Hier worden postulaten naar voor gebracht alsof het vanzelfsprekende evidenties zouden zijn. Maar men haalt hier twee a priori onafhankelijke functies van de staat doorheen.
De eerste functie is gewoon een "gemeenschappelijk stellen van zekere diensten". Ttz, iedereen draagt bij naargelang hij staatsdiensten gebruikt, naargelang hij van externalities van die staatsdiensten gebruik maakt.
Bijvoorbeeld: de staat bouwt wegen, geeft gerechtelijke bescherming, politiebescherming, geeft straatverlichting, heeft informatieve diensten, doet administratie en zo. Het is normaal dat je voor die ontvangen diensten betaalt. De staat zorgt ook voor een politieke structuur (de weddes en weelde van alle staatsmachthebbers), dat is ook een "dienst" die we "krijgen": we betalen voor goed (?) beleid.
De "eerlijke" belasting hiervoor zou ongeveer een constant bedrag moeten zijn, te betalen door iedereen. Rijken zouden IETS meer moeten betalen, gewoon omdat zij bijvoorbeeld meer politiebescherming gebruiken (gezien ze meer bezit hebben) en misschien wat meer wegen gebruiken met zijn vette slee. Maar dat is minuskuul meer. Het gros van de diensten die een rijke van de staat krijgt, is vergelijkbaar met wat een arme van de staat krijgt.
In de mate dat belastingen betalen dus gewoon "het vergoeden van staatsdiensten" is, zou iedereen ongeveer hetzelfde bedrag aan belastingen moeten betalen, dat is het eerlijkste.
Het is eigenlijk het enige dat door "wederzijds akkoord" kan tot stand komen: we vinden allemaal, samen, dat die staatsdiensten nuttig zijn, een goeie zaak zijn, en we willen daar dus allemaal voor betalen. Voor zowel de rijke als de minder rijke is dat een goeie deal.
Maar men kent soms ook aan de staat een "herverdelingsfunctie" toe: ttz, afpakken van rijke mensen om het aan minder rijke mensen uit te delen. Dat is helemaal niet iets van "wederzijds akkoord", dat is het benadelen van een en bevoordeligen van de andere. De rijke is daar niet mee akkoord natuurlijk. Hij heeft niks te winnen met die herverdeling.
Maar de machtstructuur van de staat, die er eerst was om geweld te verbieden, wordt nu aangewend om het spul van die rijke af te pakken (in ruil voor hetwelke die niks terugkrijgt) om het aan die minder rijke uit te delen. Dat kan enkel omdat er veel minder rijken zijn dan armen, en omdat de regels die de staat besturen door een vorm van democratische meerderheid worden beslist:
infeite is het niks anders dan 3 wolven en een schaap die stemmen over wat er op het menu komt. Het schaap heeft alleen maar te verliezen, maar is in de minderheid, zoals die rijke.
|