Toen ik 12 was moest ik in de grote vakantie naar mijn tante.
Mijn ouders moesten gaan werken en ik mocht niet alleen thuis blijven.
Ik werd afgezet om 12u en tegen 17u kwam mijn moeder mij ophalen.
Ik herinner mij nog de eerste dag toen ik afgezet werd.
Mijn tante kwam opendoen en met veel show werd ik onthaald.
De overbuurman had dit blijkbaar gezien en kwam goeiedag zeggen.
Een erg vriendelijke man afkomstig uit Congo. Perfect geïntegreerd.
Op de bovenverdieping stond er een TV en een computer tesamen met andere rommel om mij bezig te houden. Mijn tante ging pannenkoeken bakken op de eerste dag.
Ik zat voor de computer en ik hoorde haar de trap opkomen.
"Er zijn geen eieren meer. Ik moet even naar de winkel. Moet ik iets voor je meebrengen?"
Ik vroeg een zakje snoep en ze stemde in.
Ze ging de trap af en ik hoorde de voordeur opengaan.
Ik keek door het raam.
Tot mijn verbazing ging ze binnen bij de overbuurman.
Na een half uur kwam ze buiten.
Ik stormde de trap af en de voordeur ging open.
"Heb je mijn snoepjes mee, tante?" , vroeg ik.
Ik zag dat haar haar een beetje in de war zat.
Haar mascara was een heel klein beetje uitgelopen.
Haar decolleté was een beetje rommelig.
Er was een stukje van haar BH te zien.
"Nee, de winkel was gesloten. Maar ik heb hier kant en klaar pannenkoekenbeslag."
Ze liet per ongeluk haar sleutels vallen en bukte voorover.
Ik zag dat er op haar hoofd een streep van een witte substantie was.
Ik zei niks en ging naar boven.
Toen ze riep dat de pannenkoeken klaar waren, heb ik gezegd dat mijn honger over was.