Op de lijst van 'Grootste Belgen aller tijden' van de Waalse televisiezender RTBF moet koning Leopold II het doen met een schamele dertiende plaats. Voor een man met zo veel eerzucht en grootheidswaanzin zou dit een grote teleurstelling zijn geweest. Bij zijn aanstelling als koning veklaarde hij België 'groter, machtiger en mooier' te willen maken.
Leopold II werd in 1835 geboren als tweede kind van koning Leopold I en Louise van Orléans. Zoals gebruikelijk in die tijd, ging hij al rond zijn veertiende in het leger. Op achttienjarige leeftijd trouwde Leopold II met Marie Henriette, dochter van een Oostenrijkse hertog. Dit huwelijk was uiteraard gearrangeerd en de twee kenden elkaar nauwelijks ten tijde van de huwelijksvoltrekking. De eerste jaren samen reisde het paar door heel Europa. Leopold was een fervent reiziger en werd één van de meest bereisde monarchen van Europa. Naas de Europese landen bezocht hij het Ottomaanse rijk, Marokko, Algerije, Tunesië, Egypte, India en China. Waarschijnlijk deed hij tijdens deze reizen het idee op om een Belgische kolonie te stichten. Dit werd zijn droom en zijn persoonlijke missie. Marie Henriette en Leopold kregen vier kinderen: één zoon en drie dochters. Zijn zoon, Leopold, de enige troonopvolger, overleed toen hij negen jaar oud was. Voor Leopold II was dit een grote schok, vooral omdat hij nu geen troonopvolger meer had. Zijn jongere neef, Boudewijn, kwam deze eer nu toe. In 1865 werd Leopold II, na de dood van zijn vader, de koning van België. Omdat hij geen eigen troonopvolger had, was het goed uithuwelijken van zijn dochters des te belangrijker. Leopold hield zich intensief bezig met het sluiten van tactische huwelijken die status en macht zouden opleveren. Zijn vrouw Marie Henriëtte trok zich ondertussen steeds vaker terug in hun buitenverblijf in Spa, waarop Leopold zich vermaakte met verschillende minnaressen.
Na langdurig onderzoek en voorbereiding kreeg Leopold het tijdens de conferentie van Berlijn in 1885 voor elkaar dat hij het grootste gedeelte van Afrikaans Kongo kon inlijven als zijn persoonlijke kolonie. Eindelijk ging zijn droom van een machtig en groot België in vervulling. Hij beweerde civilisatie te willen brengen aan de inheemse bevolking en de slavenhandel een halt toe te willen roepen. In plaats daarvan voerden zijn soldaten het meest barbaarse schrikbewind en maakte de koning het grootste deel van de bevolking tot zijn slaaf door haar te laten werken in de rubber- en ivoorwinning. Martelingen, ontvoeringen, verkrachtingen en het afhakken van van hoofden en handen van de inheemse bevolking waren aan de orde van de dag. De bevolking werd systematisch uitgebuit en met de grote opbrengsten van rubber en ivoor bouwde Leopold paleizen, kerken en villa's. De meningen onder historici verschillen: in de drieëntwintig jaar dat Leopold de macht had in Kongo, zijn er tussen de
tien en twintig miljoen Kongolezen omgekomen en misschien wel meer. Toen uiteindelijk de internationale gemeenschap ging protesteren tegen dit misdadige bewind, heeft Leopold II Kongo in 1908 aan de Belgische regering overgedaan als kolonie van België. Eerst in de jaren zestig van de twintigste eeuw werd Kongo onafhankelijk en tegenwoordig heet het Congo.
Uit onderzoek van de Vlaamse journalist Kris Clerkx is gebleken dat Leopold in 1854 vergevorderde plannen had om Nederland binnen te vallen en inzonderheid het zuidelijke, katholieke deel te annexeren. Zijn spionnen hadden hem verzekerd dat het Nederlandse leger minder sterk was dan het Belgische en dat het plan haalbaar zou moeten zijn. Zij zagen als obstakel alleen de vaderlandslievendheid van de Nederlandse bevolking. De uiteindelijke reden om Nederland niet binnen te vallen, lag in het feit dat Leopold
geen steun kreeg van Frankrijk. Nederland kroop door het oog van de naald, want als Leopold II Nederland net zo geregeerd zou hebben als Kongo, dan zou er weinig van Nederland zijn overgebleven.
De dood van zijn eerste vrouw was voor Leopold een aanleiding om zijn relatie met de zevenveertig jaar jongere Blanche Delacroix openlijk te onderhouden. Met haar kreeg hij, inmiddels in de zeventig, nog twee zonen, maar dezen waren buitenechtelijk en konden geen troopopvolger zijn. Vijf dagen voor zijn dood in 1909 trouwt hij nog met Blanche, maar dat was alleen voor de kerk en het huwelijk werd niet door de staat erkend. Wel kregen zijn zonen de titels
hertog van Tervuren en
graaf van Ravenstijn en deelden zij samen met hun moeder een deel van de erfenis. Leopolds dochters kwamen minder goed ervanaf: zij werden kort voor zijn dood onterfd. Alle paleizen en villa's gingen naar de staat. Leopold II liet een welvarend België na, maar daarnaast een leeggeroofd, grotendeels uitgemoord en verslagen Kongo.
