Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door job
De zgn. taalvrijheid betekende in de praktijk dat het toegelaten was overal Frans te spreken. Dat was hun 'vrijheid'. Een vrijheid die de franstaligen nu nog altijd opeisen in Vlaanderen.
Ook de Vlamingen gaf men toen de 'vrijheid' om Frans te spreken...
|
Eigenlijk betekende dit dat men de taal mocht spreken die men wilde. Dat betekende dit juridisch. Dus ook Vlaams. Of Duits. En dus nogmaals, als de leidende Vlaamse klasse op hun taal hadden gestaan, dan was, om maar een voorbeeld te geven, Brussel niet verfranst noch om het even welke plaats in de Rand. U komt altijd janken dat de franstaligen alles wilden verfransen. Indien zij de kans niet hadden gekregen, hadden ze niets kunnen verfransen. Punt uit.