Los bericht bekijken
Oud 31 januari 2012, 21:29   #1
Mam
Banneling
 
 
Geregistreerd: 4 augustus 2011
Locatie: België
Berichten: 1.878
Standaard Lees voor! In de naam van jouw Heer...

Om een lang verhaal kort te maken: na Noah vzmh komt Abraham vzmh als eerstvolgende, belangrijke profeet of boodschapper van onze Heer in beeld. Waarom was hij zo belangrijk? Omdat God een heel speciaal verbond sloot met Abraham, nl. dat toekomstige profeten van zijn geslacht zouden afstammen.

"Voorts zeide God tot Abraham: En wat u aangaat, gij zult mijn verbond houden, gij en uw nageslacht, in hun geslachten. Dit is mijn verbond, dat gij zult houden tussen Mij en u en uw nageslacht: dat bij u al wat mannelijk is besneden worde; gij zult het vlees van uw voorhuid laten besnijden, en dat zal tot een teken van het verbond zijn tussen Mij en u. Wie acht dagen oud is, zal bij u besneden worden, al wat mannelijk is in uw geslachten: zowel wie in uw huis geboren is, als wie van enige vreemdeling voor geld is gekocht, doch niet van uw nageslacht is. Wie in uw huis geboren is en wie door u voor geld gekocht is, moet voorzeker besneden worden; zo zal mijn verbond in uw vlees zijn tot een eeuwig verbond. En de onbesnedene, de man namelijk, die het vlees van zijn voorhuid niet laat besnijden, die mens zal uitgeroeid worden uit zijn volksgenoten: hij heeft mijn verbond verbroken." Genesis 17:9-14

“En (herinner je), dat de Heer van Ibrahim hem met enige bevelen beproefde, welke hij vervulde. Hij (Allah) zei (tot hem): ‘Waarlijk, Ik zal van jou een leider maken van de mensheid.’ Ibrahim zei: ‘En ook mijn nagelacht?’. Allah zei: ‘Mijn verbond (profeetschap) heeft geen onrechtvaardigen onder zich.’” Qs Al Baraqah 2:124

“En Wij gaven hem Isaac en Yacoeb en bevalen voor zijn nageslacht het profeetschap en het Boek, en Wij gaven hem zijn beloning in deze wereld en waarlijk, in het hiernamaals is hij onder de rechtvaardigen.” Qs Al-Ankaboet 29:27

“En voorwaar, Wij hebben Noah en Ibrahim gestuurd en aan hun nageslacht het profeetschap en het boek geschonken en onder hen zijn er die geleid zijn, maar vele van hen zijn verdorven.” Qs Al hadid 57:26

Nu had Abraham meerdere vrouwen (andere tijden en religieuze wetten), waarvan Sarah en Hajar de meest gekende zijn. Oorspronkelijk was hij enkel getrouwd met Sarah maar omdat beide een hoge leeftijd bereikten, nog geen kinderen hadden, en Sarah dacht dat ze onvruchtbaar was, stelde ze voor dat Abraham ook met Hajar kon trouwen. Hierna raakte Hajar inderdaad zwanger van Abraham en beviel van een zoon Ismaël. Ze voelde zich blij en trots. Dit veroorzaakte na verloop van tijd wel jaloersheid bij Sarah die wou dat Hajar werd weggebracht. Aldus geschiedde dat Abraham zijn zoon Ismaël en vrouw Hajar in een verre plek tov Jeruzalem, nl. het huidige Mekka, achterliet. (Dit kon ook het gevolg zijn van God’s gebod aan Abraham en niet enkel door de zgn ‘jaloersheid’ van Sarah)

"En Sara zag den zoon van Hagar, de Egyptische, dien zij Abraham gebaard had, spottende.
En zij zeide tot Abraham: Drijf deze dienstmaagd en haar zoon uit; want de zoon dezer dienstmaagd zal met mijn zoon, met Izak, niet erven.
En dit woord was zeer kwaad in Abrahams ogen, ter oorzake van zijn zoon.
Maar God zeide tot Abraham: Laat het niet kwaad zijn in uw ogen, over den jongen, en over uw dienstmaagd; al wat Sara tot u zal zeggen, hoor naar haar stem; want in Izak zal uw zaad genoemd worden.
Doch Ik zal ook den zoon dezer dienstmaagd tot een volk stellen, omdat hij uw zaad is.
Toen stond Abraham des morgens vroeg op, en nam brood, en een fles water, en gaf ze aan Hagar, die leggende op haar schouder; ook gaf hij haar het kind, en zond haar weg. En zij ging voort, en dwaalde in de woestijn Ber-seba.
Als nu het water van de fles uit was, zo wierp zij het kind onder een van de struiken.
En zij ging en zette zich tegenover, afgaande zo verre, als die met den boog schieten; want zij zeide: Dat ik het kind niet zie sterven; en zij zat tegenover, en hief haar stem op, en weende.
En God hoorde de stem van den jongen; en de Engel Gods riep Hagar toe uit den hemel, en zeide tot haar: Wat is u, Hagar? Vrees niet; want God heeft naar des jongens stem gehoord, ter plaatse, waar hij is.
Sta op, hef den jongen op, en houd hem vast met uwe hand; want Ik zal hem tot een groot volk stellen
.
Genesis 21:12-18

“O onze Heer! Ik laat een paar van mijn kinderen in een dal wonen waar geen landbouw is, bij Uw heilige Huis; zodat zij, O onze Heer hun salaat perfect kunnen verrichten, vul dus wat harten onder de mensen met liefde voor hen en voorzie hen met vruchten zodat zij dankbaar kunnen zijn.” Qs Ibrahim 14:37

Ibrahim vroeg later, toen hij Ismaël nogeens kwam bezoeken, ook het volgende aan Allah:

“Onze Heer! Stuur onder hen een boodschapper van henzelf die aan hen Uw verzen zal reciteren en hen in het boek en volledige kennis van de islamitische wet en jurisprudentie* zal onderrichten en maak hen heilig. Waarlijk! U bent de Almachtige, de Alwijze.” Qs Al Baraqah 2:129

* Abraham was noch jood, noch christen: de Tora en het Evangelie zijn pas na zijn dood geopenbaard. God zegt dit zelf in de koran. Hij was een Hanif, een moslim in die zin dat hij niemand verenigde in de aanbidding van Allah.

Enige tijd nadat Ismaël was geboren, kreeg Abraham het nieuws dat zijn vrouw Sarah toch ook een zoon Isaac zal baren.

"En Abraham liep tot de runderen, en hij nam een kalf, teder en goed, en hij gaf het aan den knecht, die haastte, om dat toe te maken.
En hij nam boter en melk, en het kalf, dat hij toegemaakt had, en hij zette het hun voor, en stond bij hen onder dien boom, en zij aten.
Toen zeiden zij tot hem: Waar is Sara, uw huisvrouw? En hij zeide: Ziet, in de tent.
En Hij zeide: Ik zal voorzeker weder tot u komen, omtrent dezen tijd des levens; en zie, Sara, uw huisvrouw, zal een zoon hebben! En Sara hoorde het aan de deur der tent, welke achter Hem was.
Abraham nu en Sara waren oud, en wel bedaagd; het had Sara opgehouden te gaan naar de wijze der vrouwen.
Zo lachte Sara bij zichzelve, zeggende: Zal ik wellust hebben, nadat ik oud geworden ben, en mijn heer oud is?
En de Heere zeide tot Abraham: Waarom heeft Sara gelachen, zeggende: Zou ik ook waarlijk baren, nu ik oud geworden ben?
Zou iets voor den Heere te wonderlijk zijn? Ter gezetter tijd zal Ik tot u wederkomen, omtrent dezen tijd des levens, en Sara zal een zoon hebben!
En Sara loochende het, zeggende: Ik heb niet gelachen; want zij vreesde. En Hij zeide: Neen! maar gij hebt gelachen."
Genesis 18:1-15

“En waarlijk, Onze boodschappers kwamen naar Ibrahim met goed nieuws. Zij zeiden: ‘Vrede!’ Hij antwoordde: ‘Vrede’ en hij haastte zich om hen te voorzien van een geroosterd kalf. Maar toen hij zag, dat hun handen zich niet naar het (maal) reikten, werd hij wat argwanend en werd bang voor hen. Zij zeiden: ‘Heb geen angst, wij zijn naar het volk van Lot gestuurd.’ En zijn vrouw stond (daar) en zij lachtte. Maar Wij gaven haar het goede bericht van Isaac en na hem van Yacoeb. Zij zei: ‘Wee voor mij! Zal ik een kind dragen, terwijl ik een oude vrouw ben en mijn echtgenoot een oude man? Waarlijk! Dit is een vreemde zaak!’ Zij zeiden: ‘Verwonder jij je over het besluit van Allah? De genade van Allah en Zijn zegeningen zijn over jullie, o bewoners van het huis. Zeker, hij is Prijzenswaardig, Glorieus.’” Qs Hoed 11:69-73

Opnieuw om een lang verhaal kort te maken, kwamen er hierna veel profeten, de één al wat bekender en machtiger dan de ander, uit het nageslacht van Abraham: David, Solomon, Job, Mozes, Aaron, Jona, Lot, Elia, Johannes, Elisa, Jezus (Yeheshua, Isa),…
Ze werden allemaal naar de mensheid gestuurd om deze aan God te laten herinneren en de mensen weer op het Rechte pad te leiden.
Isaac, de 2e zoon van Abraham, was de voorvader van allen.

Evenwel (nadat de joden niet hebben geloofd in Jezus als de Messias) is de laatste gezonden profeet door God van het geslacht van Ismaël, de 1ste zoon van Abraham. Zijn naam was Mohammed, Ahmad of Moestafa vzmh.
Hij ging o.a. vaak naar de grot Hira om te bezinnen en te denken over het leven. Op een dag toen hij alleen was, verscheen de engel Gabriël vzmh (= de Heilige Geest) aan hem. De engel zei tot Mohammed: “Lees.” Mohammed zei: “Ik kan niet lezen.” De engel van God zei opnieuw: “Lees.” Mohammed zei weer: “Ik kan niet lezen.” Voor de derde keer zei de engel Gabriel tegen Mohammed: “Lees voor! In de naam van jouw Heer, Die heeft geschapen.” Toen begreep Mohammed dat hij niet moest lezen, maar dat hij moest herhalen wat hij hoorde. Dus hij herhaalde: “Lees voor! In de naam van jouw Heer, Die heeft geschapen. Hij heeft de mens geschapen van een bloedklomp. Lees voor! En jouw Heer is de Meest Edele. Degene Die onderwezen heeft met de pen. Hij heeft de mens onderwezen wat hij niet wist.” Qs Al Alaq 96: 1-5

SubhanAllah, Alle lof en dank zij aan God!

Laatst gewijzigd door Mam : 31 januari 2012 om 21:31.
Mam is offline   Met citaat antwoorden