De Brusselse CD&V-fractie stelt vast dat de verkiezingskoorts bij SP.a-er Jef Vandamme en N-VA-er Paul De Ridder blijkbaar omgeslagen is acute schizofrenie en misprijzen voor de fundamentele democratische rechtsregels. In hun populistische commentaar op de beslissing van het Bureau van de VGC-Raad inzake de VB-fractie “vergeten” Vandamme en De Ridder dat het Bureau van het Brussels Parlement, waartoe ook de SP.a behoort, nog maar kort geleden precies dezelfde beslissing nam. Kunnen Vandamme en De Ridder uitleggen waarom volgens hen de Nederlandstalige verkozenen in het Brussels Parlement tegenovergestelde rechtsregels zouden moeten volgen naargelang ze vergaderen in het Brussels Parlement of in de VGC-Raad?
Want hier gaat het om: baseren we de werkwijze van onze parlementaire instellingen op de regels die vastgelegd zijn in Wetten? Of vinden we, zoals Vandamme en De Ridder, dat de fundamentele democratische rechten van Vlaamse verkozenen (en dus ook van hun kiezers) in Brussel verschillen van week tot week en naargelang de sympathieën en antipathieën van wie hierover vergadert?
Voor CD&V vormen de rechtsregels vastgelegd in de Bijzondere Brusselwet en in de kieswetgeving de absolute basis voor de werking van onze Brusselse instellingen. Wie daarmee speelt omwille van redenen van politieke opportuniteit speelt een gevaarlijk spel. Daar doen wij niet aan mee.
Tenslotte betreurt de CD&V-fractie de volkomen misplaatste insinuaties vanwege Jef Vandamme aan het adres van haar Parlementsleden Brigitte De Pauw en Walter Vandenbossche. CD&V geeft de beschaafde manier van aan politiek doen niet op en betreurt dat Vandamme dit wel doet.
Brigitte DE PAUW, CD&V-fractievoorzitter
Walter VANDENBOSSCHE, Eerste Ondervoorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement
Bianca DEBAETS, Brussels Volksvertegenwoordiger
Bron:
politics.be