Geef de meerderheid van de planeet terug aan de natuur!
Miljarden jaren evolutie hebben de levende wezens op onze planeet reeds achter de rug. Uit één gemeenschappelijke voorouder zijn de enkele honderdduizenden door de mens beschreven en de nog veel meer onbeschreven soorten organismen geëvolueerd. Over het algemeen kwamen er steeds meer soorten bij. Elke soort kreeg zijn specifieke eigenschappen vanwege evolutionaire voordelen die verschilden tussen verschillende soorten, omgevingen waarin ze voorkwamen en andere soorten die in de omgeving voorkwamen.
Op een bepaald moment was er een soort die zichzelf Homo sapiens ging noemen. Deze soort onderscheidde zichzelf door de combinatie van zijn denkvermogen enerzijds en zijn handen die perfect geschikt waren om de aarde te bewerken anderzijds. Van deze eigenschappen maakte de soort gretig gebruik. In relatief korte tijd had deze soort een groot deel van de aarde zodanig hard bewerkt dat dit deel van de aarde niet langer natuur genoemd kon worden.
Terwijl de natuur gekenmerkt bleef door stevige natuurlijke selectie, werd de 'beschaafde wereld' na een tijd gekenmerkt door het gebrek daaraan. In de beschaafde wereld kon na een tijd elke mens met eender welke kwaal overleven en zich voortplanten. Mutaties bleven ontstaan bij de mensen, maar ze waren nog zelden bepalend voor het al dan niet kunnen overleven en voortplanten. Dat zorgt er in combinatie met het feit dat de meeste mutaties nadelig zijn voor dat deze mens onmogelijk nog evolueren kan in een hogere levensvorm.
De andere levensvormen die in de beschaafde wereld leven staan voor een steeds groter wordend deel bloot aan menselijke selectie naast de natuurlijke. De 'wilde' dieren die hier leven passen zich aan de door de mens gecreëerde veranderingen van de omgeving aan. Complexe relaties tussen soorten worden ingeruild voor eenzijdige relaties tussen soort en onnatuurlijke omgeving. Daarnaast hebben we ook nog organismen die enkel en alleen door de mens geselecteerd worden met als doel het leven van de mens aangenamer te maken.
De natuur, de wereld waarin organismen kunnen ontstaan die deze natuur kunnen ombouwen, wordt alsmaar kleiner. Dit terwijl in een groot aaneengesloten gebied een grotere selectiedruk bestaat. Door de oppervlakte van de natuur te verkleinen wordt de selectiedruk dus mee verkleind.
De kans dat een organisme ontstaat dat in staat is om dingen te doen waartoe de mens niet in staat is, wordt door ons, de mens, verkleind of zelfs helemaal vernield. Dit terwijl het ontstaan van meerdere wezens die zich kunnen onttrekken van de natuur er net voor kan zorgen dat deze wezens elkaar kunnen aanvullen en samen in staat kunnen zijn tot dingen waar wij als mens alleen maar van kunnen dromen.
Daarom en ook vanwege de schoonheid van bio-diversiteit zouden wij mensen moeten stoppen met het bewerken van de laatste resterende oppervlakte aan natuur op de aarde. We zouden er zelfs goed aan doen om oppervlakte van de aarde die nu door mensen bewoond wordt terug te laten verwilderen.
Om de oppervlakte die wij innemen te verkleinen, moeten wij in aantal afnemen. Wij kunnen enkel in aantal afnemen wanneer iedereen gemiddeld minder dan twee kinderen heeft. Dit is nu in het totaalplaatje helemaal niet het geval. Vooral daar waar mensen arm zijn kweekt men nog als konijnen. Dit doet men daar omdat het daar de eigen kinderen zijn die voor de sociale zekerheid moeten zorgen. In die situatie kan je maar beter meer dan twee kinderen maken voor het geval er een paar sterven.
De oplossing voor het terugdringen van de grote wereldpopulatie is daarom het wereldwijd invoeren van dezelfde sociale zekerheid. Dat dit één sociale zekerheid is en geen verschillende sociale zekerheid per land is essentieel. Dit is namelijk de sociale globalisering die nodig is naast de economische globalisering opdat de welvaart die in een land gecreëerd wordt niet geëxporteerd wordt naar een ander land. Een sociale zekerheid in een land met buitenlandse parasieten is gewoonweg niet mogelijk vanwege het gebrek aan geld, dus moeten de buitenlandse parasieten daar mee voor betalen.
Wanneer de sociale globalisering een feit is, kan de wereldbevolking beginnen afnemen, indien nodig met een verbod op meer dan twee kinderen per persoon. Hierna kan er oppervlakte van de aarde terug aan de natuur gegeven worden, waarna de schoonheid van evolutie voor partners voor de mens kan zorgen. Deze partners kunnen de gebreken van de mens aanvullen en vice versa. Het resultaat is een aarde met een mooie natuur en een beschaafde wereld met een niet voor te stellen welvaart.
|