Vrijspraak in beroep voor verkrachters 16-jarig meisje
Het hof van beroep in Brussel heeft vrijdag Mounir D. en Abdelmajid M., twee Marokkaanse mannen van 22, vrijgesproken voor de collectieve verkrachting van een 16-jarig meisje. De correctionele rechtbank veroordeelde hen in eerste aanleg tot 37 maanden effectieve celstraf elk.
De feiten speelden zich af in de nacht van 1 op 2 mei 2001 in Brussel. De jongemannen werden bovendien beschuldigd van foltering en opsluiting. Volgens Mounir, Abdelmajid en de andere twee beklaagden die niet in beroep gingen, stemde het slachtoffer in en kenden ze het meisje al van voor de feiten.
Een van de vier trok de handtas en de gsm uit de handen van het slachtoffer, die in hun wagen stapte in de ijdele hoop haar spullen te recupereren. Ze werd daarop meegevoerd naar een afgelegen plaats in een Brussels park en verkracht.
Het meisje beweert bescherming te hebben gezocht bij Haki E., een van de vier mannen, in de hoop dat de anderen haar met rust zouden laten. In tegenstelling tot zijn belofte, gebeurde dit niet. Het meisje heeft zelf toegegeven dat ze haar verkrachters kende van voor de feiten, maar legde tegenstrijdige verklaringen af over het aantal aanwezige mannen en over wat zich precies heeft afgespeeld.
Het hof van beroep oordeelde dat er ook na het onderzoek twijfel blijft bestaan over de zaak. Het hof acht het met name voor bewezen dat een van de andere verdachten die niet in beroep ging, Rachid A., bepaalde delen van het ondergoed van het meisje in brand stak en de rest in het park verspreidde. Het meisje moest daardoor naakt in het park op zoek naar haar kledij. Dit verklaart volgens het hof de boosheid van het meisje tegen de groep.
|