Wie is Satan? (arabisch: Iblis)
--------------------------------------------------------------------------------
"Toen Wij tot de Engelen zeiden: 'Buigt eerbiedig neer voor Adam', bogen zij zich eerbiedig neer, behalve Satan; hij weigerde en was hoogmoedig want hij was een van de ongelovigen". (Koran,2:34)
God droeg Adam op de naam van alle dingen te leren. Toen hij zover was, riep God alle Engelen (geschapen uit Licht) en Jinns (geschapen uit Vuur) samen, en ondervroeg God Adam. Adam gaf overal het juiste antwoord op. Daarop beval God alle aanwezige Engelen en Jinns te buigen voor Adam, als een teken van respect voor hem. Eén van de Jinns weigerde echter voor Adam te buigen. Deze Jinn, Satan genaamd (in het arabisch: 'Iblis'), was erg hooghartig en vond dat iemand als hij, die gemaakt was uit vuur, superieur was aan een schepsel dat slechts uit aarde gemaakt was. In zijn hoogmoed, wou hij niet buigen voor Adam, en weigerde hij dus het gebod van God uit te voeren. God besloot nu Satan te straffen voor zijn ongehoorzaamheid. Maar Satan vroeg God zijn straf uit te stellen tot aan het Einde der Tijden. Tegen dan, zei Satan, zou hij er in slagen de overgrote meerderheid van de mensen te doen afdwalen van het pad van God en tot zijn (Satan's) volgelingen te maken. God stond dit verzoek toe. Tijdens hun vijf dagelijkse gebeden vragen Muslims God om hen te beschremen tegen Satan.
Twee belangrijkse observaties:
Vooreerst, zit reeds van in het Scheppingsverhaal verankerd dat God de jinns en de mensen vrijheid geeft om Hem te dienen of niet.
Ten tweede, is het zo dat zelfs wanneer Satan weigert een bevel van God op te volgen dat rechtstreeks betrekking heeft op Adam (de mens), het niet Adam (de mens) is die Satan straft, maar God. Reeds van in het prille begin, is dus duidelijk dat geen mens kan oordelen over geloof of ongeloof van anderen, maar dat dit alleen God toe komt.
Dit laatste gaat zo ver in de Islam, dat er een uitdrukking is die zegt dat wanneer een Muslim een andere Muslim van ongeloof beschuldigt, er al minstens één ongelovige is, nl. diegene die de andere beschuldigt van ongeloof. Immers, oordelen over geloof is iets wat alleen God toekomt. De Islam is gebouwd rond het centrale concept dat er geen god is dan God (in het arabisch: Allah). Zich een goddelijke taak aanmeten, komt neer op het zich gelijkstellen aan God, en is dus de zwaarste zonde die men zich kan inbeelden. Oordelen over het geloof van anderen, betekent het zich aanmeten van een taak die alleen God toekomt, waarbij men zich dus gelijkstelt met God. Dit is bijgevolg een zeer zware zonde. Dit hangt samen met de centrale rol van godsdienstvrijheid in het Islamitisch model.
bron: centrum voor Islam in Europa : Rijks Universiteit Gent
__________________
[size=1]
[/size]
|