Los bericht bekijken
Oud 28 maart 2009, 18:13   #1
Deepeco
Parlementsvoorzitter
 
Geregistreerd: 25 december 2008
Berichten: 2.150
Standaard We discrimineren te veel

We hebben een morele blinde vlek. Een grootschalige vorm van discriminatie die we niet zie, terwijl we pretenderen tegen elke vorm van discriminatie te zijn...

Indien we onderdrukking willen bestuderen vanuit het perspectief van gelijkwaardigheid, komen we tot de notie van discriminatie.
Definitie: A discrimineert B ten opzichte van C indien A meer rechten, voordelen of kansen van B dan van C berooft of ontzegt, op basis van eigenschappen van B en C die niet relevant zijn voor de handeling of beslissing van A.
Deze definitie verwijst naar individuen A, B en C. Maar we kunnen de studie van discriminatie verhelderen door te verwijzen naar groepen: stel dat de individuen A en C behoren tot de ‘groep A’, en het individu B behoort tot de ‘groep B’. Aan de hand van deze twee groepen kunnen we een belangrijke vorm van discriminerende onderdrukking bespreken: het hiërarchisch dualisme (cfr. Australische filosofe Val Plumwood). Dat biedt een interessant perspectief om structurele machtsrelaties te analyseren. Dergelijke machtsrelaties zijn vaak ingebed in politieke, economische of maatschappelijke systemen. De machtsstructuur van een hiërarchisch dualisme laat zich dus zeer eenvoudig voorstellen omdat er slechts twee ‘polen’ aanwezig zijn: de bovenkant die bestaat uit overheersers (de groep A) en de onderkant van onderdrukten (de groep B). Typische voorbeelden zijn:
-mannen onderdrukken vrouwen (seksisme),
-heteroseksuelen onderdrukken homoseksuelen en transseksuelen (seksisme),
-kapitalisten en werkgevers onderdrukken arbeiders en werklozen (klassisme),
-rijken onderdrukken armen en daklozen (klassisme),
-intellectuelen onderdrukken lager opgeleiden en handarbeiders (klassisme),
-volwassenen onderdrukken bejaarden en kinderen (ageïsme),
-Gezonde mensen onderdrukken andersvaliden en gehandicapten (validisme)
-blanken onderdrukken zwarten en andere kleurlingen (racisme),
-autochtonen onderdrukken allochtonen en immigranten (racisme),
-“beschaafde” westerlingen onderdrukken inheemse “primitieve” volkeren (racisme),
-mensen onderdrukken dieren en planten (speciëcisme of soortisme).

Hiërarchische dualismes worden vaak door de volgende eigenschappen gekenmerkt:
1) Er is een diepe kloof tussen de twee polen, een radicale uitsluiting. Overlappingen tussen de bovenkant en de onderkant worden ontkend. Twijfelgevallen worden genegeerd en worden vaak ook onderdrukt. Bijvoorbeeld:
-transseksuelen en homo’s zijn equivalent aan vrouwen en krijgen daarom niet de privileges van mannen (seksisme),
-mulatten zijn equivalent aan zwarten en krijgen daarom niet de rechten van de blanken (racisme),
-en ook al hebben wij mensen 98% van onze genen gemeenschappelijk met de chimpansee en kunnen chimpansees intelligenter zijn dan 5-jarige kinderen, toch zijn chimpansees geen personen terwijl baby’s met ernstige genetische afwijkingen dat wel zijn (speciësisme).
2) De onderkant wordt vaak ‘negatief gedefinieerd’: onderdrukten hebben niet de vereiste eigenschap waarmee de overheersers de superioriteit van de bovenkant rechtvaardigen. Bijvoorbeeld:
-alle mannen hebben rationele denkvermogens en vrouwen hebben die niet (seksisme),
-alle blanken hebben een ziel en zwarten hebben die niet (racisme),
-alle mensen hebben een moreel bewustzijn en dieren hebben dat niet (speciëcisme).
3) De onderdrukten worden soms ten onrechte gecriminaliseerd, en zijn ze vaak de zondebok. Bijvoorbeeld:
-overspelige vrouwen zijn zelf schuldig, ze vormen een gevaar voor de patriarchale zeden en moraal, en die vrouwen dienen daarom gestenigd te worden (seksisme),
-joden en zwarten vormen een bedreiging voor het zuivere blanke Arische ras, en daarom dienen ze uitgemoord te worden (racisme),
-muisjes in huis en mollen in de tuin vormen een plaag en daarom dienen ze uitgeroeid te worden (speciëcisme).
4) De onderdrukten worden vaak gemarginaliseerd, en hun belangen worden vaak geminacht. Bijvoorbeeld:
-de ‘wispelturige’ gevoelswereld van vrouwen is niet interessant genoeg (seksisme),
-de dromen en verlangens van zwarten zijn niet relevant genoeg (racisme),
-de pijn van dieren en het leven van planten is niet belangrijk genoeg (speciëcisme)
5) De onderdrukten worden vaak gestereotypeerd of gehomogeniseerd, en hun individuele verschillen worden vaak ontkend. Bijvoorbeeld:
-alle homo’s zijn verwijfde janetten die niets kennen van echte mannelijke waarden (seksisme),
-alle zwarten zijn wilde beesten die niets kennen van fatsoensnormen, kunst en cultuur (racisme),
-alle dieren zijn domme robotten die niets kunnen voelen (speciëcisme).
6) De onderdrukten worden vaak geïnstrumentaliseerd, en hun intrinsieke waarde wordt vaak ontkend. Bijvoorbeeld:
-vrouwen zijn seksobjecten (seksisme),
-zwarten zijn werkslaven (racisme),
-dieren zijn vleesproducten (speciëcisme).

De gelijkenissen tussen seksisme, racisme en speciëcisme zijn verbijsterend sterk. Bovendien vloeien vaak de verschillende vormen van onderdrukken samen, ze vervlechten in elkaar en daardoor versterken ze elkaar. Zo worden bv. vrouwen en zwarten vaak als dieren afgebeeld. Mannen maken ‘jacht’ op vrouwen. Slavenhandelaars waren (en zijn nog steeds) meestal mannen. De man staat achter de barbecue terwijl de vrouw de groentjes snijdt. Sterk vereenvoudigd zou men kunnen stellen dat de hoogopgeleide, ondernemende, rijke, blanke, heteroseksuele man zichzelf als ‘meestersubject’ in het centrum plaatst, en alle anderen (armen, arbeiders, zwarten, homo’s, vrouwen, dieren, planten,…) instrumentaliseert, onderwerpt en in de marge plaatst.

We beweren tegen seksieme en racisme te zijn. Maar we zien niet dat onze houding tegenover dieren en de dierenuitbuitingsindustrie een grootschalige vorm van discriminatie is.

Laatst gewijzigd door Deepeco : 28 maart 2009 om 18:14.
Deepeco is offline   Met citaat antwoorden