Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Jeronimo
Mijnheer De Bruyn, uw partij kan het vandaag de dag toch redelijk goed met Moslims vinden. Vindt u dit niet merkwaardig aangezien Moslims over het algemeen heel conservatieve mensen zijn? En waarom doet uw partij steeds zo lovend over �*ndere culturen, terwijl het behouden van de Vlaamse cultuur als gevaarlijk nationalisme wordt gezien?
|
Ik denk dat deze bewering van begin tot einde fout is. Ik geloof niet dat mijn partij het redelijk goed met moslims kan vinden, maar dat ze wel voor godsdienstvrijheid is en dat ze achterstelling van mensen op religieuze of etnische gronden verwerpt. Bij schuimbekkende racisten wordt dat al snel vertaald naar: de socialisten trekken de migranten (meestal gebruikt men een lelijker woord) voor op de eigen bevolking! Heel wat van de bijdragen op dit forum staan stijf van dat soort meelijkwekkend geschuimbek (ik denk daarbij aan misterXYZ die vindt dat hij vertrouwelijk met mij mag zijn door mij ‘erikske’ te noemen).
Overigens stel ik vast dat mijn partij geen eenduidig standpunt heeft over de kwestie: kijk bijvoorbeeld naar het debat over het hoofdoekenverbod. Daarover worden binnen de SP.a verschillende standpunten ingenomen. Ook de vraag “waarom doet uw partij steeds zo lovend over �*ndere culturen, terwijl het behouden van de Vlaamse cultuur als gevaarlijk nationalisme wordt gezien?” is zonder onderwerp: ik denk niet dat de SP.a lovend doet over andere culturen en het behoud van de Vlaamse cultuur als gevaarlijk nationalisme beschouwt. De vraag is wel of er eigenlijk een ‘Vlaamse cultuur’ bestaat en hoe we die dan moeten omschrijven. Op een internetforum tijdens de verkiezingen van 2004 omschreef een flamingant die Vlaamse cultuur als ‘het recht op barbecue met varkensvlees, het eten van brochetten en het dragen van minirokskes’. Ik beschouw die handelingen niet als staatsgevaarlijk.
Genoeg gelachen nu, over de kern van uw vraag schrijf ik in mijn boek ‘Rooddruk voor een nieuw socialisme’ op pagina 109 het volgende:
‘Een eigenaardigheid van het multiculturalisme is dat het nogal gemakkelijk aanvaardt dat elke cultuur zich maximaal moet kunnen ontplooien, ook in het openbare domein. Maar de Indiase econoom Amartya Sen vraagt zich af: “Waar komt het idee vandaan dat het naast elkaar bestaan van allerlei culturen een vreedzaam karakter zal hebben? Zonder gemeenschappelijke basis is geen uitwisseling mogelijk en raken we verstrikt in permanente miscommunicatie of erger. Een aanzienlijke mate van verschil hoort bij een open samenleving, maar zonder gedeeld minimum kan een open samenleving niet productief zijn.” Het multiculturalisme pampert zowat alles wat van vreemde oorsprong is. Dat komt door de angst te discrimineren of niet te begrijpen. Die houding roept toch heel wat ethische dilemma’s op, geeft dubbele signalen aan de autochtone bevolking. In Europa is de gelijkberechtiging van vrouwen nog recent, ze is nog broos en onafgewerkt. En toch zouden we vergoelijkend en begripvol moeten opstellen ten aanzien van de onderdrukking van vrouwen binnen de islam? Of er voor de goede vrede geen punt van mogen maken?’