overheid, die zich bescheiden, minder centralistisch opstelt en zuurstof geeft aan spontaniteit. Pas dan kan ze een alternatief zijn voor de technocratische benadering van de bedrijfswereld en als “nodig” worden aangevoeld.
Den Duisteren Duikboot is offline   Met citaat antwoorden