De Gezinsbond ziet onrechtvaardigheid binnen de Vlaamse Zorgverzekering. Sinds 1 januari 2004 krijgt elke bewoner van een residentiële zorgvoorziening een tussenkomst van de zorgverzekering, los van zijn leeftijd en graad van zorgbehoefte. Wonen in een voorziening wordt gezien als voldoende bewijs van zorgbehoevendheid. Maar ouderen die thuis wonen moeten wel hun zorgnood bewijzen. Heel wat ouderen en zeker hoogbejaarden kunnen slechts thuis wonen dankzij de steun en zorg van familie, vrienden en buren. Zonder hulp van mantelzorgers zouden zij het thuis niet meer redden. Blijkt nu dat, ondanks deze zorgnood, heel wat thuiswonende ouderen een tussenkomst van de zorgverzekering mislopen. Een aanzienlijke groep onder hen dient helemaal geen aanvraag in, een groot aantal anderen wordt geweigerd.
De Gezinsbond vindt dat de zorg, en een eventuele zorgpremie, inderdaad afgestemd moet zijn op de reële zorgnood, maar vandaag klopt het plaatje niet. Het is niet omdat iemand je helpt om thuis te blijven wonen dat er geen zorgnood meer is, en al zeker niet dat er geen extra kosten meer zijn. Het lijkt erop dat de inzet van mantelzorgers niet in rekening wordt gebracht. Nochtans werd de zorgverzekering destijds in de eerste plaats in het leven geroepen om thuiszorg te ondersteunen…
Om de werking van de zorgverzekering te verbeteren, vraagt de Gezinsbond dat de Vlaamse overheid:
- elke zorgkas verplicht om, jaarlijks bij de oproep tot betaling van de bijdrage, de 90-plussers onder hun leden op de mogelijkheid te wijst om een indicatiestelling te laten uitvoeren die hen het recht kan geven op een uitkering in het kader van de zorgverzekering. De indicatiestelling wordt op vraag van de aangeslotene gratis uitgevoerd.
- een orgaan voor indicatiestelling opricht, dat elke zorgbehoevende de garantie biedt dat zijn zorgnood correct en volgens dezelfde graadmeter bepaald wordt. Dit orgaan moet onafhankelijk van de zorgverstrekkers functioneren.
Annemie Drieskens
Gezinspolitiek Secretaris Gezinsbond,
Bron:
politics.be