Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Nunt
Ik lever de goederen aan de bank op krediet. De bank is mij dus 300 schuldig.
Maar ik ben de bank 235 euro schuldig omdat ik mijn lening + interest aan de bank moet betalen. We vereffenen onze schulden: 300-235= 65. De bank moet mij 65. En die kan ze gerust betalen van die 100 die ze al had.
Het is onmogelijk om het eenvoudiger uit te leggen. Als je het nu nog niet snapt, zal je er zelf verder op moeten zoeken.
|
Van wie is die 100 dan ? Een andere 100 dan die men jou gaf ?