Zo karakteriseerde secretaris-generaal Ban Ki-moon gisteren tijdens een speciale vergadering van de Algemene Vergadering van de VN de situatie in Pakistan, dat kampt met hevige overstromingen:
‘This is what I saw: Village after village — washed away. Roads, bridges, homes — destroyed. Crops and livelihoods — wiped out.
I met many women and men with very little in the best of times, awash in a sea of suffering. They shared their fears of the next wave — the next wave of water, the next wave of disease, the next wave of destruction.
The eyes see. The ears hear. Yet, somehow, the mind struggles to grasp the full dimension of this catastrophe.
Almost 20 million people need shelter, food and emergency care. That is more than the entire population hit by the Indian Ocean tsunami, the Kashmir earthquake, Cyclone Nargis and the earthquake in Haiti — combined.
At least 160,000 square kilometres of land is under water — an area larger than more than half the countries of the world.
Make no mistake: this is a global disaster, a global challenge. It is one of the greatest tests of global solidarity in our times.’
Tot nu toe kwamen er door de overstromingen bijna 1500 mensen om, er zijn meer dan 2000 gewonden, bijna één miljoen huizen zijn beschadigd of verwoest. Door de ramp zijn twintig miljoen mensen getroffen. 160 vierkante kilometer land staat onder water. Naar schatting 3,2 miljoen hectare van de oogst is verwoest, waarmee het inkomen van zo’n tachtig procent van de getroffenen eveneens wegvalt. De Wereldbank meldde dat alleen al het verlies in de landbouwsector meer dan 1 miljard dollar zal bedragen. Door de omvang van de overstromingen zal er ook niet gezaaid en geplant kunnen worden. De verwachting is dat de landbouwgrond de komende twee jaar onbruikbaar zal zijn. De veestapel is gedecimeerd. En het leed is nog lang niet geleden, want de verwachting is dat er nog veel meer zware moessonregens aan komen gedurende de komende vier weken. Bovendien valt binnenkort de winter in.
Twintig miljoen mensen hebben geen dak boven hun hoofd, niet te eten, niet te drinken en geen medische zorg. Omdat schoon drinkwater niet voorhanden is drinken mensen besmet water. De eerste choleragevallen zijn al waargenomen. Men is bang voor grotere cholera- en tyfusuitbraken. Uitbraken waardoor het leven van 6 miljoen kinderen gevaar loopt. Er zijn bovendien tienduizenden hoogzwangere vrouwen die in de komende weken moeten bevallen. Schattingen geven aan dat als de situatie niet verbetert, zo’n 25.000 van de pasgeborenen zullen sterven.
We noemen dat eufemistisch ‘de overstroming’. Gelet op de berichten tot nu toe is het eerder een Watersnoodramp met Bijbelse proporties. Ban Ki-moon:
‘…this disaster is far from over. The rains could continue for weeks. And only now are we beginning to understand the true scope of this disaster.
Pakistan is facing a slow-motion tsunami. Its destructive power will accumulate and grow with time.’
Met moeite is door de VN het bedrag opgehaald dat nodig is om in de komende maanden de eerste noodhulp te kunnen bieden. Maar er is veel en veel meer geld nodig om ook in de tijd daarna mensen te kunnen ondersteunen en om het land weer op te bouwen. Ik lees op het internet de reacties onder de berichten. Dat het allemaal de schuld is van de corrupte Pakistaanse overheid. Dat mensen bang zijn dat degenen die ze nu redden zich in de toekomst tot terrorist zullen ontpoppen. Dat de hulporganisaties hun werk niet goed doen en er geld aan de strijkstok zal blijven hangen. Medemenselijkheid lijkt plaatsgemaakt te hebben voor kille overwegingen en hardvochtigheid. Solidariteit, dat is een woord uit het verleden. Mensen zijn rampenmoe, zo lees ik zelfs.
De Watersnoodramp van 1953 in Nederland zette 165.000 hectare land onder water. In Pakistan hebben de overstromingen tot nu toe 160.000 vierkante kilometer, ofwel 16.000.000 hectare onder water gezet. Het springtij in Zeeland duurde één dag, maar Pakistan zullen ook de komende weken geteisterd worden door moessonregens. Het zal dan ook nog veel en veel erger worden.
Ban Ki-moon deed eerder al een oproep voor 460 miljoen dollar om in de komende 90 dagen noodhulp te kunnen bieden, een bedrag dat inmiddels is toegezegd door staten en andere donoren. Maar dat is slechts het begin, om de eerste drie maanden door te komen.
Als het water zich terugtrekt moet begonnen worden met het herstel en de wederopbouw van huizen, scholen, ziekenhuizen, irrigatiekanalen, communicatieverbindingen en wegen. Wil er volgend jaar geoogst kunnen worden, dan moeten de boeren zaden, meststoffen en gereedschappen krijgen om te kunnen herplanten.
Ban Ki-moon kondigde aan dat de VN overweegt om in september een high-level bijeenkomst over Pakistan te organiseren wanneer de wereldleiders toch al bij elkaar komen voor de top over de millennium ontwikkelingsdoelen. Daarnaast is het de bedoeling in oktober de, zoals Ban Ki-moon dat noemde ‘ Vrienden van Democratisch Pakistan’ bijeen te roepen.
Ban Ki-moon eindigde met een oproep aan de wereldleiders:
‘This disaster is like few the world has ever seen. It requires a response to match. Pakistan needs a flood of support.
Yet in the media, we hear talk of so-called “fatigue”. There are suggestions that Governments are reluctant to cope with yet another disaster, that they hesitate to contribute more to this part of the world.
But let us remember: if anyone should be fatigued, it is the ordinary people I met in Pakistan — women, children and small farmers, tired of troubles, conflict and hardship.
Instead of fatigue, however, I saw determination, resilience, the hope and expectation that they will not be alone under the darkest of skies.
When faced with the tsunami, the earthquake in Haiti and other natural disasters, we showed extraordinary humanity. Let us do so again today. Together, let us stand with the people of Pakistan. Let us act so that this natural disaster does not become a man-made catastrophe. Let us give this our all.’