Vrijstelling sociale bijdragen zelfstandigen: de zoveelste verborgen transfer Zelfstandigen die in financiële problemen zitten, kunnen aan de Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen een (tijdelijke) vrijstelling vragen voor de betaling van hun sociale bijdragen. De Commissie kan dat volledig, gedeeltelijk of helemaal niet goedkeuren. Deze Commissie valt onder de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, en zoals bij alles wat federaal is, werkt dit systeem vooral in het voordeel van de Franstaligen.
Dit laatste blijkt alvast nog maar eens ten overvloede uit het antwoord op een vraag die senator Anke Van dermeersch aan minister Laruelle stelde over de verdeling over de taalgroepen van de vrijstellingen inzake sociale bijdragen die van 2007 tot 2010 werden toegekend aan zelfstandigen.
Voor de genoemde vier jaar samen waren er 25 520 aanvragen in het Nederlands tegenover niet minder dan 73 239 in het Frans – dus bijna drie keer zoveel. Een gelijkaardige verhouding kan worden vastgesteld voor wat de vrijgestelde bedragen betreft. De Nederlandstalige aanvragers kregen tussen 2007 en 2010 vrijstellingen voor 46 263 225 euro; voor de Franstalige aanvragers bedroeg dit maar liefst 126 369 957 euro. Oppervlakkig gezien dus ook bijna drie keer meer. Het wordt echter nog krasser wanneer men rekening houdt met de relatieve cijfers. Als men uitgaat van het bevolkingsaandeel 60N/40F dan krijgen de Franstaligen naar verhouding zelfs vrijstellingen voor een bedrag dat het viervoudige is van het bedrag voor de Nederlandstaligen. De verhouding tussen het aantal Nederlandstalige en Franstalige zelfstandigen was in die periode overigens ook 60N/40F.
De minister schrijft deze verschillen toe aan het feit dat “de economische situatie in de verschillende landsdelen zeer verschillend is”. Ze wijst erop dat de Commissie naar verhouding niet meer vrijstellingen verleent in Franstalige dan in Nederlandstalige dossiers, en dat klopt. De scheeftrekking zit niet in percentages goedgekeurde dossiers, maar wel in de buitensporig grote aantallen dossiers die door Franstaligen worden ingediend. In de bedoelde periode werden er per duizend Nederlandstalige zelfstandigen jaarlijks 11 tot 12 dossiers behandeld. Per duizend Franstalige zelfstandigen waren dat er 50 tot 58. Als de Franstaligen op dezelfde manier van het systeem gebruikt hadden gemaakt als de Nederlandstaligen, terwijl alle andere factoren gelijk blijven, dan zou dat tussen 2007 en 2010 een bezuiniging van zo’n 98 miljoen euro hebben opgeleverd. Dat is 78% van het totale bedrag dat als vrijstellingen aan de Franstaligen werd toegekend.
Dat de Franstaligen naar evenredigheid vier keer meer krijgen dan de Nederlandstaligen kan in alle geval niet worden weggerelativeerd met de dooddoener dat het in Vlaanderen nu eenmaal beter gaat dan in Wallonië. Dat het in Vlaanderen namelijk vier keer beter zou gaan dan in Wallonië, is immers helemaal niet geloofwaardig. Een zo groot verschil kan dan ook niet anders dan wijzen op ernstige misbruiken, waarschijnlijk zowel bij de aanvragers van die vrijstellingen, als bij de Commissie die deze aanvragen zou moeten controleren. Deze onthutsende cijfers vragen in alle geval om een duidelijke uitleg van de minister en het Vlaams Belang zal die dan ook vragen.
Anke Van dermeersch
Fractievoorzitter Senaat
Bron:
politics.be