Er eens goed op motten was gewoon een meer doortastende variant van de mening van mijn grootmoeder, een autochtone Edingse. In haar moedertaal, het dialect van 'Engen', formuleerde ze het zo: "wa kommen dej vremde iej toch duujn, mej eule liejreke drapoos?" (wat komen die vreemden hier toch doen, met hun lelijke vlaggen?).
De mensen van Edingen, of ze nu Frans praten of een Vlaams dialect, hebben lak aan extreem rechts crapuul.
|