Toetreding van Turkije tot de EU zal leiden tot het te ver oprekken van de machtsstructuur van Europa, waarschuwtFrits Bolkestein.
In 2003 hebben 21.870 Turken asiel in de EU-25 aangevraagd, van wie 2.127 werden aanvaard. De regeringen van de EU-landen erkenden in 2003 zelf dat de Turkse regering meer dan tweeduizend van haar burgers vervolgde. Op 9 november 2005 – dus krap een jaar geleden – heeft de Europese Commissie een voortgangsrapportage gepubliceerd over Turkije. Daarin staat dat nog steeds vooruitgang wordt geboekt bij de hervormingen maar in een lager tempo. Het rapport gaat verder en benoemt de volgende problemen.
(1) Voortgaande schendingen van mensenrechten. (2) Te grote invloed van het leger. (3) Er zijn nog steeds gevallen van marteling. (4) De vrijheid van meningsuiting wordt nog steeds niet overal geëerbiedigd. (5) Niet-islamitische minderheden worden gediscrimineerd. (6) Er zijn nog steeds gevallen van geweld tegen vrouwen. En (7) de culturele rechten van minderheden zijn nog steeds beperkt.
In maart 2005 verstoorde de politie met geweld een demonstratie van vrouwen, bedoeld ter viering van de Internationale Vrouwendag. In mei 2005 werd de grootste lerarenvakbond verboden omdat die onderwijs in de eigen taal voor de veertien miljoen Koerden had bepleit. Wie pleit voor een open debat over de Turkse genocide, die tijdens WOI aan 1,5 miljoen Armeniërs het leven heeft gekost, wordt aangeklaagd wegens ‘belastering van de nationale identiteit’.
In zijn artikel ‘Nee tegen Turkije is geen optie’ (Forum, 14 september) schrijft Yoeri Albrecht dat toetreding tot de EU de toestand van de mensenrechten daar zal verbeteren. Waarop baseert hij dat? Het is eerder het tegendeel: na de toetreding zal elk animo om dat te doen, verdwijnen.
Dit is de eerste reden waarom toetreding moet worden afgewezen. Er zijn minstens drie andere redenen. Mensen worden getekend door de geschiedenis van hun land. Turkije heeft een grootse geschiedenis, vooral in de hoogtijdagen van het Ottomaanse Rijk, maar die is anders dan de onze. Vooral de verhouding tussen individu en collectief is niet wat zij in Europa is. Men kan Turkije dus bezwaarlijk een Europees land noemen.
De toetreding van Turkije zal voorts onvermijdelijk leiden tot die van Oekraïne, dus Wit-Rusland en Moldavië, en – waarom niet? – tot de drie Kaukasische republieken Georgië, Armenië en Azerbeidzjan. De eerste drie staten zijn zeker Europeser dan Turkije.
Kan men hen dat dan niet weigeren? De ministers van Buitenlandse Zaken van de EU hebben getoond geen ‘nee’ te kunnen zeggen. Buitenlandbeleid is in hun handen verworden tot ‘aardig zijn voor anderen’.
Wat voor Unie zou een EU van 35 lidstaten (inclusief Turkije) zijn? De EU is geen vriendenclub. De fundamentele vrijheden van de EU moeten door de Europese Commissie worden bewaakt. Zij is de hoedster van de verdragen. Dit betekent dat de Commissie de lidstaten vaak moet overtuigen, en zo nodig moet dwingen, hun wetten te wijzigen. Dat is met 25 EU-lidstaten al moeilijk genoeg. Toen ik de Commissie in 2004 verliet, zat ik op een berg van 1500 van zulke inbreukprocedures. Lidmaatschap van de Unie houdt de aanvaarding in van maatregelen die diep kunnen snijden in het weefsel van de lidstaten.
Dat is nu al heidens moeilijk. Lidstaten willen steeds weer hun eigen weg gaan en de Europese regelgeving ontduiken. Een uitbreiding met Turkije zal leiden tot wat de historicus Paul Kennedy imperial overstretch heeft genoemd: het oprekken van een machtsstructuur tot voorbij het haalbare. Toetreding van Turkije zou een triomf zijn van de Britse diplomatie, die altijd verwatering van de EU heeft nagestreefd. Daarom zei de voormalige kanselier Helmut Schmidt: ‘Toetreding van Turkije zou meer zijn dan de EU aankan.’
Nog een reden om niet met de toetreding in te stemmen, is dat de meerderheid van de Europese bevolking dat niet wil. Het gemiddelde van de voorstanders is 35 procent.
De Turkse premier Erdogan zegt dat als Turkije niet wordt toegelaten, de EU zal vervallen tot ‘een christelijke club’. Hij weet feilloos onze zwakke plek te vinden. Want wie wil nu behoren tot ‘een christelijke club’? Dat is toch een totaal overleefde categorie? Wij ruimdenkenden en begripvollen, zal Yoeri Albrecht zeggen, zijn toch wars van zo’n bekrompen identiteit?
|