Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Roderik
Het is 1 van de vele oorzaken.
|
Het is niet zo zeer 1 van de vele oorzaken, maar eerder de onderliggende fout, die de andere veroorzaakte.
Citaat:
De eerste keuze voor een beginsel werd gemaakt in de wet van 31 juli 1921. Men koos toen voor het territorialiteitsbeginsel. Deze wet deelde het land in drie taalgebieden in: het Franse taalgebied, het Nederlandse taalgebied en het tweetalige Brussel. Tijdens het invoeren van deze wet splitste men echter niet het kiesarrondissement Brussel (nu Brussel-Halle-Vilvoorde), bijgevolg waren de volgende verkiezingen ongeldig. De eerstvolgende verkiezingen waren die van 15 april 1925.
|
Als de verkiezingen ongeldig waren had het parlement geen rechtsgeldigheid. Dit betekent dat elke wet die aangenomen is door een parlement zonder rechtsgeldigheid automatisch vervalt. Aangezien zij niet de rechtmatigheid hadden waar men over diende te beschikken. De federalisering van Belgie, zelfs de definitieve vastlegging van de taalgrenzen worden hiermee ongedaan gemaakt. Bijgevolg bestaan er geen gemeenschappen noch gewesten en dit allemaal, omdat men in het verleden een voor toen relatief klein gegeven vergeten is.
Het probleem BHV zoals we dat vandaag kennen is er vooral 1 van het aan de kaak stellen van een verfransingsgolf van het westelijke deel van Vlaams-Brabant. Het arrest van het grondwettelijk hof van 26 mei 2003 heeft de staving voor het behoud van het kiesarrondissement vernietigt, opdat dit discriminerend is en dus ingaat tegen het gelijkheidsbeginsel dat opgenomen is in de grondwet. Als men zou terugkeren naar kiesarrondissementen zou de ongrondwettelijkeheid verdwijnen of men kan de kieskringen behouden, maar dan moet BHV gesplitst worden en moet HV bij Leuven gevoegd worden om een provinciale kieskring Vlaams-Brabant te vormen. Deze gegevens doen vermoeden dat men BHV of de gevolgen van territorialiteit nooit tot op de diepte doorgrond heeft. Die moeite met doorgronding is iets dat men trouwens kan zien aan de hele evolutie van de taalwetgeving en staatshervormingen in België steeds opnieuw dacht men weer dat men DE oplossing gevonden had. Het vormt dus als het ware een aaneenrijging van korte termijnvisies. Zoals iedereen waarschijnlijk wel weet kunnen korte termijnvisies sterk diverentieren en dus (grote) tegenstrijdigheden met zich meedragen. Een kakafonie of een verschrikkelijk misbaksel is het logische gevolg van een dergelijke 'visie'. Een dergelijk misbaksel of kakafonie laat dan weer alle ruimte om fouten te maken en al helemaal fundamentele.
Alleszins het lijkt mij dat de auteur zijn bronnen goed bestudeerd heeft, aangezien hij officiële documenten van de kamer van volksvertegenwoordigers en de senaat tijdens de periode 1919-1921 aanhaalde in
Duiding bij de vorige posts + het nakijken van deze informatie met de notulen van de ministerraad over dezelfde periode. Op zich verandert dit niets aan de ernst van de situatie, maar wel aan de legitimiteit van de informatie. Uiteindelijk zal het van de mensen afhangen of zij bereid zijn om de gevolgen van dit alles onder ogen te zien en voor oplossingen wensen te gaan. Zo lang men onwetend is, is er geen probleem. Het enige echte probleem is dat de waarheid vroeg of laat naar boven zal komen en dan zijn de mogelijke gevolgen misschien nog erger!
In principe is het alsof men een huis gebouwd heeft op drijfzand en dit steeds opnieuw probeert op te lappen. Dit terwijl men eigenlijk niet beseft dat de onderste verdiepingen al lang verdwenen zijn in het zand.